dinsdag 1 oktober 2013

Naar Gent

Mijn vaste voornemen om vandaag niet te huilen is al na pakweg twee uur gesneuveld. Mijn ogen branden immers zo wat  hele dagen, zijn nu ontstoken en schele hoofdpijn en uitputting zijn steevast het gevolg van  huilbuien.
Dus na een nachtje slaap, vroeg opgestaan om tijdig mijn dochter naar Gent te kunnen brengen. Ze laat zich echter niet zien en ik strijk dus gauw het beetje linnengoed dat ik gisteren van de wasdraad gehaald heb.
Om tien uur roep ik haar dan toch maar op. Wordt het geen tijd?
Ze is duidelijk ontstemd. Ze had niet door dat het zo laat al was. Kon ik haar niet eerder gewekt hebben?  Het snijdt door mij. Ik slaag er niet in om te reageren en hou het bij 'de tafel is al gedekt'.
Ze blijft boven in haar kamer rommelen en pas na een half uur komt ze met pak en zak beneden. Ga je dat allemaal mee doen? Kwam je vanavond niet nog thuis eten? Had je dat niet gezegd? Ik denk aan het eten dat ik al in huis heb. Haar lievelingskostje.

'Ik heb geen zin om morgen om zes uur al uit bed te moeten'. Het komt er nors en kort uit. De tranen zijn niet meer te stoppen. Hoewel in mijn binnenste een stemmetje zegt dat ze last heeft van een jetlag, waarschijnlijk haar vriendje mist dat ze achtergelaten heeft en ze er nog zeer moe uit ziet, lukt het me niet om me af te schermen van de botte reactie.
'Als je alleen maar boos kunt zijn had je beter in Paraguay gebleven'. Het is er uit voor ik het goed en wel besef en ik heb onmiddellijk spijt van mijn reactie. Ik excuseer mij maar ze wendt zich met de tranen in de ogen van me af. Ze wil niet praten.
We laden in stilte de wagen in en vertrekken. Het blok drukt zwaar over mijn hele borstkas. Yasmine zingt 'ik was zo graag bij jou gebleven'. Mijn dochter verzet het kanaal en neemt mijn hand vast. Ik vecht tegen mijn tranen en hou mijn ogen strak op de baan.
In Gent blijkt ze een verkeerd adres in de GPS ingegeven te hebben. Dus nog maar eens het hele centrum door om haar te gaan inschrijven. Dan aan de andere kant van de stad naar de campus om haar boeken te kopen en dan nog eens de drukte door om haar naar haar kot te brengen. Onderweg gauw een tas soep gedronken. Ik doe mijn best om wat te praten over haar plannen van de volgende dagen. Ze ontdooit.
Op haar kot wordt ze enthousiast onthaald door haar vriendin. Een kaartje en kleurrijke slingers want ze hebben elkaar al lang niet gezien. Het doet haar zichtbaar deugd. Een kus en een knuffel die ik bewust wat op afstand hou en ik sta buiten.

Met een immens gevoel van verlatenheid op weg naar huis. En dan lukt het me niet meer. Ik moet op de pechstrook gaan staan en een deel van het blok schiet schokkend en brakend naar buiten.
Als ik na een tijdje uitgeput de weg verder zet moet ik vechten om de ogen open te houden. Ik ben zo moe. Straks thuis, rust.

ik was zo graag bij jou gebleven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten