zondag 30 november 2014

Thank you


Heb jij een man?
Het komt ontwapenend spontaan uit de mond van het tienjarig jongetje tijdens een therapeutisch kennismakingspel.
Neen, ik heb geen man.
Heb jij geen man?
De verbazing druipt van zijn gelaat.
Nee, ik heb geen man. Ik gooi alvast met de dobbelstenen om het spel te laten voortgaan.
Wat erg !!
Alles in mij verkrampt.
Vroeger zou ik gewoon al lachend verteld hebben dat ik  geen man heb maar wel een vrouw en dat dat ook fijn is.
Gegarandeerd verbazing dan op zijn snuitje.
Maar nu krijg ik er geen woord uit. Ik blokkeer...bij een kind. Verdriet overspoelt terwijl hij me vol medeleven aankijkt.
Om uit de verlamming los te komen sta ik op uit mijn stoel. Of hij iets te drinken wil?
Nee, hij heeft geen dorst. Ik ga dan toch maar iets voor mezelf halen. Twee maal rond het keukenblok, diep ademen. Wanhoop terugdringen. Met een brede lach terug naar binnen aankondigend dat we gaan verder spelen. Ik word nog een uitmuntende actrice.


Een hectische week. Geen tijd om lang bij iets stil te staan. Niet bij de mail van een verpleegkundige die me bedankt voor de leerrijke dag in haar team. Ze is blij dat ik er terug enthousiast sta.
Enthousiast is verre van hoe ik me die dag voelde. Een maandagochtend waarbij ik alles in mezelf moest aanspreken om uit mijn bed te komen en de week aan te vatten na een woelige nacht waarbij dromen over mijn vrouw me helemaal overstuur deed ontwaken.
Maar het lijkt me te lukken om dit meer te verbergen. Een intense discussie in het team over partnergeweld in gezinnen heeft me zelfs even mijn eigen bekommernissen doen vergeten.

Drukte, tijdsgebrek en emotionele chaos leiden onvermijdelijk tot vergeten en fouten.
Een heel uur zoeken naar mijn koeltas om boodschappen te doen en dan realiseren dat die waarschijnlijk is achtergebleven in de koffer van de ingeleverde vervangwagen.
Bij het in gebruik nemen van mijn nieuwe wagen er op uit komen dat ik mijn CD's in mijn oude, eveneens achtergelaten wagen heb vergeten. Het middenvak niet gecontroleerd.
Gauw naar de garage. Ik tref mijn wagen al helemaal ontdaan van persoonlijke herinneringen op de parking. Geen taxzegels meer die vertellen over vroegere vakanties. Geen sticker meer van 'Kom op tegen kanker' of van de wandelclub, geen nummerplaten meer. De garagist is er niet maar ik mag er even in kijken van zijn zoon. De CD's zitten er niet meer in. Slik.



Tussenin slaag ik er in mijn broodbakmachine opnieuw aan de praat te krijgen. Voor eventjes toch want de kneedhaak doet raar.
Maar een recent aangekochte robotstofzuiger doet niets meer. Hoe zit dat met garantie? Voor de eerste keer immers elektro gekocht via internet. Uitzoeken dus. Weer iets bij op mijn  lange to do lijstje.
Piekeren over de aangekondigde fietstocht op een tweedaagse voor het werk. Invallen voor de collega die op ontslag is gegaan. De andere collega's ken ik enkel van naam en van gezicht. Wel aan de verantwoordelijke  aangegeven dat ik sinds mijn humaniora niet meer op de fiets gezeten heb. Ze wuift het weg. We wachten wel af hoe het weer is die dag. Daar moet ik het mee doen.
Hoe gaat dat aflopen? Mijn vrouw gaat er niet bij zijn om mijn paniekreacties op te vangen en mij te gidsen.
Ik duw het weg. De gedachte dat een arbeidsongeval nog het meest ideale scenario is voor de kinderen, schiet even door me heen. Ik overleef het wel ..of niet.


De week dan afgesloten met een dansdag.
Ik ben na een paar keer al gewend aan de gelukzalige tranceachtige blikken van de andere groepsleden. Ik herken een paar gezichten van de vorige keer.
Al dansend ben ik echter ten prooi aan mijn emoties. Muziek en de verwijzingen naar liefde en dankbaarheid die de begeleidster als thema's van de dag naar voren schuift zijn er teveel aan.
Tijdens de pauze luisteren naar de belevenissen van de anderen. Er zitten een paar behoorlijk getormenteerde en licht geschifte zielen tussen. Ik hou me op de achtergrond tot... mijn vriendin plots zegt dat ze gemerkt heeft dat mijn vrouw nu twee nieuwe honden heeft.
Ja. Daar was ik ook al achter.
De nieuwsgierigheid van andere tafelgenoten is hierdoor gewekt. Ik geef kort aan dat mijn vrouw bij me weggegaan is. Mijn vriendin laat horen dat ik het er nog erg moeilijk mee heb en dat het al meer dan een jaar geleden is.
Dat is volgens haar omdat ik mezelf niet graag genoeg zie, omdat ik helemaal in functie van mijn gezin leefde, mezelf wegcijferde.
De anderen bevestigen dat het nodig is dat iemand zich goed voelt met zichzelf en daar geen anderen voor nodig heeft. Een vrouw beweert dat ze wel zou weten wat ze zou kunnen doen mocht ze alleen zijn, niet dat ze het niet fijn heeft met haar partner. Dat is haar beste maat maar ...er eens alleen op uit kunnen trekken...
Volgens de vriendin is het feit dat ik nooit alleen heb hoeven te wonen er de oorzaak van dat ik er nu niet in slaag om me goed te voelen. Ja. Dat zou volgens de anderen best zo kunnen zijn.
Mijn korte tussenkomst om te weerleggen dat ik ooit het gevoel heb gehad dat ik mezelf tekort deed, dat ik altijd bewust keuzes gemaakt heb waar ik me goed bij voelde, doet er duidelijk niet toe.

Ik haak af. Het is alsof het gesprek helemaal langs me heen gaat. Ik wil weg en ik kan niet in beweging komen.
Telkens opnieuw ervaar ik dat men kritisch is over hoe ik met de situatie om ga.
Het doet me twijfelen aan mezelf en maakt me soms verrekt onzeker. Een tijdje geleden zei iemand dat ik eigenlijk in opname zou moeten. Ze was er van overtuigd dat ik dat zeker aan een cliënte zou aanraden als die er zo aan toe was als ik.
Ontkennen had geen zin. Ik was volgens haar gewoon te koppig om toe te geven dat het me niet lukt en dat ik intensievere hulp nodig heb.
Ik neem me voor een volgende keer gewoon te zeggen dat ik niet wil praten over mijn persoonlijke situatie. Het heeft toch geen zin. Begrip, daar kan je naar fluiten en dit ..dit kan ik missen.


Thank you for breaking my heart

woensdag 26 november 2014

Gaatje


De garagist klinkt nors aan de telefoon als hij aandringt om mijn nieuwe wagen zo snel mogelijk op te halen. Hij heeft dringend de vervangwagen nodig voor andere klanten.
Even tevoren mijn dochter aan de lijn, verveeld en geïrriteerd dat ik het geld voor haar fietsherstelling nog niet heb gestort. Gewoon nog geen tijd gevonden.

Acht uur dertig. Ik had net mijn tranen weggeveegd, mezelf streng toegesproken en was net gestart met het opruimen van mijn keuken.
Ik zie mezelf geen gaatje vinden vandaag om naar de garage te gaan. Van negen tot half negen zowat ononderbroken cliënten.
En morgen de hele dag in Brussel.
Cynisch bedenk ik dat mensen blijkbaar enkel vriendelijk kunnen zijn als ze jou nodig hebben of om jou iets te verkopen. Het huilen staat me weer nader dan het lachen. Dit had ik echt niet nodig.

Gauw een brood in de oven, knop omdraaien en hoofd leeg maken om een eerste cliënt te ontvangen.
Een hele dag luisteren, zoeken met mensen. Tussendoor snel iets eten, de was opplooien en onverwacht toch om de wagen kunnen doordat een cliënt afbelt. Naar het tankstation en realiseren dat ik niet weet welke benzine ik moet tanken. De garagist neemt natuurlijk de telefoon niet op. Dan maar met een zo wat lege tank naar huis en hopen dat ik onderweg niet stil val. Net op tijd want mijn volgende cliënt staat al aan de deur.

Terug thuis gealarmeerd door een vreemd geluid van de broodoven. Dat is niet pluis. Als ik even later het deksel open tref ik een vreemde harde klomp deeg die nauwelijks is gekneed.
Alles gecontroleerd. Het ziet er naar uit dat mijn broodbakmachine de geest gegeven heeft. De kneedhaak draait niet meer.
Ik kan het er niet bij hebben dus ik sla gewoon het deksel dicht. Ik wil het even niet zien. Dan maar geen brood vanavond. Tijd om naar de bakker te gaan is er niet.

Nood aan armen rond mij. Nood aan kunnen thuis komen en er niet alleen voor staan. Nood aan...knuffels, warmte en koestering.
De eenzaamheid slaat toe telkens ik iemand buiten laat. Telkens weer een onmetelijke leegte, een immense zwaarte, een drukkend blok in mijn lijf, een aanzwellende krop in mijn keel.

zaterdag 22 november 2014

Auto

Mijn auto heeft het opgegeven.
Na een hele periode waarbij het schakelen steeds moeizamer ging en er momenten waren dat ik  geblokkeerd stond, zelfs eenmaal midden op een overweg, was het donderdagavond helemaal uit. Na de laatste controle wist ik al dat de versnellingsbak moest vervangen worden. Een kostelijk grapje dat ik gezien de boodschap van de garagist dat ook de vering achteraan op was en omwille van mijn plannen om volgend voorjaar een nieuwe wagen te kopen, niet zag uit te voeren.

Een hele dag was het al vechten tegen de tranen. Het besef van mijn huwelijksverjaardag die geen verjaardag meer was omdat er simpelweg geen huwelijk meer is woog zwaar door.
Er valt niets meer te vieren. Niemand die er zelfs nog maar aan denkt. Er is enkel eenzaamheid die rest. Ik wou dan ook alleen maar met mijn vermoeid en pijnlijk lijf zo snel mogelijk naar huis, om onder de dekens te kruipen.
Maar de koppeling vertikte het weer. De auto wou niet meer achteruit. Ik kon onmogelijk uit de parking wegrijden.
Het snerpende geluid van een blokkerende schakeling - ik bleef proberen - trok uiteindelijk de aandacht van voorbijgangers die zo vriendelijk waren me uit de parkeerstrook te duwen. En in de eerste versnelling raakte ik nog wel. Opgelucht naar huis.
Maar eens thuis raakte ik opnieuw niet in achteruit om de garage in te rijden. Geblokkeerd midden op straat. Ik trap door mijn koppeling. Gedaan met rijden. Vier pinkers op en hopen dat Touring niet te lang op zich laat wachten.
Twee uur dus. Wagen weggesleept. Mee met de mekanieker naar Zottegem voor een vervangwagen. Pas om tien uur 's avonds thuis. Huilen van pure ellende en vermoeidheid.

's Anderendaags dan maar de knoop doorgehakt. Aarzelen heeft geen zin. Een nieuwe wagen gekocht. Proberen niet stil te staan bij de financiële gevolgen. Een lege spaarrekening. Even geen rekening houden met andere mogelijke tegenslagen. Ik moet tenslotte volgende week gaan werken.

Het is met een knoop in mijn maag dat ik mijn oude auto leeg ruim. Tranen vloeien als ik in de vele vakjes spullen vindt die aan mijn vrouw toebehoorden. Briefjes, een knuffel, een half gesmolten energiereep, snoepjes. Alles in de wagen ademt nog haar aanwezigheid uit. Ik heb het laatste jaar veel gehuild als ik in de wagen alleen zat en meestal waren het herinneringen aan haar die me dan kalmeerden. De gewaarwording van haar hand op mijn hand als ze aan het stuur zat. De uren dat we samen in de wagen gebabbeld of zelfs gezongen hebben op weg naar het werk, om boodschappen, op weg naar iets leuks of op reis. Haar openlijk genieten als ik door haar haar streelde...

Telkens opnieuw loslaten. De sleutels achterlaten.
Nu met een leenwagen naar huis. Volgende week krijg ik de sleutels van een nieuwe steriele wagen. Eén zonder geschiedenis maar wel veiliger.

dinsdag 18 november 2014

Puntjes in de vriezer

Al mijn goede voornemens ten spijt kom ik weer helemaal in zak en as aan bij mijn therapeute. Een hele dag werken, een pijnlijke keel en een ondraaglijk gevoel van eenzaamheid doen de tranen weer vloeien.
Schuldgevoelens ook ten aanzien van mijn kinderen. Enkel bij hen kan ik even mezelf zijn, voel ik me veilig. Ik heb hun knuffels, hun aanwezigheid nu zo nodig. Maar ik wil hen ook niet belasten. Ik wil dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over hun moeder. Ik probeer hen niet te bellen, hen niet te vragen om vaker langs te komen, gewoon tevreden proberen zijn met de momenten dat ze spontaan langs komen.

Mijn therapeute vraagt of het niet zou kunnen dat ik nog heel wat 'puntjes in de diepvriezer' zitten heb.
Het beeld heeft ze van een cliënte. Als je in een relatie investeert bouw je krediet op. Maar uiteindelijk ontvang je ook van de ander. Liefde, aandacht, zorg...
Soms is er een overschot. Geef je meer dan je ontvangt. Dat zijn puntjes die je in de vriezer kan stoppen. Soms zijn er periodes dat je meer nodig hebt dan je kunt geven, dan kan je ze uithalen.
Misschien moet je je kinderen maar eens vragen of je nog puntjes in de vriezer zitten hebt en of ze willen aangeven wanneer ze dreigen opgebruikt te geraken. Zo hoef je je niet schuldig te voelen als je vraagt. Dan kunnen ze zelf ook aangeven wanneer ze zich belast voelen.

Ergens weet ik wel dat ik bij mijn kinderen veel krediet opgebouwd heb, dat ze er voor mij willen zijn, dat ze nu volwassen zijn.
Ik neem me voor om er eens een babbel over te doen.

Maar een hele nacht laat het beeld me niet meer los.
Alles van mezelf heb ik gegeven in de relatie met mijn vrouw. Maar bij haar zijn er geen puntjes in de vriezer gegaan. Het was niet voldoende, ik kon haar niet genoeg bieden. Mijn liefde, zorg en aandacht bleken ontoereikend.
Ik had er zelfs geen idee van dat mijn puntjes waren opgebruikt, dat het aandacht en middelen verdelen met mijn kinderen, mijn falende gezondheid op dat moment teveel puntjes op gebruikten. Dat graag zien en aandacht voor haar daar geen tegenwicht voor konden bieden.

De pijn is niet te harden.







zondag 16 november 2014

Lippenstift

Ik stift mijn lippen terwijl ik mezelf gadesla in de spiegel. Het is de eerste keer na meer dan één jaar dat ik me maquilleer.
Op 1 juni 2013 deed ik dat voor de laatste maal toen ik me opmaakte om samen met mijn vrouw naar een meeting te gaan van de Zonta dames in Brugge.
Mijn vrouw moest er spreken voor deze groep begoede en geëngageerde dames en uiteraard wilden we allebei een goeie indruk maken.
Schminken was trouwens iets waar ik elke werkdag mee begon. Enkel in het weekend liet ik het wel eens.

Ook vanavond maak ik me klaar voor een avond georganiseerd door een service-club. Op voorzet van onze burgemeester schenken de Fifty One mannen van Wetteren de welzijnschakel van Lede een royale som.
Toen de verantwoordelijke me dan ook vroeg om haar en haar man te vergezellen naar het eetfestijn -want ze wou het niet alleen in ontvangst nemen - zei ik toe. Dat zij en haar man een glaasje kunnen drinken als ik Bob ben, apprecieert ze heel erg. Mijn engagement  voor de schakel stond het laatste jaar wel op een heel laag pitje dus ik heb wat goed te maken en ik had toch nog niets gepland.

Het voelt vreemd aan om mezelf  onder handen te nemen. Niet willen onderdoen voor het volk dat ik op het eetfestijn verwacht is onderdeel van mijn motivatie.
De bedenking dat ik in gezelschap van een echtpaar dat de leeftijd van mijn ouders heeft ben en er vermoedelijk weinig persoonlijks wordt uitgewisseld stelt me gerust. Geen reden te verwachten voor tranen, dus geen uitgelopen mascara.
Ik aarzel om juwelen aan te doen, maar alleen al het zien van de box met de ketting die mijn vrouw me schonk voor mijn vijftigste verjaardag doet de krop in mijn keel aanzwellen. Zonder gaat ook.

Eens ter plekke krijgen we gezelschap van bekenden van mijn gezellen.   Zij behoren tot een andere organisatie die ook een schenking in ontvangst mag nemen. De gezwollen vingerstompen aan de rechterhand van de man trekken de aandacht. Het bloederig relaas van de amputatie van zijn vingerkootjes door de grasmachine een paar weken terug biedt een hele tijd stof tot gesprek. Hij demonstreert hoe hij alternatieve manieren zoekt om een mes en een stylo te hanteren. Zijn rits sluiten is niet zo evident. Maar hij leert het nog wel. Hij is optimistisch.
Eens aan tafel brengt de tegenvallende kreeft het gesprek op vakantie-ervaringen. De Thaïse kreeft zou bij uitstek de beste zijn. En voor nog geen twintig frank perfect bereid. Het zijn levensgenieters. Dat mag duidelijk zijn. Er staan nog wel wat reisbestemmingen op het programma.

Ik luister. Tenminste dat probeer ik. De muziek staat loeihard, de bassen zinderen doorheen heel mijn lijf na een hele dag thuis in stilte. Vaak beperk ik me dan ook tot knikken of is mijn reactie meer bepaald door wat ik meen op te maken uit de mimiek van mijn tafelgenoten dan dat ik helemaal mee ben met het verhaal. Maar de gekwetste man en de verantwoordelijke praten  aan één stuk door. Een paar keer vraag ik om dingen te herhalen en geef ik aan dat ik door de muziek enkel mijn rechtstreekse buur en overbuur kan volgen maar dit wordt nauwelijks opgepikt. Ik laat ze maar ratelen.

Na de maaltijd wordt er uitgenodigd tot dansen. Een Fifty Oner brengt als opwarmer een Tura-imitatie. De hele zaal brult mee. Mijn tafelgenoten, deel uitmakend van een plaatselijke koor, kwelen luidop mee. Mijn kennis van de liedjes beperkt zich echter tot refreintjes dus ik doe alsof.
'Ik ben zo eenzaam zonder jou'. Mijn maag slaat in de knoop. Mijn make-up indachtig vlucht ik naar de toiletten. Ik mag nu niet huilen.
Ik weet weer waarom ik thuis geen muziek meer draai.
Onder luid applaus laat de imitator het na een paar liedjes en een polonaise over aan de DJ.
'Les Lacs du connemara', schalt even later door de luidsprekers. Herinneringen aan uitgelaten momenten met mijn vrouw dansend en met een zakdoek zwaaiend op de tafel schieten door me heen. Ik ben nu om een andere reden in de weer met mijn zakdoek.
De druk in mijn borstkas neemt gestaag toe. Mezelf dwingen om me te concentreren op mijn disgenote die doorratelt over de plaatselijke politiek.
Opluchting als de muziek stopt. De cheque wordt overhandigd. Zelfs onze burgemeester komt hier voor op de proppen.
Zichtbaar aangeschoten komt hij bij ons aan tafel zitten. Doet het relaas van zijn recente audiëntie bij de paus, nog steeds geroerd bij de herinnering.
Pas als hij afscheid neemt met veel gekus - zijn lippen lijken aan mijn hand te blijven plakken - en uitgebreid geknuffel - vooral met de aanwezige vrouwen - , durf ik het aan om voorzichtig te beginnen over huiswaarts keren.
Er worden teveel melodietjes gedraaid die mijn ziel raken.





donderdag 13 november 2014

Leeg


Ik hoop dat ik je nu niet helemaal leeggezogen heb. Mijn cliënte kijkt wat schuldig naar me na een intensieve twee uur durende sessie. Ze is een pak rustiger dan toen ze helemaal opgelaten en ontredderd binnenkwam.
Het was vermoeiend maar ik voel me niet leeg door haar. Getuige zijn van haar proces van verwerking is net iets dat afleidt door de ver- en bewondering die ik telkens voel als ik zie hoe mensen stappen zetten om hun trauma's van zich af te schudden, hoe ze hun angsten overwinnen om toch de confrontatie aan te gaan met hun herinneringen, met daders, met...

Leegte is er vooral achteraf door de confrontatie met mijn eigen realiteit. Als ik mijn bureau uit loop na de laatste cliënt en me helemaal alleen in een donkere living installeer. Niemand die op me wacht. Niemand die me opvangt, die geïnteresseerd is in hoe mijn dag is verlopen.
De boodschap is telkens om me niet in zelfmedelijden te wentelen. Terug dringen van het verlangen naar vertrouwde armen rond me, om even veilig in te kunnen wegkruipen.
Staren in de leegte. Bekomen van alle verhalen. Even niet moeten praten en luisteren. Moe.
Enkel de hond en twee katten die aandringen om eten te krijgen.
Het blok zwaar aanwezig in mijn borstkas. Lichamelijk de druk voelen van opstuwende wanhoop en dan toch maar de TV aanzetten om even van de wereld te zijn. Overleven door bezig te blijven en mezelf af te leiden van mijn eigen malaise.

Gelukkig zijn zowel de poetsvrouw als de tuinman deze namiddag in de weer geweest zodat ik even niets mee hoef te doen.




http://peking2015.wordpress.com/2014/10/23/het-mag-niet-voor-niets-zijn-geweest/

zaterdag 8 november 2014

Relativeren


Mijn stiefzoon is zesentwintig geworden. Zoals gewoonlijk stuur ik verjaardagwensen en al snel krijg ik een bedankje terug. Zestien jaar geleden kwam hij voor de eerste keer met mijn vrouw bij me thuis. Een verlegen lief ventje. Nu een uit de kluiten gewassen jonge kerel, al een paar jaar aan het werk, op handen gedragen door zijn talrijke nichten en omringd door een ruime voetbalminnende vriendenkring.
Af en toe krijg ik nog een berichtje. Af en toe stuur ik een berichtje. Maar daar blijft het bij. Ook hij behoort niet meer tot mijn leven.
Maar het raakt als ik de foto's zie van zijn verjaardagsfeest. In zijn gezelschap, mijn vrouw breeduit lachend, met in haar gezelschap haar vriendin, haar nieuwe stiefdochter en haar vriend.

Het blok wringt al weer zwaar als ik wakker word. Beseffen dat ik onmogelijk alle dingen die ik op mijn to do lijstje staan heb, vandaag klaar krijg. Mijn keuken is een ravage. Wassen, naar het containerpark, mijn verslagen schuif ik maar door naar morgenmiddag, opruimen, brood bakken, tandarts bellen, tuinman bellen, klusjesman opnieuw bellen, lampen vervangen, mijn pechverhelping in orde brengen, naar de bank, naar de dierenwinkel, naar de supermarkt, naar mijn moeder, mijn dochter wegbrengen...
En proberen om niet stil te staan bij de eenzaamheid. Dingen doen en beseffen dat ik voortdurend moet relativeren. Er is niemand thuis dus het lukt me niet om mijn overtrek behoorlijk- naar mijn goesting - over mijn dekbed te krijgen. Ik kras mijn auto als ik de volle wasmand afval maar met moeite in mijn wagen getild krijg. Mijn livingdeur geblokkeerd door een stuk gewrongen slot.
Een kwartier de straat blokkeren omdat de versnellingspook weer niet in 'achteruit' wil.
Dingen die je normaal samen deed of waar mijn vrouw wel raad mee wist, lukken nu eenmaal niet zo goed als je het alleen moet doen. 'Dringende' dingen moeten maar even minder dringend worden. Almaar relativeren.

Als ik om vijf uur uitgeteld in de zetel plof komen de tranen. Een hele dag in de weer. Waarom nog?



vrijdag 7 november 2014

Staren


De week zit er op. Oef. Ik ben thuis. Me even niet meer opgewekt hoeven voor te doen. Geen mensen meer moeten enthousiasmeren. Niet meer nadenken of discussiëren op vergaderingen over dingen die me niet weten te boeien. Gewoon aan tafel zitten staren. Mijn dochter speelt een spelletje op de I-pad. Zij moe. Ik moe. Er hoeft even niets meer.

Mijn ziel voelt als het ware de beurse plekken van het telkens opnieuw geraakt worden door opmerkingen van mensen.

Jezelf spiegelend in de ruit van de trein observeren en merken hoe niets van wat je ziet nog lijkt op de vrouw van twee jaar terug. Foto's van mijn vijftigste verjaardag staan levendig  voor mijn geestesoog. Lachend naar mijn vrouw achter de camera, vol vertrouwen, genietend. Nu zie ik een scherp geworden gezicht waar de rimpels zich zwaar in aftekenen. Een voorzichtige poging om naar mijn spiegelbeeld te lachen mondt uit in een weinig overtuigende grijns.
Soit. Bij het uitstappen van de trein ontmoet ik dan een collega. Hey, goeiemorgen. Ge ziet er goed uit! Het gaat al wat beter met jou precies.
Mijn maag slaat in de knoop. Ik dwing mezelf om de opkomende tranen door te slikken en vraag hoe het met haar is.

Wat menen mensen en wat niet?  Vroeger zou ik anderen die me dingen vertelden die niet klopten met hoe ik het zag of voelde van repliek gediend hebben, uitleg gevraagd hebben of mijn mening verduidelijkt hebben. Nu lijkt dit gewoon 'not done'. En zwijg ik.
Complimentjes ontving ik met graagte en ze sloten daarenboven meestal aan bij hoe ik  me zelf zag. Fijn om je dan bevestigd te weten. Nu voel ik me enkel verbijsterd door haar opmerking.

Een namiddag  bij vrienden. Een hele tijd niet meer gezien. Praten over hun vakantie. Ze hebben genoten van de tijd samen. Die is er meer en meer nu de kinderen hun eigen weg gaan. Foto's bekijken.  De bergen. Dat heeft hij nodig. Daar komt hij tot rust. Wandelend in de natuur. Hij zou het niet kunnen, een jaar zonder de bergen, zonder er eens uit te zijn.
Zou het jou ook geen deugd doen,  eens weg van alles te zijn? Jij gaat toch ook graag wandelen? In de bergen.
Ik laat voorzichtig vallen dat ik een reis alleen niet echt zie zitten. De krop in mijn keel neemt immense proporties aan.
Tja.. dan maar gauw beginnen over iets anders. De rest van de namiddag enkel praten over besparingen op zijn, haar en mijn werk en de gezondheid van haar en zijn ouders. Neutraal. Niet raken aan moeilijke dingen.
Ik respecteer de onderliggende boodschap. Eenzaam in gezelschap.

zaterdag 1 november 2014

Kamer 411

In de badkamer van een hotel. Kamer 411. Ze maakt zich klaar voor het liefdespel met een nieuwe partner die achter de deur op haar wacht. De spanning van de eerste keer. Ze bekijkt zichzelf in de spiegel. Haar lichaam keurend. Haar handen glijden over haar buik. Ze stelt tevreden vast dat haar dijen elkaar niet raken en haar buik plat is. Ze nijpt ruw in haar blote borsten. Ze kunnen er mee door, mochten wel iets groter zijn. Ongegeneerd kleedt ze zich uit, vertrouwd met haar eigen lijf en mijmerend over hoe ze zich over geeft aan de aanrakingen van haar vriend. Seks, dat vraagt haar lichaam nu. Recht toe recht aan. Voelen hoe de ander haar begeert.

Het naakte lichaam van de vrouw op de planken, op nog geen twee meter van me af, haar innerlijke stem vertolkend van verlangen, van overgave, van geloof in de liefde, beroert mijn hele wezen. Haar huid glimt.
Als ze nonchalant op haar poep gaat zitten, de benen lichtjes gespreid kijk ik recht naar haar Brazilian waxed geslacht. Even later duwt ze het boek dat ze in de hand heeft tussen haar benen, quasi nonchalant er tegenaan om de handen vrij te hebben. Ik voel mijn tepels hard worden, sappen stromen en bloed kolkt tegen de zwaartekracht in naar mijn bekken.

Ze brengt een intens verhaal van mannen, passie, misverstanden en teleurstelling.
Maar mijn lichaam voelt de aanrakingen van mijn vrouw. Voelt hoe ze me bemint en lijkt geprogrammeerd om zich over te geven. Ik heb geen pik nodig.
Ik zit in een volle zaal.
Een besef dat binnen of buiten de zaal eigenlijk niet uitmaakt. Lichamelijke verlangens zijn nu enkel hinderlijk. Er is geen partner meer die achter de deur op me wacht om ze te stillen.

Na een hele dag in de weer zijn - werken, een etentje met een vriendin, huishoudelijke klusjes, ben ik moe en hoop ik wat ontspanning te vinden in een toneelavond met nog een andere vriendin.
Heel even was het zelfs door me heen gegaan dat ik hoopte er niet bij in slaap te vallen.
Maar als ik thuis kom na de voorstelling is er van slapen geen sprake meer. De adrenaline giert door mijn lijf. Heel mijn lichaam vraagt om haar lippen, haar handen, haar huid tegen de mijne. Flitsen van herinneringen aan stomende momenten. Verdrinken in haar ogen. Haar blik die me vertelt dat ze me heeft waar ze me hebben wil.
Ik word er gek van.  Tranen van pure frustratie. Ontzettend gemis. Vechten tegen de drang om van nauwelijks hanteerbare woede mezelf pijn te doen. Tegenwicht bieden aan een lijf dat smacht naar wat niet meer is, dat zich vrouw wil voelen, bemind wil weten.

Ik weersta aan de gedachte om een slaappil te nemen. Me niet laten dirigeren door mijn lijf. Weerstand bieden. Een onrustige nacht tegemoet.
Volgende keer toch op voorhand wat beter informeren naar wat me te wachten staat als ik naar iets ga kijken.



http://www.tarsenaal.be/programma/kamer-411-t-arsenaal-15-11-2014-20-15