woensdag 29 april 2015

Psychic surgery

Ze had het voorgesteld tijdens de vorige sessie. Inspelend op mijn beschrijving van de zwaarte, het blok van wanhoop en verdriet dat mijn ribbenkas plat drukt en me vaak de adem beneemt. Dat zich enkel wat lijkt op te lossen na een ontladende huilbui.

Psychic surgery. Een actieve Reiki-techniek waarbij ze dit blok uit mijn lijf zou verwijderen. Als ik dat wil?
Tja. Ik kon er mij niets bij voorstellen. Hoe kan je een gewaarwording 'wegsnijden' uit iemand? Wat blijft er over van me als het er niet meer is? Nu al voel ik na een huilbui voornamelijk leegte, voel ik me uiteenvallen.

Maar mijn nieuwsgierigheid is geprikkeld. Wat is ze van plan?

Als ik maandagavond na een eerste drukke en hectische werkdag bij haar binnenval zit het  weer tot in mijn keel.
Na een weekend waarin ik me hopeloos verloren voelde, me enkel bijeenrapend om niets te laten merken aan mijn dochter die zuchtend aan stageverslagen werkte, maakt het me even niets uit wat ze doet.
Ik heb niets nieuws te zeggen. Ik heb al een hele dag voor een groep gepraat. Ik heb enkel nood aan thuis komen en een paar armen om me heen. Maar die zijn er niet.


Ik moet plaats nemen op een kruk. Mijn ogen richten op een voorwerp. Ik kies een azuurblauwe knikker die met andere kleine objecten bevestigd is op een stuk schors. Vermoedelijk een of andere creatieve uitspatting van mijn therapeute.

Ze vraagt wat ik wil opgelost zien na het gebeuren.
Ik wil vooral het immens gevoel van alleen zijn, van eenzaamheid kwijt.
Of ik wil ontvankelijk zijn voor de boodschap die me gaat doorgespeeld worden?
Ja, waarom ook niet.
Ze nodigt me uit mijn handen open op mijn schoot te leggen.
En of ik me wil gronden. Mijn voeten stevig op de grond, mijn zitvlak voelend op de kruk.
Het eerste lukt me niet echt. De onrust van binnen en de drang om mijn tenen te krullen beletten me mijn voetzolen stevig op de grond te ervaren. Als ze zwarte steentjes onder mijn voetzolen legt gaat het al wat beter.

De intieme gewaarwording van de hand van mijn vrouw in de mijne wisselt af met deze van een mollige, ietwat plakkerige kinderhand. Beelden van mijn kinderen toen ze klein waren, wandelend met hen en mijn vrouw langs de zee. Klimmend naar een bergtop. De hand die me mee optrekt als ik een moeilijke pas moet nemen. Hand in hand liggend op ons picknickmatje na een wandeling.
Herinneringen aan intens fijne momenten. De tranen rollen over mijn wangen. Alles in mij mist.


Achter mijn rug voel ik dat ze bewegingen maakt. Haar adem wordt zwaar en hoorbaar.
Als ze zich voor me verplaatst raak ik gefascineerd door de gestes die ze maakt. Als in trance beweegt ze, zonder me aan te raken, haar grijpende handen van mijn romp naar zich toe waarna ze in een haast gooiende beweging iets lijkt weg te werpen.
Ik bedenk dat ze een mooie vrouw is.
Ik roep me zelf tot de orde. Het is de bedoeling dat ik me focus op het blok in mij, niet op de vormen van mijn therapeute.

Dan beslist ze dat het genoeg geweest is. Dit vergt duidelijk heel wat energie van haar.
Het huilen ...of 'de ingreep'?...heeft me alvast wat lichter gemaakt. Ik voel me moe maar rustiger.
Ze nodigt me uit op de tafel. 'Klassieke reiki'.
Of ik een boodschap gekregen heb? ...
Oei, helemaal vergeten.

Het doet goed om te liggen in haar nabijheid. Ik voel de warme zorgzaamheid waarmee ze me omringt. Haar zachte aanrakingen. Haar bezig zijn met me en haar aanwezigheid doen deugd.
Haar gelaatstrekken stralen betrokkenheid uit en dat op zich werkt helend.

Op het einde vraagt ze of er iemand bij me was?
Het verwart. Ik heb vooral haar aanwezigheid heel bewust en lichamelijk ervaren.
Ze bedoelt duidelijk iets anders.
Ik moet wat aandringen voor ze aangeeft dat ze een engel naast me gewaar werd tijdens de sessie. Dat die er was om me verder te gidsen. Dat ik niet alleen was. Maar ze kon niet te pakken krijgen wie het was.
Ik weet niet wat ik hier mee aan moet. Engelen? Meent ze dit nu?
Na twee  cliënten die in engelen geloven en hier bijna bovennatuurlijke krachten uithalen, is zij de derde op rij die me in de laatste weken van het bestaan en de heilzaamheid er van probeert te overtuigen.

Ze vraagt me uit een bundeltje engelenkaarten één blind te trekken. Kwestie van achter de 'identiteit' van mijn engel te komen?
Allez, vooruit dan maar.
Ik trek Mihr.  Volgens de kaart de engel van de relaties, van de liefde, van de vriendschap.

Ik word kwaad. Probeer ik al maanden mijn weg te vinden zonder relatie, zonder liefde.
Ik laat mijn frustratie horen. Toch beweert ze hem - is een engel niet mannelijk? -  naast me gevoeld te hebben. Hij gaat met me op weg.

Ik geef het op. Ik zie wel wat er komt.
Of ik volgende week een sms'je wil sturen? Hoe het met me gaat? Als ik aangeef waar ik dan ben kan ze me van op afstand energie toe sturen.
Ik bedwing me om mijn wenkbrauwen op te trekken en mijn ongeloof te laten merken.
Ze meent het oprecht. En dat doet in ieder geval een aangename warme gloed door me heen trekken.
En de idee dat ze dan op dat moment even aan me zal denken is me alvast wel genegen.


Mihr : Bedenkt dat God alles voorbeschikt en liefde brengt waar die ontbreekt, opdat u die vinden zult

zaterdag 25 april 2015

Roccafiore Todi


Haar gezicht staat op onweer als ik de hotelkamer binnenkom. Ze is verwoed aan het zoeken tussen haar toiletspullen. Onwillekeurig speur ik mijn geheugen af. Heb ik soms iets van haar gebruikt dat ik vergeten ben terug te leggen?
Wat zoek je?
Het  kettinkje is zoek geraakt. Het kleinood heeft een gouden hangertje met inscriptie. Vi To, Deens voor 'wij twee'.  Een liefdesverklaring aan mijn vader jaren geleden geschonken op Valentijn. Jaar en dag heeft hij dit gedragen. Sinds zijn overlijden slaapt ze er elke nacht mee.
En nu, zo ver van huis, is het spoorloos.
Heel de kamer doorzoeken. Ze is overtuigd dat ze het op de tafel gelegd heeft. Of misschien op haar boek op het nachtkastje. Het kan bijna niet anders of het moet gevallen zijn. Misschien heeft de poetsvrouw het met de stofzuiger onbedoeld opgezogen.
Haar zo overstuur zien raakt een broze snaar.

Italië. Al drie dagen in vreemd gezelschap. Praten over wijn, eten, kleding en 'sjakossen'. Nieuwe ontmoetingen, veel indrukken. De prachtige natuur van Umbrië doet me wegdromen. Het jeukt om mijn wandelschoenen aan te trekken en met de hond door de bossen en wijngaarden te trekken.
Zorgvuldig elk gevoelig onderwerp uit de weg gaan. Het gezellig houden. Hierbij geholpen door het  aanbod aan boeiende workshops en de opgewekte stemming van de andere gasten.
Eén emotionele uitschieter. Een aangeboden lichaamsmassage doet toch weer de tranen over mijn wangen rollen. De herhaalde vraag van de masseuse of het wel OK is brengt me opnieuw bij de les. Het ligt niet aan de vaardigheid van haar handen.

Samen zoeken door haar spullen.  Tot ze het plotseling treft in een hoesje onderaan haar valies. Ze herinnert zich niet dat ze dit in haar handen heeft gehad.
Haar stem breekt. 'Ik mag niet wenen, ik mag niet wenen'. Maar de spanning moet er uit.
Ik neem haar in mijn armen. Een vreemd gevoel.
Dit doen we nooit.
Normaal huilt ze nooit.
Maar ze laat het gebeuren en kalmeert.
Bij mij stormt het van binnen.
Gauw even de badkamer in om wat op te frissen, want beneden staat het aperitief al klaar.

Castiglioni del lago

 
 Orvieto

woensdag 15 april 2015

Demonen


Ik moet tegen haar blijven praten. Niet stoppen met praten.
De angst klinkt door in haar stem. Ik krijg niet duidelijk wat er gebeurt. Waar ze bang voor is.
Ik sta in mijn keuken met natte handen van de vaat. Doodongerust.
Ze fluistert bijna. Dat ik moet blijven praten...dat hij komt. Ze hoort hem. Wie komt?

Dan een bijna dierlijk gegrom. Ik hoor haar telefoon vallen en dan enkel maar haar ademhaling. Zwaar en gejaagd. Ze antwoordt niet meer.

In paniek loop ik naar de buren. Of het buurmeisje even op de kinderen kan passen? Ze zijn nog te klein om ze alleen te laten. Ik kan ze niet mee nemen want ik weet niet wat ik zal aantreffen.

In een rotvaart naar Aalst. Gelukkig heb ik de sleutel. Angst klopt in mijn keel als ik binnen ga.
Ze zit in elkaar gedoken tussen de chauffage en de deurstijl. In een oogopslag zie ik de wonden op haar borsten. Haar T-shirt hangt enkel nog met het tricotboordje rond haar nek. De rode striem die zich aftekent laat het geweld zien waarmee het shirt is stuk getrokken. Haar slipje is gescheurd. Bloed in haar gezicht en krabwonden op haar bovenbenen en borsten. Ze staart voor zich uit met wijd open ogen en lijkt me zelfs niet op te merken.
Onwillekeurig speur ik de studio rond. Er is niemand anders. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik doe toch maar de deur op slot.

Ik ga naar haar toe en roep haar naam. Ze schermt zich af, doodsbang. Wat is er gebeurd?
Ik blijf tegen haar in praten. Ik haal haar handen weg die niet stoppen in haar borsten te nijpen en te krabben. Haar blik verandert.  Haar romp recht zich waardoor ze nog eens zo groot lijkt. Woest en dreigend. Waanzin.
Ik word kwaad. Stop er mee. Ga weg. Ik moet het herhalen, en nog eens nadrukkelijker en dan...
Ze zakt weer in elkaar. Lijkt van me weg te willen kruipen. Ze jammert en begint wanhopig met haar hoofd tegen de muur te slaan.
Ik probeer het te beletten. Moet al mijn kracht aanwenden om haar tegen te houden. Ik neem haar in mijn armen en masseer haar verkrampte lichaam dat zich maar heel langzaam lijkt te ontspannen.
Ik installeer haar met de kussens van haar bed op de grond. Ik verwijder de resten van haar kleren. En was en dep haar hele geteisterde lichaam. Ik blijf herhalen dat het over is. Het is voorbij. Ze is veilig nu. Ze kruipt met een kinderlijk gelukzalige glimlach tegen me aan. Rolt zich in een bolletje en valt met de duim in de mond op mijn schoot in slaap.

Mijn hart blijft nog lang in mijn keel bonzen. Mijn benen slapen onder het gewicht van haar slapende lijf.


Ik ontwaak door tintelende benen, opgejaagd en angstig met de herinnering aan de herbeleving van mijn vrouw. Een van de vele keren dat ze gedemoniseerd werd door de vele trauma's die ze heeft meegemaakt. Gevochten om haar messen afhandig te maken waarmee ze zichzelf of de daders zou gaan aanpakken. Soms bewusteloos voor mijn ogen neerzakkend. Uren met haar gewandeld als ze op de vlucht was.

Nu reik ik naar haar in bed. Maar ze is er niet. Verdriet maakt zich van me meester.

maandag 6 april 2015

Pasen

Onrust giert door mijn lijf. Bezig blijven om niet weer te huilen.
Weekend betekent al zo lang 'even niet meer voort razen op het ritme van een overvolle agenda' maar evenzeer leegte en eenzaamheid.
Een namiddagje shoppen met mijn dochter valt in duigen. Net voor we vertrekken realiseert ze zich dat ze had beloofd om samen met haar medeleidsters het chirolokaal op te kuisen.
Zucht.
Mama komt maar op de zoveelste plaats, na de vrienden, de liefjes, verplichtingen voor de school en misschien nog wat andere dingen.
Perfect normaal voor jonge mensen.
Mama is beschikbaar als je ze nodig hebt, omgekeerd zijn zij beschikbaar voor zovele anderen.

's Avonds staat een ziekenbezoek gepland.
Een paar uur voordien komt echter het berichtje dat de chemo de zieke helemaal geveld heeft. Het bezoek komt nu even niet uit.

Proberen niet af te glijden in zelfmedelijden.
Nuchter bedenken dat alleen leven nu eenmaal betekent dat niemand nog echt op jou zit te wachten.
Dan maar poetsen.
Mijn praktijk leeg halen en de kurk helemaal in de hars zetten.
Twee jaar geleden deed ik dat voor het laatst met mijn vrouw. 's Avonds opgetogen over het resultaat en voldaan zoals zo vaak als we samen klusjes deden.
Nadat ze vertrokken is kwam ik er niet meer toe om dit te doen.
Ondertussen is de kurk op verschillende plaatsen behoorlijk afgesleten. Het was dus hoognodig.

Achteraf pompaf en gefrustreerd. De tranen zijn op.  Geen energie meer om de meubels alleen weer op hun plek te zetten.
Gebarricadeerd tussen zetels, stoelen, tafels en planten dan maar voor TV ploffen. Even van de wereld proberen zijn.

Pasen zonder Paasontbijt. Geen prettige spanning meer als huisgenoten de chocolade en andere attenties vinden. Geen feestelijk gedekte tafel met licht gekookte eitjes en verse broodjes.  Geen kus en knuffel met warme Paaswensen.

Dan maar met de hond gaan wandelen. De zon brengt even wat soelaas.
Een warme douche om me op te peppen voor een souper met de zussen en mijn moeder.
Lekker eten en luisteren naar al het wedervaren van mijn disgenoten.
Verwonderd dat mensen zich druk maken over een kleedje of een handtas.
Het blok draait diep in mijn borst.
Opgelucht als ik eindelijk naar bed kan. Weer een dag voorbij.