zondag 29 september 2013

Zee-hondenwandeling

De gewaarwording van haar lippen op de mijne wekt me uit een slaap die nu eens langer dan een paar uur geduurd heeft. Een vertrouwd gevoel. 's Morgens, een kusje en 'dag schatje, ik ga beneden al thee zetten, ik heb dorst'.
De confrontatie met de lege plaats naast mij roept gelatenheid op. Niets voelen is blijkbaar het enige alternatief voor ondraaglijk scherpe pijn.  Ze is er niet meer. Maar elk plekje, elke vezel in mijn lichaam herbergt herinneringen aan aanrakingen. Een waaier aan zachte, stevige, prikkelende, speelse, verstrooide, plagerige, meer of minder intense belevingen. Elk lichaamsdeel dat door mijn aandacht vlindert roept wel iets op. Ik ben bang voor de dag dat zelfs dit misschien vervaagt en er niets meer overblijft.
De sensatie op mijn lippen blijft de hele dag hangen. Ik betrap mezelf er op dat ik ze lik en er vaak met mijn vingers langs strijk.

Vandaag een wandeling in De Haan gepland. De jaarlijkse zee-hondenwandeling. Een vriendin had voorgesteld om mee te gaan met haar hond maar belde gisteravond laat af. Het is de derde keer op rij dat zij of haar man afhaken. Het geeft een wrang gevoel.
Na enige aarzeling dan maar alleen vertrokken. Een massa volk en tweeduizendzeshonderd honden ingeschreven. Een aparte sfeer en prachtige rashonden.
Gek hoe je je tussen zoveel volk zo alleen kan voelen.
De natuur, het mooie weer en de drukke wirwar van viervoeters bieden wel wat afleiding. Tussen al die honden maar twee op te merken van hetzelfde ras als mijn hond. Dus hun baasjes snel nieuwsgierig naar zijn leeftijd, afkomst en hoe hij is. Vluchtige, snelle anonieme contacten. Niemand weet hoe het van binnen met je gesteld is. Oppervlakkig gezwets dat de tijd doet passeren. En toch merken dat de vriendelijke vragen ergens deugd doen, je eventjes uit je cocon halen.
Elf kilometer bos, duinen, strand en dijk verder ben je terug aan het startpunt. Het zit er op. De vermoeidheid slaat toe maar ik moet nog een uur alleen terug naar huis rijden.

Honger. Ik maak wat spaghetti klaar. Een voordeel van stevige wandelingen is dat mijn hongergevoel al een paar keer terug te voorschijn is gekomen. Geen blijvertje maar bewegen helpt dus duidelijk wel.

Een berichtje van mijn dochter met haar vluchtgegevens. Ze komt morgen thuis. Dit voelt vreemd. Toen na mijn vrouw, eerst mijn oudste, dan de jongste en tenslotte mijn zoon vertrokken - zij het de kinderen wel omwille van werk of vakantie - leek het alsof zich van binnen iets afsloot. Door wat er gebeurd was leek niets meer zeker. Niets dat zei dat ze terug zouden komen. Het was een afscheid en ik heb dan ook niet afgeteld of uitgekeken naar het moment dat ze opnieuw thuis zouden komen. Een van dag tot dag leven. En nu opeens het bericht dat ze er morgen terug is. Even maar om  's anderendaags al naar Gent, naar school en haar kot te vertrekken.
Ergens een besef dat ik, als de kinderen terug zijn op de een of andere manier uit mijn cocon zal moeten komen, dat ik de confrontatie met de rauwe eenzame realiteit weer moet aangaan en de rust van het terugtrekken in mijn gedachten zal moeten verlaten. Het maakt me bang.


vrijdag 27 september 2013

Wandelen

Een midweek Moezelstreek met twee vriendinnen en een oudere dame.
Nauwelijks geslapen en ik voel me ellendig als ik al mijn spullen bijeen zoek om te vertrekken. Het lukt me maar moeilijk om alles wat georganiseerd te krijgen. Als ik uiteindelijk bij mijn gezelschap thuis aan kom moet ik al mijn moed bijeenrapen om aan te bellen en wil ik het liefst rechtsomkeert maken. Een vriendin ziet hoe ik er aan toe ben en een gemeende knuffel stuwt de zwaarte in mijn borst naar buiten. Een fikse huilbui later  ben ik dan toch klaar om te vertrekken en kennis te maken met de dame die ons vergezelt.
Driehonderdvijftig kilometer rijden langs onbekende en heuvelachtige wegen. Dit is iets waar ik normaal niet happig op ben, wat zelfs angst oproept.
Mijn gemoedstoestand heeft hier evenwel een vreemd effect op. Het verdriet en het gemis aan enig toekomstbeeld nemen elk angst gevoel weg.
Het doet er niet meer toe. Vorige week ben ik al twee maal de Brusselse ring op gegaan zonder neiging tot paniek op de brug van Vilvoorde. Het is alsof de grootste ramp al is geschied, al wat zich mogelijks zou kunnen voordoen is peanuts tegenover wat zich reeds in mijn leven heeft voltrokken.
.

De eerste weken na haar vertrek heb ik behoorlijk wat risicogedrag gesteld. Volkomen verdwaasd of huilend de straat of de baan op, half hopend dat een of andere chauffeur je naar Sint Pieter stuurt zodat je de pijn niet meer hoeft te voelen.
Pas toen ik eens ternauwernood een fietser kon ontwijken heb ik mezelf gerealiseerd dat ik geen mensen  wil meesleuren in mijn ellende en heb ik hier een stop aan gezet.

Als ik net over de grens tegen gehouden wordt en een boete met onmiddellijke inning krijg voor overdreven snelheid is er de gespletenheid van opkomend verdriet en diepe onverschilligheid. Er zijn ergere dingen.

Uitgeput toegekomen. Een ruime mooie accommodatie en een prachtig uitzicht houden de belofte in van een aangenaam verblijf. Eenmaal uitgepakt rustig een babbeltje en iedereen vroeg naar bed. De slaap wil niet komen. Ik mis haar hier enorm. Veel beelden en herinneringen aan gezamenlijke vakanties in Duitsland. Hoe zij ook kon genieten van de natuur. Een boodschap van een vriend dat zij het nu goed stelt met haar nieuwe vriendin  of zo als ze het zelf recent aan iemand gezegd heeft ' in de liefde alles dik, dik, dik in orde' blijft als een pijnlijk scherp brandmerk in mijn huid en mijn wezen gloeien.

De volgende ochtend gaan wandelen met een vriendin. De andere twee willen een ochtend met een boek of een spelletje doorbrengen. De wandeling brengt rust. Een veelheid van kleuren en geluiden. Ik merk ze op. Ze trekken mijn aandacht. De verrukking die ik anders ervaar als ik wandel door een bos, iets wat zij deelde met mij, die is er niet. Het is zien zonder glans, gewaarworden zonder intensiteit. Maar op dat ogenblik is dat OK voor mij.
Mijn vriendin toont mij een kever. Pikzwart. Het flitst door me heen dat hij anders dan de kevers die je normaal ziet,  een kever is zonder schakeringen. Geen blauwige of groen-paarse nuances afhankelijk van hoe je hem bekijkt of hoe het zonlicht valt. Gewoon dof zwart. Het wemelt daar van deze matte beestjes.

Mijn gezelschap is lief en geeft me de ruimte om mezelf te zijn. In de namiddag in het zonnetje buiten een boek lezen. De hond vastgebonden aan een lange lijn mee in de tuin. Als een vriendin naar buiten komt wil hij enthousiast naar haar toe lopen. Hij sleurt me mee en ik sla hard achterover met de stoel. Mijn hoofd en mijn rug gekwetst en de armleuning van de tuinstoel afgerukt. Ik heb niet veel nodig om me weer een heel hoopje ellende te voelen. De pijn in mijn rug zal het hele verblijf aanhouden.
Telkens opnieuw zoeken om me te herpakken, om zelf ook aangenaam gezelschap te zijn voor de anderen. Een klein plagerijtje. Proberen iets van mezelf op te duiken dat anderen van mij kenden toen ik nog genoot van het leven, gelukkig was met  haar, mijn gezin, met mezelf.
Ze appreciëren het. Ze laten merken dat ze blij zijn dat ik er bij ben. Dit maakt me warm en dankbaar.

Een fijne babbel met de oudere dame. Jong weduwe geworden. Nog steeds gemis aan haar partner na drieëntwintig jaar. Zichzelf rechtgehouden door de zorg voor haar toen achtjarige jongste zoon.
Ze toont zich erg betrokken en ondanks mijn brandende ogen doet het gesprek deugd. Ik heb er zelf alleen nog geen enkel idee van waar ik mij aan moet of kan aan op trekken.

's Nachts maar het bed uitgekomen na een paar slapeloze uren, met de hond buiten naar de sterrenhemel turen. Ik realiseer me dat dit iets is dat mijn vrouw ook vaak deed als ze in een moeilijke periode zat. Toen was slapeloosheid iets wat ik totaal niet kende. Nu lijkt het een vast gegeven in mijn leven te worden.
De volgende ochtend een crash. Een vriendin vangt me op, wiegt me, troost me. In haar armen kan ik me even laten gaan.

Na nog twee dagen van wandelen, terrasjes doen en zelfs lekker eten terug naar huis. Blij om weer in mijn vertrouwde omgeving te zijn, blij dat ik mee mocht, dat ik zo'n fijne mensen ken.

zondag 22 september 2013

Gay tour

Nog half soezerig draai ik me om en vlij ik me tegen haar warme lichaam. Mijn hand omvat de hare die met het hondje in de vuist op haar buik ligt. Ik voel de deining van haar ademhaling. Ze piept zachtjes als ze uitademt en in reactie op mijn beweging draait en krult ze zich naar me toe  Een gelukzalig en vertrouwd ervaren. Ergens iets in mij dat zegt dat het niet klopt. Ik probeer mijn ogen te openen. Dit lijkt heel erg tegen de zwaartekracht in te gaan.
Mijn ogen zien de lege plek naast me. Mijn lijf ervaart een andere realiteit. Verwarring. Vlug terug de ogen sluiten. Nee, ...het is vier uur in de ochtend en ik ben plots klaar wakker.
Het wordt een terugkerend scenario. Nachten waarin ik mij oplaad aan wat enkel nog herinneringen zijn en dan de confrontatie met het gemis en de leegte.

Vandaag is het anders. Als de verwarring opklaart is er een zekere gelatenheid. Geen scherpe pijn. De volgende uren enkel een soms wegdoezelend besef van 'ze is er niet meer'.
Om half acht dan maar opstaan en na een vlugge check van mails en FB aan de huishoudelijke klusjes beginnen. Ik betrap me er zelf op dat ik meezing met Sarah Bettens. Tegen tien  uur naar het stadscentrum, nu vast van plan om wat kleren te kopen die beter passen. En ja, ik vind er zo waar.

In de namiddag met de hond naar Brussel. Vrij impulsief ingetekend op een wandeling, een zogenaamde gay-tour, georganiseerd door de  dienst diversiteit - zeg maar holebidienst - van de overheid.  Ik ken er niemand en heb vlak voor het vertrek al honderd en een redenen om niet te gaan. Ik bijt door.
Vierentwintig mensen, voornamelijk koppels en een kleurrijke, licht geschifte dame als gids.
Deze laatste ziet wandelen voornamelijk als een '10 stappen vooruit en 10 minuten staan luisteren' gebeuren.
Waar ik, net als de anderen, aanvankelijk geamuseerd ben door de heftigheid waarmee ze zichzelf, haar ideeën rond holebi's, daklozen en gedetineerden promoot,  zorgt het lange staan al snel voor stekende pijn in mijn rug.
Dus blij met een pauze en iets gaan drinken. Ze vertelt in een sappig Brussels over de wandelingen die ze gidst samen met thuislozen. Een deelneemster erkent de meerwaarde hiervan en vult aan dat ze bij de VDAB in Brussel met ervaringsdeskundigen werken bij vormingen. Dit wordt altijd heel positief ervaren.  De pijn schiet door me heen. Ze heeft het vrijwel zeker over mijn vrouw.
Ik probeer me wat te richten naar het gezelschap aan mijn andere zijde. Een vrouw vertelt hoe ze nog maar één week werkt, dan voor vijftien maanden loopbaanonderbreking neemt  en met haar vrouw een reis door een deel van de wereld maakt. Om andere horizonten op te snuiven. Ze ontvouwt haar plannen en heeft er duidelijk zin in. De rest van het gezelschap is eenduidig. Je moet het nu doen, nu het nog kan.
Van binnen stormt het weer. Al mijn plannen zijn weg, niet meer realiseerbaar. Dromen zijn stuk. De toekomst één zwart gat. Het heden opvullen van tijd. Enkel nog herinneringen om op te teren.

Het laatste stuk van de wandeling kan ik het niet meer opbrengen om naar de zichzelf herhalende dame te luisteren en is het opnieuw een gevecht om me goed te houden.
Opgelucht als ik op de trein zit en dat ik mijn tranen kan laten gaan. Maar even rust want straks met vrienden naar het toneel in Antwerpen.




vrijdag 20 september 2013

Teamdag

Ik heb er lang over getwijfeld want ik ervoer mijn energiepeil als ondermaats maar de sms'jes van collega's en het telefoontje van mijn baas hebben me over de streep getrokken. Ze hebben me er graag bij. En.. ik wil hen niet teleurstellen.

4.30 a.m. een sms'je. Ik lig nog half in slaap als het geluid me onmiddellijk alert maakt. Is zij het?
Ik kijk en merk dat mijn oudste dochter in Zürich me vraagt om dringend mijn jongste in Zuid-Amerika te bellen. Pure paniek van binnen. Wat is er aan de hand?
Ik probeer een aantal keer vergeefs het nummer dat ze door gaf. Ik bel dan maar naar Zwitserland. Wat is er aan de hand? Ze weet het niet. Ze heeft zelf een sms'je gekregen en haar nog niet kunnen bereiken.
Na nog een drietal pogingen eindelijk connectie. Opluchting als ik merk dat ze weliswaar ongerust is over een paar voor haar onverklaarbare lichamelijke symptomen maar dat er niets ernstig aan de hand is. Het is duidelijk dat ze even geen rekening heeft gehouden met het tijdsverschil van zes uur.
Ik stel haar gerust en beloof een afspraak bij de dokter te maken op de dag dat ze terug in België. De dokters in Paraguay vertrouwt ze toch niet zo en trouwens...hoe expliceer je zoiets in het Spaans?

De spanning heeft het laatste restje slaap verdreven en ik maak me dus maar klaar om te vertrekken.

Ik word opgepikt door een collega in Aalst. Ze is opgewekt en ze heeft er zin in. Blij dat je er bij bent. Ik knik en luister de hele weg naar verhalen over perikelen met stagiaires, over het nieuwe, ondertussen zesde kleinkind en over de dochter die gisterenavond thuis kwam uit Marokko - ze was er toch niet gerust op geweest dat zo'n jong iemand met haar vriend naar zo'n land ging. Meer dan af en toe knikken en mmm, hoef ik niet in te brengen.
Hoe ze er toe kwam weet ik niet meer. Ze vertelt over haar man en hoe die weinig vertelt. Je ziet aan zijn gedrag wel dat er iets is maar je hebt er het raden naar wat. Ze spekt het met voorbeelden. Maar ja, als je elkaar al zo lang kent weet je wel wat je aan elkaar hebt en dan maak je je daar niet meer druk over he?

De druk in mijn borst neemt toe. Ik slik en probeer de stress met mijn ademhaling te controleren.

Na een uurtje worden we gastvrij onthaald bij een andere collega die haar huis ter beschikking stelt van het team. Een prachtige omgeving. Wat we anders nooit doen...er wordt gekust. Een warme begroeting, lieve woorden en blikken. Een krop in de keel en tranen die nauwelijks terug te dringen zijn. Ik vraag gauw naar het kleinste kamertje. Bedenk dat het misschien toch niet zo'n goed idee was om hier aan mee te doen. Ik ben hier nog niet sterk genoeg voor.

Twee collega's hebben de dag op een fantastische manier voorbereid. Een ludieke opener en een aangename werkvorm om tot gezamenlijke teamdoelstellingen te komen. Ik doe mijn best om mee te denken. Af en toe dwalen mijn gedachten af. Na een uurtje slaat de vermoeidheid al toe. Ik forceer me om te blijven luisteren en reageren. Het blok is opnieuw en pijnlijk aanwezig. Als er tijdens een korte pauze gezellig gekeuveld wordt over de kindjes en man- of vrouwlief lukt het me nog nauwelijks om me goed te houden.
Ik sleur me door de rest van de voormiddag. Een gevecht met mezelf. Ik weet weer waarom ik ziekteverlof gevraagd heb. Mijn lijf en mijn hoofd lijken het geen dagdeel vol te houden.

Als afsluiter had men voorzien dat we in team zouden koken. Iedereen had ingrediënten moeten meebrengen. Een onmogelijke combinatie. Het was op voorhand onduidelijk wat men daar mee wou fabriceren.
Een collega en ik dienen ons te ontfermen over het hoofdgerecht. Geen recept. Improvisatie dus. Mijn collega  waant zich geen keukenprinses en meet zich onmiddellijk de rol van sous-chef aan. Er is pasta dus ik bekijk welke groentjes ik kan combineren voor een begeleidende saus. Na een kwartiertje staat alles te pruttelen. Even wat onzeker. Gaat het gesmaakt worden?
Het praktisch bezig zijn biedt afleiding.
Bij het eten is iedereen vol lof over de saus. Het doet deugd. En dan...een onverwacht cadeautje. Ik was er niet op mijn verjaardag. Weg alle goede voornemens ...de tranen zijn niet meer te stoppen.
Mijn ogen en mijn hoofd doen pijn en ik wil het liefst gewoon verdwijnen. Opnieuw alles in mezelf aanspreken om het verdriet en de vermoeidheid terug te dringen.

Op de terugweg vraag ik zelf naar de vakantie-ervaringen van mijn collega. Zolang ze praat kan ik rusten.
Als ik overstap in mijn eigen wagen kan ik uithuilen. Toch wel blij dat ik ben mee geweest. 

donderdag 19 september 2013

Vervreemding

De dochter van een vriendin heeft haar gezien, hand in hand met een vrouw aan het station. Op het ogenblik dat hun blikken elkaar troffen heeft ze de vrouw losgelaten en de andere kant opgekeken.

Mijn vriendin vertelt het verontwaardigd als om aan te geven dat mijn kwaadheid meer dan gerechtvaardigd is. Ik had haar net, helemaal overstuur nog, na een woelige nacht het relaas gedaan van het telefoontje gisteren.

We zijn in een wellnesscenter. Een gratis inkom naar aanleiding van mijn verjaardag deel ik met twee vriendinnen. Een dagje pogen om te relaxen.  Ik heb alvast een boek mee.

Als we een drankje nuttigen in de bar word ik naar het onthaal geroepen. Er dient iets geregeld te worden. Is  er iets mis met de promotie bon?
Ik word een lichaamsmassage aangeboden. Een verjaardagscadeautje van mijn vriendinnen. De waterlanders zijn er weer.

Ik lig op de tafel. Ik realiseer me onmiddellijk dat het dezelfde ruimte is als waar we samen onze eerste massage kregen. Ik lig op haar plaats.
De handen kneden vaardig en stevig mijn lichaam. Het is alsof ik vervreemd naar mezelf kijk en het onderga. Het is niet onaangenaam. Ik ervaar de afstandelijkheid en de gewaarwording maakt plaats voor de herinnering aan hoe zij mijn lichaam masseerde en verkende.
De handen van de masseuse glijden langs mijn benen en waar zij ze zedig op tijd terug haalt beleef ik hoe 'zij' verder glijdt, prikkelt, plaagt. Hoe zij niet alleen haar handen maar heel haar lichaam inzet om mijn huid te beroeren en me in vervoering brengt.

Mijn lichaam ontspant zich maar het gevoel van vervreemding blijft. Het voelt niet slecht eerder raar.

Naakt zwemmen, zweetdruppels langs mijn huid voelen parelen,  de bubbels van de jaccuzzi die pompen tegen mijn rug en een uitgebreide scrub brengen me weer meer in contact. Langzaam komt er rust. Ik trek me wat terug met mijn boek.

Tijdens het eten merk ik dat ik het kan opbrengen om aanwezig te blijven in het gesprek. Zij blijft continu aanwezig in mijn gedachten maar het geeft even geen onrust meer. Mijn vriendinnen zeggen dat ik er goed uit zie. Geniet je er van? Ik beaam het om hen niet teleur te stellen. Het is goed. Niet meer dan dat. Ik ben blij dat ik hier naar toe gekomen ben. Intens genieten, me helemaal overgeven, me echt goed voelen...misschien komt dat ooit nog wel terug?

woensdag 18 september 2013

Wanna dance the night away

Het stormt van binnen.

Na een dag van relatieve rust. Alleen thuis na een weekend in een druk maar gezellig kakelend gezelschap leek er zich de hele dag een deken van deugddoende verdoving  over mij te spreiden.
Maar sinds gisteren roert het blok zich opnieuw. Diep gemis en de confrontatie met opgewekte reacties van haar op FB op anderen, alsof er niets aan de hand is, zijn als woeste messteken in een al gepijnigd lichaam.

Ik dwing mezelf om verder te werken aan een verslag. Focussen, me met andere dingen bezig houden.
In de namiddag op gesprek bij mijn therapeute. In de auto op weg er naar toe zingen The Mavericks 'wanna dance the night away'. Het verdriet nog scherper aanwezig. Hier hebben we zo vaak op gedanst. Ik voel haar armen en haar lichaam nog tegen me aan. Het verlangen om getroost te worden blijft pijnlijk hangen tijdens de sessie. Wie kan troost bieden? Ik ben op mezelf aangewezen. Mijn rechterhand blijft nerveus de trouwring om en om draaien.
Toch ervaren dat je er mag zijn, een uurtje, met je verhaal, je pijn en wanhoop doet deugd. Een korte opmerking 'ik wil je blog wel lezen' bij de afronding en je hart schiet vol.
Anderhalf uur in de file bij het naar huis rijden. Het is alsof heel je huid haar aanwezigheid en aanrakingen voelt.  Gevaarlijk misleidende troost.

Terug thuis telefoon van een vriend. Hij had al een paar weken geprobeerd om haar te bereiken en vandaag was het hem gelukt.
Ze was heel gewoon aan de telefoon. Ze vertelde hem dat we een andere visie hadden op de aanpak van de kinderen en over geldbesteding. Over een andere relatie geen woord. Ze zou op een ander moment wel eens meer tijd nemen om hem haar versie te geven. Maar ja, natuurlijk was ze nog bereid met hem samen te werken. De afspraak dan maar vastgelegd.

Moeilijk te beschrijven wat er in mij omgaat. Mijn maag lijkt  voortdurend vervaarlijk te schommelen in mijn romp. Vlagen van misselijkheid. Zwaarte die zich naar buiten stuwt om na een huilbui plaats te maken voor een leegte die nieuwe malaise met zich mee brengt. Pijn, woede, wanhoop, zin om dingen stuk te maken...

Ze gaat verder met mensen. Ik ben de paria. Professioneel de mond vol over mensen kansen bieden. Maar degene die dertien jaar met haar haar leven gedeeld heeft die wordt gedumpt, die kent ze niet meer, die krijgt zelfs geen kans tot gesprek, die mag geen deel meer uitmaken van haar leven.
Met moeite bedwing ik de neiging om hier uit te halen naar haar. Ik wil kwetsen, raken, schoppen, pijn doen.

Zelfs in mijn slaap blijft het door razen. Mijn bed is een ravage als ik wakker word. Migraine duwt mijn oogbol naar buiten en ik start de dag met een wazig zicht op de omgeving en een half singelend aangezicht.

maandag 16 september 2013

Een weekend regen

Een heel weekend onder mensen . Vijfenzestig vriendelijke en opgewekte mensen.
Het weer belooft niet veel goeds. Regen, regen en nog eens regen. Gelukkig is mijn uitrusting hier op voorzien. Mijn twee wandelbroeken, een jekker en stevige stapschoenen zijn bestand tegen veel water.
Het bijeenzoeken van mijn bagage houdt me vrijdagochtend bezig waardoor ik even mijn verdriet wat kan loslaten.
Pas als alles ingeladen is en een vriendin die  meerijdt aanbelt slaat het besef van alleen zijn, alleen op uitstap gaan zonder haar opnieuw in alle hevigheid toe. Het blok plaveit zich zwaar over mijn borst.
Stilletjes tijdens de heenreis. Geen probleem want mijn gezellin praat aan één stuk door.

Installeren in een ruime en mooie hotelkamer voor twee. Alleen...ik ben alleen met de hond. Sukkelen met het opzetten van de veel te zware bench . Gelukkig krijg ik hulp.
In de bar bij een drankje. We zijn bij de eersten die arriveren. Een voor een komen de clubleden binnen waaien. Bijna letterlijk voortgestuwd door de wind en de regen die buiten met bakken uit de hemel komt vallen.
Leuk weerzien. Een enthousiaste begroeting. Niemand laat merken dat er iemand aan mijn zijde ontbreekt. Weten ze het? Wat weten ze?
Aan tafel worden nieuwtjes uitgewisseld. Het programma van het weekend overlopen. Iedereen lijkt er zin in te hebben. Een avondwandeling als eerste verkenning van de omgeving. Het is donker en het blok is drukkend aanwezig. Ik luister naar de ervaringen van een getormenteerde oma die het opstandig gedrag van haar tienerkleinkind onbegrijpelijk pijnlijk vindt. Het is donker en ik ben blij dat ze in het vuur van haar verhaal de tranen die over mijn wangen stromen niet kan zien.
Als we aankomen heb ik me zelf weer even onder controle. Ik vlucht naar mijn kamer en huil me zelf in slaap.

's Anderendaags al vroeg aan het ontbijt na amper een paar uurtjes verkwikking. Mijn tafelgenoten zijn blijkbaar ook vroege vogels en de ervaring van hun warme knuffel als begroeting  doet het van binnen knappen. Ik duw het weg.
De ontbijttafel is rijkelijk voorzien van een variatie aan brood, koffiekoeken en beleg. Iedereen is vol lof over de service en het aanbod. Mijn gezelschap geniet duidelijk van het eten. Ze gniffelen over 'de mannen' die rijtje schuiven om een eitje te bakken. Voor sommigen lijkt dit inderdaad niet zo'n vertrouwde handeling.
Ik luister en probeer mee te praten.
Een moeizame gespletenheid. Jezelf observeren en toespreken om aanwezig te blijven in het gesprek. Belangstelling tonen. En binnen in je roept, schreeuwt, smeekt een stem om een teken van haar. Heel je lijf voelt de nood om in haar armen gewiegd, getroost en gestreeld te worden. Om te ervaren dat de realiteit een illusie is, dat wat is niet echt is.


De wandeling gaat door de duinen. De omgeving is prachtig. De regen striemt langs je wangen. De capriolen van de hond zijn een dankbare afleiding en geven stof voor korte gesprekjes met wisselende medestappers.
In de namiddag ga ik niet meer mee. Mijn lijf geeft het op. Na bijna negen kilometer wandelen voel ik de vermoeidheid mijn lichaam neer halen. Ik pruts de hele namiddag op mijn kamer wat met het fototoestel en zoek op de laptop of zij online is. De uren en de stilte brengen wat verdoving.

's Avonds een quiz. De vragen prikkelen. Samen met het toegewezen team is het zoeken naar antwoorden. En dan ...muziek. Weinig gegadigden om te dansen. De liedjes raken een reeds trillende snaar. Dansen, in haar armen. Zij leidt, zij grapt en laat me helemaal achterover in haar armen rusten.
Dansen was iets van ons samen. Mensen keken graag naar ons als we een boogie, een jive of mambo dansten. Nu nooit meer?
Zij zou de boel hier wel op gang trekken, mensen op de dansvloer krijgen.

Zondagochtend iets beter uitgeslapen. Ik besluit met de hond een strandwandeling te maken. De anderen gaan shoppen of aperitieven. De zon schijnt en het geluid van de golven maakt me rustig en terzelfdertijd spreidt het blok zich loodzwaar over mijn borst en buik.
De hond leeft zich uit. Hij rent, dolt en rolt zich door de schelpen, Het is hij en ik.

Een telefoontje van een vriendin. Ze was mijn verjaardag vergeten. Gaat het met jou? Het blok stuwt zich naar buiten en ik rond vlug het telefoontje af. Mijn lichaam schokt en een lading pijn en verdriet moet er uit. Niemand kent me hier. Het blijft stromen om tenslotte...de hond lijkt uitgerend. Hij komt dichter bij me lopen. We zijn bijna terug aan het hotel.

Ik verfris me even vooraleer ik me naar de bar begeef. Ha, je bent terug. Zet je er bij. De hartelijke begroeting doet deugd.  Voorzichtig spreken een paar mensen me aan over haar. Ze is graag gezien, ze wordt gemist en ze zijn geschokt door de breuk. Ze willen er toch iets over zeggen, niet onverschillig lijken. Ik ween maar ben dankbaar voor hun discrete meeleven.
Ik blijf welkom in de groep. Ze wensen me het beste. Het komt wel goed.

Na de middag neem ik afscheid. Er is nog een bezoek aan een museum gepland en dat is niet haalbaar met de hond. Mijn reisgenote beslist om met me mee te gaan. Verweesd laad ik de auto in. Het is gelukkig niet druk op de baan en na een uurtje ben ik thuis. Binnenkomen doet rust over me neerkomen. Hier is het veilig. Hier hoor ik thuis. Haar foto staat er nog.  Een warmte spreidt zich over het blok van binnen.

vrijdag 13 september 2013

Keeping up appearances

Niks. Helemaal niks. Zelfs geen eenvoudig sms'je. De hele dag heb je FB gecheckt, je gsm bij de hand gehouden. Gehoopt.
Maar... Je bestaat niet meer voor haar. Ze heeft voor een andere vrouw gekozen. Een ander leven.

Je hebt zin om brokken te maken. Om pijn te doen. De hond moet het ontgelden. Hij druipt af.

Een vlugge lunch in de stad met je moeder en zussen. Ze zijn lief voor je. Je bent dankbaar voor hun aandacht.
Het eten smaakt niet maar je zegt toch dat het lekker is. Het ligt niet aan het eten.

Een uitnodiging om ook 's avonds bij je moeder te gaan eten en achteraf naar de film te gaan. Je brengt het niet op. De confrontatie met gezelschap dat mee gaat durf je niet aan. Nu geen vragen.


Een telefoontje van een vriendin. Teleurgesteld in anderen die je niet hoort zelfs al zegt een stemmetje je dat je zelf ook niet sterk bent in bellen.
Skypen met je dochters. Ze stellen het goed daar in het verre buitenland. De jongste heeft haar resultaten: geslaagd. Ook je zoon is er tegen zijn verwachtingen in op alle afgelegde examens door. Dat is goed.

Mensen reageren enthousiast als ik het op FB laat weten. Super zo'n nieuws op je verjaardag. Ja. Je verstand erkent dit. Het gevoel zegt niets.

Bewuste strategie. De kinderen vinden het maar niets als er op FB dingen gepost worden die iets zeggen over hoe je je  voelt. Dat hoeft niet iedereen te weten. Dus enkel maar neutrale of positieve boodschappen. Keeping up appearances.

De dag is gepasseerd. Even van de wereld door een spannend boek en Tony Soprano. De nacht brengt rust.

Nu inpakken. Me klaarmaken voor een weekendje met de wandelclub. Straks in de drukte van een hele bende. Een intrusie door mijn cocon.

Je wil het aangenaam houden voor je gezelschap. Je bent vast van plan om je in te spannen om mee te babbelen. Te luisteren naar wat ze ook maar te vertellen hebben. Lachen, mee keuvelen. Je sterk bewust dat je anders mensen gaat verliezen. Is dat al niet aan het gebeuren? Sommigen hoor je al niet meer.
Mensen houden niet van treurend gezelschap. Ze willen lichtvoetig en opgewekt gebabbel.
Je hebt een vluchtweg naar je kamer als het teveel wordt. Single geboekt voor een ongewilde single.

donderdag 12 september 2013

Taser

De zwaarte in mijn borst is al de hele dag pijnlijk aanwezig. Ademen doet pijn. Zuchten om iets van die zwaarte naar buiten te krijgen.

De was op plooien, met aandacht voor elke beweging, elk pluisje, elke tekening in de stof.
De vaatwasser leeghalen. Elk stuk bewust in mijn handen nemen en bekijken.
Ik zoek hoe ik los kan komen van de scherpe realiteit van vandaag. Ik ben jarig en de vrouw die ik lief heb zal er voor het eerst in dertien jaar niet zijn om samen te vieren.

Vorig jaar viel mijn verjaardag tussen een ziekenhuisopname en een fantastische trip naar Budapest. Mijn vrouw had deze laatste samen met mijn zussen georganiseerd. Het was een verrassing voor mijn vijftigste verjaardag.
Het was even spannend geweest. Het had er even naar uit gezien dat de citytrip niet zou kunnen doorgaan toen ik onverwacht moest opgenomen worden. Sedert het begin van de zomervakantie had ik pijnaanvallen. Alsof men met een taser recht door de huid van mijn rug schoot. Sporadisch begonnen om dan steeds vaker spelbreker te zijn. Een vermoeden van een tumor in mijn darmen of longen werd gelukkig snel door onderzoek weerlegd. Een hernia zat op de verkeerde plaats. Verdict: een geblokkeerde zenuw.
Toen op een bepaald moment de aanvallen niet meer leken te stoppen was een opname onafwendbaar. Na drie dagen, medicatie en een pijnlijke behandeling later was de pijn draaglijk en ik blij dat ik terug naar huis kon.
De kriebelingen die over mijn ruggengraat lopen en een sporadische pijnscheut zijn wat er vandaag nog overblijft met behulp van medicatie.

Budapest was fantastisch. Samen met haar, mama en mijn zus genoten van de prachtige architectuur, lekker eten, mooie uitzichten en een luxe appartementje alleen voor ons twee. Ondanks de pijn verliefd en dankbaar voor wat we samen hadden.
Toen nog onbewust van de beslissing die ze driekwart jaar later zou nemen.


Vandaag tegen beter weten in hopen dat ze ook iets laat weten. Zou ze aan mijn verjaardag denken?
Een warm gevoel als ik merk dat haar zoon en haar nichtje me een gelukkige verjaardag wensen.
Als ik zie dat zij online is wacht ik. Er komt niets.

Bij de post verjaardagskaartjes en een brief van de rechtbank. Een oproeping om te verschijnen. Ze heeft het verzoekschrift neergelegd. Ik breek.



woensdag 11 september 2013

Therapie

Zeven telefoontjes op de twintig minuten dat ik bij de dokter binnen was. Ik slaagde er niet in  om tussen de oproepen en het snikken door uitgelegd te krijgen waarom ik nood had aan een poosje ziekteverlof. Ergens had ze het toch begrepen want voor ik het goed door had lag al een uitgeprint ziektebriefje voor mijn neus. Ze knikte me vriendelijk toe en drukte me op het hart om zeker een 'vertrouwelijk' mee te brengen als ik zou terug komen voor verlenging, kwestie van in orde te zijn met de mutualiteit. Een beetje verweesd knikkend ging ik naar buiten. Het drong niet direct door waar ze het over had.

Toch opluchting achteraf. Ik moet niet meer. Ik moet niet meer voortdoen, werken en me sterk houden. Ik kan gewoon thuis blijven en mijn wonden likken.

Geen idee hoe het verder moet maar daar wil ik nu even mijn hoofd niet over breken. Het blijft een van dag tot dag verhaal.
Mensen lijken me moed te willen inspreken door te zeggen dat ik tijd moet nemen. Dat tijd wonden heelt. Jammer genoeg ben ik te vaak getuige geweest van pijn en verdriet om een troostend effect te kunnen ervaren van dergelijke clichés.

Ja, soms zie je dat na verloop van tijd een nieuwe ontmoeting troost biedt, de belofte in houdt van nieuw geluk. Maar al te vaak ben ik ook geconfronteerd geweest met oud zeer, heel oud zeer zelf. Verdriet en leegte die na jaren nog schrijnen. Alleen gedragen omdat de wereld nu eenmaal verder draait. Ondanks oppervlakkige tijdsinvulling, hobby's en ogenschijnlijk normale contacten toch steeds aanwezig.

Op dit moment zie ik me zelf niet openstellen voor een nieuwe liefde. Zou zelf niet weten waar ik die moet opduiken.
Mezelf weer helemaal geven zoals ik me 100% gegeven heb in mijn relatie en huwelijk met haar? Opnieuw durven vertrouwen in een duurzame band? Het lijkt me zo compleet onwaarschijnlijk.

Om negen uur lig ik in bed, compleet uitgeput. Morgen kan ik voor de eerste keer zelf op gesprek. Een uur dat ik kan praten zonder me na een tijdje te moeten realiseren dat ik al lang aan het woord ben, dat ik ook eens moet vragen hoe het met mijn gesprekspartner is.


Bij het wakker worden is het zware blok al weer onmiddellijk pertinent voelbaar en krijg ik nauwelijks iets binnen bij het ontbijt. Pas dan realiseer ik me dat ik de avond voordien zelfs niet gegeten heb. Het was nochtans een vast voornemen om geen maaltijden over te slaan. Niet makkelijk als je geen enkel hongergevoel meer kent.

Ruim op tijd bij de therapeute. Een vriendelijk gezicht en de tranen komen. Ze laat me vertellen. Een rustige aanwezigheid. Ze zegt niet veel. Ze laat het van mij komen. Maar ik weet het niet. Ik weet het niet meer. Goed dat je thuis blijft en rust neemt. Je moet verzorgd worden nu. Ik begrijp het niet, er is niemand meer om voor me te zorgen. Ze zwijgt.


Volgende week zie ik haar terug

dinsdag 10 september 2013

Thuis...oef

De gewaarwording van haar lippen op de mijne. Warmte verspreidt zich over mijn hele lichaam. Geheime plekjes hunkeren. Ik vlij me tegen haar aan...Ik word wakker van het geluid van mijn eigen stem die schreeuwt. Een lege plek naast mij. Stekende hoofdpijn. Ze is er niet. Ze is er niet meer.


De vermoeidheid houdt me nog een paar uur in bed. Slapen is er niet meer bij. Bij het wekkersignaal hijs ik me uit bed, vast van plan om de ochtendtaak aan te pakken.

Vanavond ga ik naar de dokter. Voor de eerste keer in mijn leven ga ik vragen om een tijd niet te hoeven werken. Gaat ze hier in mee gaan?  Ik kan niet meer. Ik heb het geprobeerd. Structuur houden, gaan werken, mijn gedachten op iets anders zetten, onder mensen komen, bezig blijven. Het put me uit.

Het maakt me wel bang. Ga ik niet helemaal afglijden? Wat is het alternatief? Me blijven voortslepen? Er is het besef dat ik mensen teleurstel. Men schatte me sterker in. Ik schatte mezelf sterker in.

De kinderen zijn ver weg. Elk op verkenning in een ander stukje van de wereld. Er zullen veel uren zijn van alleen zijn.
Het is goed zo. De eenzaamheid van binnen wordt nu niet minder door gezelschap. Drie maand tracht ik al mezelf aan te zetten tot regelmatig contact met anderen. Iets gaan eten, naar de kermis, naar een voorstelling, naar de zee. Om telkens na een uur of twee volslagen uitgeput te zijn, te verlangen naar mijn huis, naar de rust van mijn eigen bed.

Misschien dat ik straks het fiat krijg. Dat ik mag thuis blijven, dat het niet meer hoeft. Oef.


maandag 9 september 2013

Chatten

Deze ochtend iets meer uitgeslapen toch maar gaan werken. De huisarts stond immers volgeboekt dus geen gelegenheid om haar vandaag nog te zien.
Een team van enthousiaste verpleegkundigen leggen een tiental zware casussen ter bespreking voor. Ik dwing mezelf om mijn aandacht bij hun vragen te houden.
Een spontaan dank je wel van een teamlid voor mijn steun bij een persoonlijk project breekt even door mijn pantser. Ik slik het door. Professioneel blijven.

Mijn gedachten zijn bij mijn zoon. Straks zet ik hem op het vliegtuig naar Singapore. Dan ben ik een maand lang helemaal alleen thuis.
Een week geleden zag ik hier nog tegen op. Nu plooi ik me meer en meer terug in mijn cocon. Ik ben moe.

Mijn vrouw is online. De spanning in mijn borst stijgt. Ergens zit zij net als ik voor de PC. Chatten met anderen? Onbereikbaar voor mij. Ik pruts met de chatfunctie. Nog nooit eerder emoticons of meeps ingevoerd. Ik kies er één uit die vervaarlijk zijn tanden laat zien. Ik wil het effect bekijken en shit...dat is onmiddellijk verzonden. Mijn hart klopt in mijn keel. Gaat ze reageren? Ik wacht...geen reactie. Een paar minuten later is ze niet langer online.

Ik bedenk dat ik vandaag nog maar eenmaal kort heb geweend. De tranen zijn op. Een begin van herstel? Niks voelen is beter dan pijn hebben.

Morgen weer een dag.

zaterdag 7 september 2013

Woest

Vanochtend vroeg mijn jongste afgezet op de luchthaven. De tweede die vertrekt. Richting Paraguay, het avontuur en haar vriend tegemoet. Een jaar lang moesten ze het stellen met Skype en een enkel telefoontje. Na een uitwisselingsjaar en drie maand verblijf bij casa mama had ze immers afscheid moeten nemen van het liefje. Verbaasd had ik gemerkt dat de jongelui een heel jaar contact bleven houden. En vandaag was het eigenlijk zo ver. Het budget bijeen gespaard met vakantiewerk, een ticket geboekt en nu op weg. Een onbezorgde vakantie tegemoet. Even weg van de drukkende stemming thuis. Het is haar gegund. Het zal haar goed doen.

Op de terugweg bedwing ik nauwelijks mijn tranen. Mijn zus, gelegenheidschauffeur van dienst, laat horen dat ze begrijpt dat ik het heel moeilijk heb maar wordt het niet eens tijd dat...
Ik geef aan dat ik het niet meer weet. Collega's hebben me de hele week laten verstaan dat ik best een tijdje thuis blijf kwestie van wat tot rust te komen. Geen goed idee, vindt mijn zus. Dan heb je geen reden meer om uit je bed te komen. Ik reageer sceptisch. Ik zie me zelf nog niet in bed blijven liggen, ik lig daar al uren te turen.
Nee, je kan beter bezig blijven. Je focussen op je werk, met andere dingen bezig zijn, niet meer denken aan haar.
Voorzichtig probeer ik in te brengen dat het dubbel is voor mij. Ik ben blij als ik een paar uur kan opvullen door naar het werk te gaan. Me dwingen me te concentreren op het werk, me opgewekt tonen,  social talk met collega's en het wegduwen van het verdriet van binnen kosten me evenwel enorm veel energie.  Binnen in mij stapelt de spanning zich dan op. Het blok - hoe leg je zo iets uit aan een ander - wordt zwaarder en groter, vult dan heel mijn borstkas en stuwt zich naar mijn keel.
Als ik niet wil crashen waar anderen bij zijn moet ik vluchten. Eens buiten het bereik van bekende blikken kan ik me overgeven aan het verdriet en de vermoeidheid en huilen.
Thuis blijven en rust nemen of verder vechten en blijven werken? Waar haal ik de kracht om te blijven vechten?

Hoe lang mag je rouwen? Is drie maand er over? Ben ik aan het zwelgen in mijn verdriet zoals mijn moeder zegt?  Vragen waar ik niet uit kom.

Maar ik merk dat binnen in mij een woede opwelt, telkens mensen nog maar voorzichtig insinueren dat ik door moet gaan. Voor hen lijkt dit in te houden dat ik mijn vrouw naar het achterplan schuif - ze is het niet waard, ze heeft voor een ander gekozen, ze heeft je bedrogen - mij op mijn werk gooi en allerlei - op dit moment voor mij onzinnig lijkende - activiteiten ga doen.

Laat mij gerust, schreeuwt het dan in mij. Laat mij met al mijn verdriet. Het lijkt voor anderen zo evident dat je je na een relatiebreuk gewoon weg verzoent met de realiteit. Ander en beter.
De momenten thuis, verzonken in eigen gedachten en herinneringen of wanneer het lukt, in een spannend boek, geven nog het meest iets wat lijkt op rust, maken dat de pijn iets minder schrijnt.

Ik schrijf het van mij af. Geen antwoorden maar ik zie wel hoe ik elke dag weer door kom.
Nu even plat in de zetel, de ogen sluiten en me overgeven aan de vermoeidheid. Straks kan ik weer een paar uur verder.






donderdag 5 september 2013

Hondje

De wekkerradio begint iets voor zes uur veel te luid te spelen om me na een rusteloze korte nacht aan te manen op te staan. Het besef van de lege plek naast me snijdt vlijmscherp door me heen. Ik grijp het pluche hondje dat me al die tijd 's nachts al tot troost geweest is. Bijna dertien jaar lang is mijn vrouw in slaap gevallen met deze knuffel in haar hand.
Indertijd geplaagd door nachten vol nachtmerries en demonen gaf ik haar het beestje in een poging om geruststelling te bieden. Ook als ik eens een zeldzame nacht van huis was, was dit voor haar een bevestiging van mijn liefde voor haar.
Ze heeft er nooit meer afstand van genomen. Het moest overal mee. Als het per ongeluk tussen de plooien van de lakens was terecht gekomen of ze het om een andere reden niet kon vinden moest en zou er eerst gezocht worden, anders kon ze de slaap niet vatten.

Twee dagen nadat ze vertrokken is vond ik het toevallig achter het bed. Nu heeft ze het niet meer nodig.
Voor mij is het momenteel nog een stukje van haar aanwezigheid.


Ik voel me lichamelijk en geestelijk een wrak maar de plicht roept. Een tas thee, een boterham, een kiwi om het gezond te houden en een half uur later ben ik op weg naar Leuven. Een poging doen om me te concentreren op een boek om de tijd te doden. Maar in Aalst kijk ik al uit of ze niet op het perron staat. Ik weet nochtans dat ze zelden zo vroeg naar Brussel moet, maar je weet maar nooit...

Ze staat er niet en...de tranen wellen op. Realiseren dat na maandag er geen enkele reden meer is om elkaar te zien. Tot we binnen een tweetal maand voor de rechtbank moeten verschijnen.

Een verstandstemmetje wil laten verstaan dat dit misschien het beste zo is. Dan kan je verwerken, afstand nemen, loslaten,  berusten, verder gaan, .
Heel mijn lichaam en mijn gevoel wil hier niet in mee. Ik kan, wil niet aanvaarden dat zij geen deel meer uitmaakt van mijn leven.
De tranen stromen. Gelukkig geen bekenden op de trein en de man voor me doet zijn uiterste best om weg te kijken.
Een deel van het zware blok en de pijn van binnen is opgelost als de trein het station van Leuven binnen rijdt. Ik concentreer me op mijn ademhaling, vast van plan om me de rest van de dag te focussen op het werk. Een vergadering in de voormiddag, een vergadering in de namiddag.

Een opgewekte bende collega's. Sommigen zien elkaar voor het eerst terug na een deugddoende vakantie. Ik begroet hen en wimpel vragen van hen die ik al een tijd niet meer zag af door de bal terug te kaatsen. Een saaie agenda. Zou zij ook al op het werk zijn? Zij is meestal nadrukkelijk aanwezig op vergaderingen, nooit verlegen om haar mening te geven, de toon te zetten of  er wat ambiance in te brengen.
Ik forceer me om te blijven luisteren. Merk dat ik me erger aan wat er voorgesteld wordt. Een drang om eventjes op FB te gaan. Zien of ze online is. Ik beheers me.

Na drie uur vergaderen compleet uitgeput. Het innerlijke beven dat al zachtjes door mijn lichaam resoneerde toen ik het bed uit kwam, is nu nadrukkelijk aanwezig. Ik kan het niet meer onderdrukken. Op het toilet even bekomen. De collega's staan al te wachten om iets te gaan eten. Aan tafel vrolijk gekwebbel. Ik dwing mezelf te eten.  Gelukkig is het vandaag voor één keer best eetbaar. Stevige winterkost op een uitzonderlijk hete septemberdag.
Het lukt me niet meer mee te babbelen. Het dringt niet meer door. Ik ga alvast naar de vergaderruimte. Een collega komt me achterna. Ze heeft het gemerkt. Haar warme bezorgde blik zet de kranen open. Ga naar huis, dit is niet goed. Een knuffel, God, dit red ik niet.

Ik neem mijn spullen en vlucht naar het station. Daar kan ik alles laten stromen. Niemand kent me hier.

woensdag 4 september 2013

Rollenspel

Gespleten. Ik hoor mezelf anderen oppeppen. Begripvol reageren op de pijn en de frustraties van mensen. Opgewektheid veinzen om anderen een hart onder  de riem te steken.

Ik speel een rol. Van binnen is de leegte constant aanwezig. Eenzaamheid. Een stille kreet om haar aandacht.
Een hele nacht geen rust gevonden. Luisterend naar elke wagen die de straat in reed. Zou ze...
De gsm naast mijn hoofdkussen wachtend op een sms'je dat niet komt.
Weten dat wachten geen zin heeft en toch wachten.
Weten dat je moet slapen om de dag aan te kunnen maar de slaap komt niet.

De vrouw voor me weent. Het blok van binnen roert zich. Ik duw het weg en zoek met haar naar wat troost kan bieden. Ze lacht. Ik ween zonder tranen.

Een boterham omdat het moet. Mijn maag protesteert. Even pauze om me dan weer te focussen op de ellende van anderen. Omdat niemand het verdient om te lijden. Heel vaak door ingrijpen van anderen.

Wie komt er straks? Verhalen van anderen bieden afleiding, steun kunnen bieden geeft nog een restje zin.

Ik adem om in evenwicht te komen. Om het volgende uur aan te kunnen. Om even niet te voelen.

dinsdag 3 september 2013

Dat is het dan

Het is gebeurd. Een verzoekschrift in vijf exemplaren getekend. Bevend maar in het volle besef dat ze me geen andere optie laat.

Mijn hart leek uit mijn lijf te bonken toen ze, een paar minuten na zeven, aanbelde bij het CAW en naar de wachtzaal begeleid werd. De hele dag had ik me voorbereid op dezelfde koele afstandelijke houding als toen ze twee maand geleden haar spullen thuis kwam ophalen. Het vaste voornemen om me sterk te houden. Voor de eerste keer in maanden me wat opgemaakt en een halsketting om gedaan.

Ik schrik. Onverzorgd, vuile short, slippers en vette haren waar de snit al lang uit is. Niets voor haar. Ze kijkt me aan en vraagt of  het gaat, of ik liever heb dat ze in de gang wacht. Weg goede voornemens. Haar stem horen, zacht en aarzelend doet me van binnen breken. Ik krijg er geen woord uit en schud enkel van nee. Ze gaat naast me zitten, het hoofd naar beneden.

Gelukkig moeten we niet lang wachten en komt de scheidingsbemiddelaar ons halen. We gaan in stilte zitten. De formaliteiten. De gevraagde gegevens heeft de bemiddelaar goed ontvangen in haar mailbox. Ze heeft ze al verwerkt. Zijn er nog bedenkingen? Vragen?
Neen. Dan maar woord per woord het document doornemen. Naast elkaar aan het bureau. Elke vezel in mijn lichaam is zich bewust van haar aanwezigheid op nog geen armlengte afstand. Ik zou haar kunnen aanraken. Voelen. Flitsen van momenten van samen .... Ik hoor geen woord van wat er voor gelezen wordt. Als ze iets zegt roert het blok van binnen zich. Ik slik.

De bemiddelaar verwijdert zich. Alles kopiëren.

Ze vraagt hoe het met de herexamens loopt van de kinderen. En hoe mijn dochter het stelt in Zürich. Of ik steun krijg en hoe het zit met mijn gezondheid. Ik krijg weinig over mijn lippen. Antwoord kort om toch opnieuw een reactie te krijgen. Om haar nog even te horen en te herkennen. Niet meer de harde koude tante van de vorige contacten.
Ik vraag hoe ze het op vakantie gehad heeft. Ik weet dat ze met haar nieuwe vriendin in Frankrijk geweest is. Mooie streek, vertelt ze. Ze heeft daar gefietst. Het blijft in het midden of ze van haar vakantie genoten heeft of niet. Misschien ook mijn zaken niet meer.
Dan...'ik had nog geen relatie met haar toen ik wegging bij jou'. Iedereen denkt dat. Nu heeft ze dit wel.
Je was al langer verliefd, zeg ik. Ik verwijs naar de mails die ik na haar vertrek gevonden heb. Begin maart al deed je heel veel moeite om haar aandacht te trekken, heb je bewust gezwegen over het contact met haar, heb je achter mijn rug ge-sms't - gemaild - gebeld. Je hebt met vuur gespeeld. Al wat we samen hadden stond in de weg van contact met haar.
Dat je daar dan helemaal in vastloopt....

De bemiddelaar is terug.
Dan tekenen. Ik schuif de papieren eerst haar richting uit. Nog een sprankeltje hoop dat ze niet tekent. Een lichte aarzeling? Nee.
Ik verman me. Begin alle papieren te paragraferen maar als ik op het einde voluit moet tekenen beef ik. Ik kan dit niet. Ik moet.

Er ontbreekt nog een bewijs van woonst van haar. Dus zij wacht nog tot ze dit ontvangt en zal dan alles op de rechtbank neerleggen. Zij wil ook de kosten dragen want zij wil de scheiding. Zo eenvoudig is dat. Praktisch.

Een vriendelijke vraag : "kan ik nog iets voor jullie doen?" . Nee, ik kan niets bedenken. Dus betekent dat het einde van het onderhoud. Bedankt voor de correcte afhandeling.

We staan beiden buiten. Dat is het dan. Ik knik snel naar haar als ik voel dat mijn benen dienst beginnen weigeren, mijn oren suizen en heel mijn aangezicht singelt. Ik wil niet flauwvallen nu. Ik loop naar de wagen die gelukkig rechtover de deur geparkeerd staat. Zij verwijdert zich te voet richting centrum. Misschien wacht daar iemand op haar.

Verdriet, wanhoop, frustratie. In de auto hoort niemand je.

maandag 2 september 2013

Nog een paar uur

Ik loop de muren op. De spanning giert door mijn lijf. Vanavond ga ik haar terug zien. Twee maand heb ik geen teken van leven meer gehad van haar. Heeft ze mij, de kinderen, de hond en de katten helemaal uit haar leven weggeschreven.
Straks een afspraak bij de scheidingsbemiddelaar.
Ik word verondersteld het verzoekschrift te tekenen. De draft zat netjes in mijn mailbox deze week.
Alles in mij komt daar tegen in opstand. Mijn verstand en een heleboel goede raad van vrienden en familie geven aan dat ik moet door gaan .
Er is immers geen gesprek meer mogelijk. Ze moet me niet meer. Haar hoofd vol van een andere vrouw met wie ze op vakantie is geweest en bij wie ze nu officieus verblijft.
Redenen genoeg om de knoop door te hakken. Een huwelijk bestaat immers niet enkel op papier.
En, zo zeggen ze, nu wil ze niets. Enkel de persoonlijke spullen die ze meegenomen heeft. Ze kan zich altijd bedenken en het je alsnog moeilijk maken.

Een heleboel herinneringen counteren deze bedenkingen. Momenten van samen lachen, klussen, wandelen met de hond, samen in bad, in bed, in de zetel, in de duinen. Een romantisch etentje, in de bergen uitrusten na een stevige klim en genieten van het uitzicht, geen mens in de wijde omgeving...alleen wij twee.
Foto's die getuigen van gelukkig zijn, van topmomenten. Een dosis geluk die opgebruikt is?

Hoe gaat ze reageren? Even koel en afstandelijk als toen ze haar spullen kwam halen?
Hoe ga ik reageren? Ga ik mijn lichaam en emoties onder bedwang kunnen houden? Hoe moet ik haar aanspreken? Hoe gaat het me in hemelsnaam lukken om mijn handtekening op dat papier te zetten?

Van binnen hoop ik. Hoop ik dat ik iets van de vrouw van wie ik hou terug zie. Hoop ik dat ik me even kan warmen aan de illusie . Hoop ik dat ik wakker word uit deze nachtmerrie.
De herinneringen voeden de hoop. Het kan toch niet dat ik haar zo slecht heb gekend. Dertien jaar intens samenleven en dan ....

Maar wat dan met de realiteit? Ondertussen drie maanden zonder haar. Zonder een lief woord van haar, zonder uitleg, zonder ...

Nog een paar uur.

zondag 1 september 2013

Armani

Dan toch maar de wagen genomen en naar de winkel gereden. Als je ondertussen elf kilo kwijt bent wordt het hoog tijd om je garderobe wat aan te vullen. Je wordt er immers niet vrolijker van als je 's morgens voor de spiegel merkt dat je kleedje als een zak rond je lijf hangt, als je voor de zoveelste keer je broek naar omhoog trekt die ondanks de extra gaatjes in de ceintuur maar niet op zijn plaats wil blijven zitten.

Ik dwaal wat doelloos door de kledingzaak. Wat wil ik eigenlijk. Een broek? Een kleedje?
De vraag roept een golf van pijn en verdriet op die ik snel probeer weg te duwen.
Gisteren vertelde mijn zus me dat zij een remedie had die altijd werkt tegen een rot gevoel  . Een paar glaasjes cava of je zelf een cadeau doen . Wetende dat zij ook door een moeilijke periode gaat vroeg ik haar waaraan ze dan dacht. Triomfantelijk gaf ze aan dat ze daags voordien twee Armani handtassen aangeschaft had. En het waren geen goedkope. En ze voelde zich er niet schuldig over.

In stilte betwijfel ik of dit voor mij zou werken.
Maar goed, misschien moet ik mezelf gewoon een nieuw tenue gunnen. Ik loop door de rekken en merk dat er best leuke kleuren en prints in de najaarscollectie zitten. Dus toch maar een paar jurken meenemen naar de pashokjes. En een broek, welke maat moet ik nu nemen?
Met mijn armen vol trek ik me terug in het hokje. Eén voor één alles aangetrokken. Te groot, te nipt, te veel ruimte voor borsten die er niet meer lijken te zijn. Ik voel de tranen opkomen.
Ik wil niet opgeven. Terug de winkel in. De maat groter of kleiner blijkt er niet meer te zijn. Dan maar wat andere dingen uitgekozen. Terug kleren uit en passen.
Lang twijfelen over een kleedje. Mooie tekening, leuke snit, maar is het niet te lang? Toch wel een beetje duur als ik niet helemaal overtuigd ben.

Ik hang alles aan het rek en loop terug naar de auto. Het zal niet voor vandaag zijn. Het hoeft niet voor mij.
De tranen mogen komen.