zaterdag 7 september 2013

Woest

Vanochtend vroeg mijn jongste afgezet op de luchthaven. De tweede die vertrekt. Richting Paraguay, het avontuur en haar vriend tegemoet. Een jaar lang moesten ze het stellen met Skype en een enkel telefoontje. Na een uitwisselingsjaar en drie maand verblijf bij casa mama had ze immers afscheid moeten nemen van het liefje. Verbaasd had ik gemerkt dat de jongelui een heel jaar contact bleven houden. En vandaag was het eigenlijk zo ver. Het budget bijeen gespaard met vakantiewerk, een ticket geboekt en nu op weg. Een onbezorgde vakantie tegemoet. Even weg van de drukkende stemming thuis. Het is haar gegund. Het zal haar goed doen.

Op de terugweg bedwing ik nauwelijks mijn tranen. Mijn zus, gelegenheidschauffeur van dienst, laat horen dat ze begrijpt dat ik het heel moeilijk heb maar wordt het niet eens tijd dat...
Ik geef aan dat ik het niet meer weet. Collega's hebben me de hele week laten verstaan dat ik best een tijdje thuis blijf kwestie van wat tot rust te komen. Geen goed idee, vindt mijn zus. Dan heb je geen reden meer om uit je bed te komen. Ik reageer sceptisch. Ik zie me zelf nog niet in bed blijven liggen, ik lig daar al uren te turen.
Nee, je kan beter bezig blijven. Je focussen op je werk, met andere dingen bezig zijn, niet meer denken aan haar.
Voorzichtig probeer ik in te brengen dat het dubbel is voor mij. Ik ben blij als ik een paar uur kan opvullen door naar het werk te gaan. Me dwingen me te concentreren op het werk, me opgewekt tonen,  social talk met collega's en het wegduwen van het verdriet van binnen kosten me evenwel enorm veel energie.  Binnen in mij stapelt de spanning zich dan op. Het blok - hoe leg je zo iets uit aan een ander - wordt zwaarder en groter, vult dan heel mijn borstkas en stuwt zich naar mijn keel.
Als ik niet wil crashen waar anderen bij zijn moet ik vluchten. Eens buiten het bereik van bekende blikken kan ik me overgeven aan het verdriet en de vermoeidheid en huilen.
Thuis blijven en rust nemen of verder vechten en blijven werken? Waar haal ik de kracht om te blijven vechten?

Hoe lang mag je rouwen? Is drie maand er over? Ben ik aan het zwelgen in mijn verdriet zoals mijn moeder zegt?  Vragen waar ik niet uit kom.

Maar ik merk dat binnen in mij een woede opwelt, telkens mensen nog maar voorzichtig insinueren dat ik door moet gaan. Voor hen lijkt dit in te houden dat ik mijn vrouw naar het achterplan schuif - ze is het niet waard, ze heeft voor een ander gekozen, ze heeft je bedrogen - mij op mijn werk gooi en allerlei - op dit moment voor mij onzinnig lijkende - activiteiten ga doen.

Laat mij gerust, schreeuwt het dan in mij. Laat mij met al mijn verdriet. Het lijkt voor anderen zo evident dat je je na een relatiebreuk gewoon weg verzoent met de realiteit. Ander en beter.
De momenten thuis, verzonken in eigen gedachten en herinneringen of wanneer het lukt, in een spannend boek, geven nog het meest iets wat lijkt op rust, maken dat de pijn iets minder schrijnt.

Ik schrijf het van mij af. Geen antwoorden maar ik zie wel hoe ik elke dag weer door kom.
Nu even plat in de zetel, de ogen sluiten en me overgeven aan de vermoeidheid. Straks kan ik weer een paar uur verder.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten