woensdag 25 februari 2015

Hard in hart

Mijn oog zit dicht. Helemaal ontstoken. Mijn lijf is moe en wil niet vooruit.
Mijn vrouw bedankt openlijk haar vriendin op facebook voor de steun bij haar project en verklaart haar graag te zien.
Acht cliënten na elkaar. Een zieke dochter in huis die het ene moment soep wil en het volgende dan toch weer niet.
Of ik de dokter wil bellen en dan toch weer niet. Voor de rest niet echt aanspreekbaar. Maar ja, ze is dan ook ziek.

Ik moet verder doen en alles in mij wil er de brui aan geven, voelt zich hopeloos alleen. Wil alleen maar de ogen sluiten en niks meer met deze realiteit te maken hebben.

Anderen quasi opgewekt onthalen, een hart onder de riem steken en zelf ervaren alleen te staan.
Door niemand meer echt graag gezien. Voor niemand meer echt belangrijk. Voor niemand meer op de eerste plaats.
Het moeten doen met oppervlakkige sympathie van mensen... die zich snel weer tot hun eigen geliefden wenden.


Woede, onmacht, frustratie...oeverloos verdriet.

Niet in zelfmedelijden willen wegzinken en dan toch weer afglijden.

Leven zonder liefde. Hoe doe je dat als je liefde altijd als belangrijkste waarde in je leven hebt gezien?
Is dit misschien een dictaat dat ontsproten is aan een verwend brein?

Leven zonder verbondenheid. Gewoon van het ene contact naar het andere. Hoe vind je daar bevrediging in?

Het ene moment je afvragen wat je verkeerd gedaan hebt waardoor je in deze situatie bent beland om dan te realiseren dat je dit niet verdiend hebt, dat het je gewoon is overkomen... Of ...heb je toch dingen gemist? Heb je toch de foute keuzes gemaakt? Heb je haar toch op een of andere manier tekort gedaan?


Waarom voelt het zo koud en hard in en rond mijn hart?



maandag 23 februari 2015

Happy single

Een hele dag intensief bezig met een team. Hen op weg helpen met moeilijke casussen. In de namiddag hen begeleiden in een veranderingsproces.

Deze ochtend overstuur vertrokken. Verward wakker geworden midden in een droom waar ik helemaal niet wou uit ontwaken. Eens ter plaatse merken dat ik de voorbereiding voor de namiddagsessie thuis ben vergeten.
Mijn hoofd is leeg. Black-out. Ik kan me niets herinneren van de voorbereiding. Wat ging ik weer met hen doen?


Het lukt me om de knop om te draaien en in de voormiddag in te gaan op hun vragen. Ze zijn tevreden en zoeken actief mee.
Tijdens mijn middagpauze snel een nieuwe voorbereiding maken. Er begint een en ander terug te dagen.
Vier uur brainstormen, plannen, een draaiboek opstellen, oplossingen bedenken.
Ze zijn tevreden. Het 'dank je wel' van de teamverantwoordelijke doet me een zucht van opluchting slaken. Ik heb het er goed van af gebracht.

Als ik de deur achter me dicht sla en op straat de kilte voel valt de vermoeidheid als een loden deken over me heen.  Ik krijg mijn lijf nog amper in beweging.
Het verlangen om even de telefoon te pakken en te bellen of te sms'en dat het goed gegaan is en ik naar huis kom, duw ik weg maar de tranen lopen al over mijn wangen voor ik mijn auto bereik.
Kon ik maar even haar stem horen. Kon ik maar even thuis komen.

Ik probeer me te focussen op de weg. Nummerplaten lezen. Lichten tellen. Alles beter dan te blijven hangen in onmogelijke verlangens.
Kwaad op mezelf omdat het me niet lukt om 'happy single' te zijn. Kwaad omdat heel mijn gestel mist, omdat ik me dag na dag meer voel verdorren.
Kwaad op de wereld die het evident vindt dat ik voort doe. Kwaad op het lot dat me mijn geluk ontnomen heeft.

zondag 22 februari 2015

Schrikbeeld

Ze gebaren al van ver dat ik bij hen moet komen. Ik  kom toevallig langs hun huis tijdens een wandeling met de hond.
Ze zijn verwoed in de aanslag met aftrekkers en bezems om het overtollige water van hun oprit richting de goot te loodsen.

Een nicht van mijn moeder en haar wederhelft.
De gebruikelijke onderwerpen. Alles goed met de kinderen?
Alle drie uit huis.
En hun kinderen?
Ook goed. Ook met de kleinkinderen. Alleen de oudste dochter. Ja, nog altijd alleen nadat ze dertien jaar geleden hoogzwanger door haar man in de steek gelaten is.
Ze doet het wel goed hoor. Ze loopt en ze fietst en elke dag tot zeven uur aan het werk.
Maar ja, ze mist iets, he. Gelukkig kan je haar niet noemen.
En nu zijn de kinderen nog thuis. Jonge pubers ondertussen.
Maar er komt een moment dat ze ook het huis uit zijn, dat ze helemaal alleen komt te staan. Ja, dan...
Je kent het, he?
Ze maken zich er zorgen om. Maar dat is iets waar je als ouder geen vat op hebt.
Ik knik bevestigend en besef schamper dat mijn situatie nu het schrikbeeld van deze mensen voor hun dochter is.

Dertien jaar. En ik ben nog maar anderhalf jaar ver. Hoe blijf ik overeind?

Of ik niet even binnen kom?
Een blik op mijn modderige rubberlaarzen en de vuile poten van de hond is genoeg.
Ik zet mijn tocht maar verder. Het blok lelijk aangezwollen in mijn borstkas.



woensdag 18 februari 2015

Ikken

OK.
Ik herken het. De neiging om mezelf te vergelijken met hoe ik tot nog geen twee jaar geleden was.
Hoe dit leidt tot negatieve conclusies. Ik ben niet meer de ondersteunende, positieve warme mama voor mijn kinderen. Zij dienen me vaker op te vangen dan ik hen.
Ik ben minder hartelijk en meer afstandelijk als therapeute.
Op mijn werk is mijn inzet niet meer 100%. Ik ben er vaak met mijn gedachten niet bij. Als ik eerlijk ben interesseert het me op sommige momenten nauwelijks.
Ik kan mezelf niet meer zijn in contact met mensen die ik vroeger als vrienden zag. Telkens opnieuw mezelf sterker moeten voordoen dan dat ik me voel.
Ik lach veel minder, maak geen plezier meer, ben minder uitnodigend naar mensen...ik kan nog heel wat dingen aan het lijstje toevoegen.

En ik kan er ook nog inkomen dat die neiging, dat stuk van me, de rest van me wil aanzetten tot  alert zijn. Opdat ik niet zou crashen, opdat ik me niet zou laten gaan. Dat dit stuk me misschien wil beschermen ..???

Dat stuk in me vecht tegen een deel dat gelaten is. Dat alles gewoon van dag tot dag neemt. Niet meer gelooft in een oplossing. Het is wat het is. Het is allemaal gestopt. Berusten.
Gewoon ervaren van een onoverkomelijke vermoeidheid.  Willen de ogen sluiten en slapen en gerust gelaten worden. Dat stuk voelt zich krachteloos en is geïrriteerd door de vele suggesties van een collega om dit of dat te proberen om me toch maar beter te gaan voelen. Het neemt afstand van mensen.

En tussen die twee stukken in zou ik moeten bemiddelen. Beslissen wanneer ik toegeef aan de nood aan rust of wanneer ik mezelf tot de orde moet roepen, mezelf in herinnering brengen dat ik het ooit anders deed, kon..dat ik mezelf niet mag laten gaan.

Het is halfweg de namiddag als ik de therapiesessie heel verward verlaat. Verdriet overspoelt. Mezelf ervaren als een vat van 'ikken' die van binnen vechten en waar ik niet mee om kan. Heimwee naar mezelf zoals ik me vroeger ervoer. Eén en helemaal niet zo complex. Niet met een binnenwerk waarin alles wringt en spant. Maar eenvoudig gelukkig te maken met een knuffel en opbloeiend en tevreden in de geborgenheid van een relatie en een gezin.

Vluchten in de sauna. Alleen met mijn gedachten. Warmte die troost biedt. Alleen tussen een massa naakte anonieme lichamen. Niet stil staan bij de eenzaamheid.

zaterdag 14 februari 2015

Drama

Drie kinderen omgekomen in een brand. De jongste amper twee. Een brand aangestoken door hun eigen moeder. Een lange geschiedenis van intra familiaal geweld. Betrokkenheid van verschillende hulporganisaties.

Drie kinderen uit een regio die ik opvolg. Enkel voornamen in de krant. De naam van de jongste vrij ongewoon. Het doet geen belletje rinkelen. Dit is een dossier dat ik niet ken.
Maar wie van de verpleegkundigen die ik coach is hier in betrokken?  Hoe moet dit voor haar zijn? Heeft ze hulp nodig?  Is er overleg geweest in dit dossier? Signalen gemist?

's Morgens is dit het onderwerp van de dag. Iedereen wil weten hoe het zit. Wie volgde deze kinderen op? Een opluchting als de dienst databeheer de namen doorspeelt en blijkt dat het gezin  buiten de provincie dienstverlening kreeg. Niemand van onze mensen is betrokken. Maar toch blijft de schok groot.

Verschillende verpleegkundigen bellen met vragen rond eigen dossiers. Ze zien het niet meer zitten. Het parket moet ingeschakeld worden. Ze willen de verantwoordelijkheid niet meer dragen. Iemand, een andere dienst, het gerecht, eender wie moet overnemen. Paniekvoetbal.
Zo veel gezinnen waar niet veel nodig is opdat er drama's gebeuren.
Niemand wil dan betrokken zijn.

Een hele dag geruststellen. Samen zoeken. Zolang ouders opening laten voor hulpverlening en er voldoende beschermende factoren zijn, doen we verder, zoeken we verder om het leefklimaat en de ontwikkelingskansen van kinderen te optimaliseren. Met de beperkte middelen en het mandaat dat we hebben. Soms op het scherp van de snee.
Zonder garantie. Zonder zekerheid dat er geen drama's gaan gebeuren als we er niet bij zijn.

's Avonds uitgeput naar een klankrelaxatie. Er impulsief op ingetekend om een vriendin terug te zien. Haar partner begeleidt het groepsgebeuren.
In mijn hoofd draaien de vele schrijnende verhalen door.
Een uitnodiging om 'een engelenkaartje' te trekken bij het begin van de sessie. Om mee te nemen op de klankreis.
Op het mijne staat 'tederheid'.
Er knakt iets. In mijn leven is er geen tederheid meer.
Ik verstop me onder de plaid om mijn tranen de vrije loop te laten. Gelukkig is de ruimte karig verlicht. Het blok zwaar aanwezig in mijn bovenlichaam en mijn keel dichtsnoerend.
Als na de inzet met de bouzouki en de regensteen, de geluiden van klankschalen weerklinken is het alsof het blok loskomt en als een homp rauw uitgehard vlees in een gelachtige massa heen en weer tussen en tegen mijn ribben beweegt. De aanslagen brengen diepe lage,  natrillende klanken voort die het blok mee doen resoneren. Het benauwt. Het is alsof mijn binnenwerk een eigen leven leidt terwijl ik stil op het matje lig.
Ik vergeet te wenen in mijn concentratie op de bevreemdende gewaarwording.  Pogen om mijn ademhaling te controleren. Nu niet panikeren.
Als de warme klanken van de native flute weerklinken komt het allemaal wat tot rust. Mijn buurvrouw begint te snurken, niet bepaald een aangenaam geluid. Gelukkig maar voor eventjes.
Maar het hele gebeuren helpt wel om los te komen van de zware werkdag. Verdriet is mijn metgezel.

In het naar huis rijden vechten tegen de slaap.
De werkweek zit er op.

woensdag 11 februari 2015

Afgesloten


De laatste band is doorgeknipt. Het houdt me al heel de week in de greep nadat ik zag dat de rekening op nul was gezet. Vandaag een telefoontje. Een bankbediende. Onze gemeenschappelijke rekening is afgesloten. Ik moet alleen nog maar een kleinigheid komen betalen, een of andere taks, dan is het in orde. Ik kan langs komen wanneer het me past.

Voor anderen lijkt het waarschijnlijk idioot maar het doet verdomd veel zeer.
Een rekening op onze beide namen. Zij alleen maakte er gebruik van. Haar loon werd er op gestort. Ze heeft toentertijd nooit met me contact willen opnemen om de rekening te gaan afsluiten nadat ik haar bericht had dat ik dat volgens de bank niet alleen kon.
Voor mij was het een merkwaardige troost dat dit laatste gezamenlijke contractje bleef bestaan.
Vermoedelijk heb ik het aan mezelf te wijten dat hierin nu verandering is gekomen.

De nieuwe bankkaart kwam toe op mijn adres. Ik heb hem samen met andere post doorgestuurd.
Is ze toen naar de bank gegaan om een adresverandering door te geven? Is dat toen alleen niet gelukt? Heeft ze hierdoor misschien ingezien dat een gemeenschappelijke rekening beter kon worden stop gezet?

Functioneren lukt me al heel de week nauwelijks. Alles doet pijn. Er rest niets meer. Ik moet 'gewoon' aanvaarden dat ze uit mijn leven is, met mij niets meer te maken wil hebben, zelfs niet meer op papier. Ik besta niet meer voor haar.

Ik sta alleen. Met niemand nog enige betekenisvolle band. Enkel nog minder dan part time mama zijn. Nog maar eens word ik daar met mijn neus, met heel mijn wezen op gedrukt.
Ik moet alleen verder.

De pijn van binnen groeit alleen maar aan.

dinsdag 10 februari 2015

Lachgas

Na een vriendenbezoekje en een begrafenis krijg ik de droefenis niet meer van me afgeschud. Alles in mij doet pijn. Een heel weekend vechten tegen de tranen. Dertien kilometer wandelen, ploeteren eigenlijk, door de modder onder een grijze dichtgetrokken wolkenhemel. Tranen met tuiten huilen en telkens weer proberen om mijn aandacht te richten op de weg. Al mijn zintuigen aanspreken om los te komen van de zwaarte binnen in.

Mezelf zover gebracht om contact met anderen te zoeken. De voorzichtige adviezen aan mijn cliënten indachtig, zelf proberen om het isolement te doorbreken.
Mijn dochters gebeld. De ene in Zwitserland, de andere in Roemenië. Geen van beide bereikbaar. Mijn zoon lijkt van de aardbodem verdwenen. Twee vriendinnen via Skype trachten te bereiken. Niemand antwoordt.
Dan mijn moeder. Ik kan geen woord meer uitbrengen aan de telefoon. Ze komt langs. Praten over de nichtjes en neefjes. Van binnen drukt het blok mijn hart en luchtpijp  dicht. Maar het biedt afleiding. Ik kom de zondagnamiddag door.
's Avonds even van de wereld door een crimi op TV.


Een crisisinterventie in een bedrijf. De tweede zelfdoding op nog geen maand tijd. De eerste maal een schok voor het team. Nu reageren de mensen gelaten. Over de eerste wordt nog nauwelijks gesproken. Zo snel lijk je vergeten.
Men was niet verrast. De persoon in kwestie had aan verschillende collega's laten weten dat hij een doe-het-zelf euthanasiepakket besteld had op het internet. Actief bestanddeel: lachgas. Zou pijnloos zijn.
Zo eenvoudig is het.
Het verwart en het intrigeert terzelfdertijd.
Is het echt nodig om door te gaan als er uit stappen zo eenvoudig kan zijn?
Ik duw het weg.
Mijn kinderen. Ik heb voor hen gekozen.

Straks cliënten. Ook zij rekenen op mij.
Doordoen. Volhouden.





zaterdag 7 februari 2015

Explosie

Het is alsof iets in mij helemaal open scheurt als ik na een gezellige avond plots door de gastvrouw vastgepakt wordt voor een spontane warme knuffel.
Vechten tegen de tranen en voelen hoe alles in mij schreeuwt om ..om wat? Om haar.
Onbeholpen hijs ik me in mijn jas, helemaal onderste boven van de onverwachte uiting van affectie. Maar haar partner wil ook een duit in het zakje doen en drukt me tegen zich aan.

Mezelf met moeite in de hand houden. De sfeer van de avond niet willen bederven met overstromend verdriet.
Hele weken afstand houden van mensen, van gevoelens, van herinneringen die pijn doen. Gewoon functioneren. Door doen. Oppervlakkige, vluchtige contacten.
En dan onverwacht warmte ervaren en als een onder druk gezette bom exploderen.

Snel een bedankje en de auto in. Door tranen verblind nauwelijks de weg voor me uit zien. Gelukkig weinig volk op de baan.
Snikken dat pijnlijke hartkramp voortbrengt. Happen naar adem.

Tellen. Ademhaling regelen. Controle houden.

De autorit kalmeert. Dankbaar voor de warmte van het gezelschap. Praten over koetjes en kalfjes maar ook ruimte om hier en daar een kleine leuke herinnering aan mijn vrouw op te halen. Even niet moeten doen alsof ik geen leven voor mijn vijftigste had. Dat ik toen meer dan mama was.

De vermoeidheid slaat toe. In bed ervaar ik de troost van de knuffel die mijn vrouw heeft achtergelaten. Het hondje dat ik voor haar moest vasthouden als ze eventjes uit bed ging. De belofte van 'voor altijd' indachtig klem ik het in mijn hand en val uitgeput in slaap met het beeld van haar ogen die naar me lachen op mijn netvlies.

vrijdag 6 februari 2015

Geheime aanbidder?

En al nieuws van je geheime aanbidder?
Mijn maag draait in de knoop. Mijn keel snoert toe.
Sinds ik vorige week maandag een geschenkpakketje voor mijn deur vond zonder kaartje of enige verwijzing en ik na twee dagen, puur uit nieuwsgierigheid en de wens om de schenker te kennen en te bedanken, een foto ervan op facebook gezet heb, vindt men het nodig om er van uit te gaan dat er iemand rond loopt die wel een oogje op me zou kunnen hebben.
Soms schertsend, soms een tikkeltje jaloers. Waarom gebeurt hen dit nooit?
Soms ook met de, toch wel verregaande conclusie - gezien het brave holgoed dat in het pakje zat -   dat ik blijkbaar wel nog enige fysieke aantrekkingskracht op anderen uitoefen.

Het koelt wel zonder blazen was mijn eerste gedachte na de eerste weinig subtiele reacties maar ondertussen blijven mensen me wel herhaaldelijk vragen of ik nog niet weet van wie het geschenkje afkomstig is. Spannend toch? Romantisch toch?
Neen dus.
Er zijn evenmin andere pakjes toegekomen. Dus neen, ook geen stalker.


En ik verwacht niet meer dat iemand zich na twee weken nog bekend maakt. Het interesseert me zelfs niet meer. Ik zit niet te wachten op iemand die zich op een toch wel slinkse manier in mijn leven wurmt. Ik mis mijn vrouw en heb enkel nood aan vertrouwde mensen die me een beetje nabij willen zijn.
Ik zit niet te wachten op vluchtige aantrekking om dan weer gedumpt en afgedankt te worden.
Het verlangen van mijn lichaam, de nood aan intimiteit en affectie kan niet zo maar gestild worden door een vreemde passant die anoniem wenst te blijven.


woensdag 4 februari 2015

Leeg

Leeg.
Leeg van binnen. Leeg rondom mij.
Mijn living en keuken ontmanteld omwille van verfwerken. Alles klinkt hol. Alles ontdaan van wat nog wat illusie van huiselijkheid gaf.

Ik voel me verloren in de van alle gezelligheid ontdane ruimtes. Thuiskomen van lange intense werkdagen in de leegte.
Me afvragen waarom ik in hemelsnaam heb toegezegd om dit te laten gebeuren. Terzelfdertijd weten dat ik die kans moest aangrijpen.
Het plafond diende nog hersteld te worden. Na een lek in de badkamer - ondertussen meer dan twee jaar geleden - werd het ontsierd door blazen afschilferende verf.
In de living diende een kapotte luster vervangen te worden waardoor een zestal bevestigingsgaten van de oude overbleven en een opgehoogde koepel in de keuken liet resten  isolatiemateriaal bloot liggen.

Toen ik een paar maand geleden op een etentje bij vrienden hier iets over vertelde was een schilder, een vriendin van de vrienden, aanwezig.
Toen zei ik al schertsend dat ik op haar ook nog wel eens beroep zou moeten doen.
Maar de energie en de goesting ontbrak om er werk van te maken.
Tot ze twee weken geleden  plots zelf belde. Ze had een gaatje in de agenda voor een paar kleine binnenwerkjes. Of het uit kwam ...
Ik heb toegezegd. Het moet er toch eens van komen.


De leegte van mijn woonomgeving weerspiegelt de leegte binnen in mij. Eenzaamheid die als een blok op me valt als ik na een hele dag werken, praten, zoeken en omgaan met mensen de ruimte binnen kom.
Alles in mij schreeuwt om haar, om armen om me heen, om een knuffel, om me met heel mijn lichaam te kunnen over geven, om thuis te komen, om eventjes te horen dat zij - iemand ? - van me houdt.