maandag 16 september 2013

Een weekend regen

Een heel weekend onder mensen . Vijfenzestig vriendelijke en opgewekte mensen.
Het weer belooft niet veel goeds. Regen, regen en nog eens regen. Gelukkig is mijn uitrusting hier op voorzien. Mijn twee wandelbroeken, een jekker en stevige stapschoenen zijn bestand tegen veel water.
Het bijeenzoeken van mijn bagage houdt me vrijdagochtend bezig waardoor ik even mijn verdriet wat kan loslaten.
Pas als alles ingeladen is en een vriendin die  meerijdt aanbelt slaat het besef van alleen zijn, alleen op uitstap gaan zonder haar opnieuw in alle hevigheid toe. Het blok plaveit zich zwaar over mijn borst.
Stilletjes tijdens de heenreis. Geen probleem want mijn gezellin praat aan één stuk door.

Installeren in een ruime en mooie hotelkamer voor twee. Alleen...ik ben alleen met de hond. Sukkelen met het opzetten van de veel te zware bench . Gelukkig krijg ik hulp.
In de bar bij een drankje. We zijn bij de eersten die arriveren. Een voor een komen de clubleden binnen waaien. Bijna letterlijk voortgestuwd door de wind en de regen die buiten met bakken uit de hemel komt vallen.
Leuk weerzien. Een enthousiaste begroeting. Niemand laat merken dat er iemand aan mijn zijde ontbreekt. Weten ze het? Wat weten ze?
Aan tafel worden nieuwtjes uitgewisseld. Het programma van het weekend overlopen. Iedereen lijkt er zin in te hebben. Een avondwandeling als eerste verkenning van de omgeving. Het is donker en het blok is drukkend aanwezig. Ik luister naar de ervaringen van een getormenteerde oma die het opstandig gedrag van haar tienerkleinkind onbegrijpelijk pijnlijk vindt. Het is donker en ik ben blij dat ze in het vuur van haar verhaal de tranen die over mijn wangen stromen niet kan zien.
Als we aankomen heb ik me zelf weer even onder controle. Ik vlucht naar mijn kamer en huil me zelf in slaap.

's Anderendaags al vroeg aan het ontbijt na amper een paar uurtjes verkwikking. Mijn tafelgenoten zijn blijkbaar ook vroege vogels en de ervaring van hun warme knuffel als begroeting  doet het van binnen knappen. Ik duw het weg.
De ontbijttafel is rijkelijk voorzien van een variatie aan brood, koffiekoeken en beleg. Iedereen is vol lof over de service en het aanbod. Mijn gezelschap geniet duidelijk van het eten. Ze gniffelen over 'de mannen' die rijtje schuiven om een eitje te bakken. Voor sommigen lijkt dit inderdaad niet zo'n vertrouwde handeling.
Ik luister en probeer mee te praten.
Een moeizame gespletenheid. Jezelf observeren en toespreken om aanwezig te blijven in het gesprek. Belangstelling tonen. En binnen in je roept, schreeuwt, smeekt een stem om een teken van haar. Heel je lijf voelt de nood om in haar armen gewiegd, getroost en gestreeld te worden. Om te ervaren dat de realiteit een illusie is, dat wat is niet echt is.


De wandeling gaat door de duinen. De omgeving is prachtig. De regen striemt langs je wangen. De capriolen van de hond zijn een dankbare afleiding en geven stof voor korte gesprekjes met wisselende medestappers.
In de namiddag ga ik niet meer mee. Mijn lijf geeft het op. Na bijna negen kilometer wandelen voel ik de vermoeidheid mijn lichaam neer halen. Ik pruts de hele namiddag op mijn kamer wat met het fototoestel en zoek op de laptop of zij online is. De uren en de stilte brengen wat verdoving.

's Avonds een quiz. De vragen prikkelen. Samen met het toegewezen team is het zoeken naar antwoorden. En dan ...muziek. Weinig gegadigden om te dansen. De liedjes raken een reeds trillende snaar. Dansen, in haar armen. Zij leidt, zij grapt en laat me helemaal achterover in haar armen rusten.
Dansen was iets van ons samen. Mensen keken graag naar ons als we een boogie, een jive of mambo dansten. Nu nooit meer?
Zij zou de boel hier wel op gang trekken, mensen op de dansvloer krijgen.

Zondagochtend iets beter uitgeslapen. Ik besluit met de hond een strandwandeling te maken. De anderen gaan shoppen of aperitieven. De zon schijnt en het geluid van de golven maakt me rustig en terzelfdertijd spreidt het blok zich loodzwaar over mijn borst en buik.
De hond leeft zich uit. Hij rent, dolt en rolt zich door de schelpen, Het is hij en ik.

Een telefoontje van een vriendin. Ze was mijn verjaardag vergeten. Gaat het met jou? Het blok stuwt zich naar buiten en ik rond vlug het telefoontje af. Mijn lichaam schokt en een lading pijn en verdriet moet er uit. Niemand kent me hier. Het blijft stromen om tenslotte...de hond lijkt uitgerend. Hij komt dichter bij me lopen. We zijn bijna terug aan het hotel.

Ik verfris me even vooraleer ik me naar de bar begeef. Ha, je bent terug. Zet je er bij. De hartelijke begroeting doet deugd.  Voorzichtig spreken een paar mensen me aan over haar. Ze is graag gezien, ze wordt gemist en ze zijn geschokt door de breuk. Ze willen er toch iets over zeggen, niet onverschillig lijken. Ik ween maar ben dankbaar voor hun discrete meeleven.
Ik blijf welkom in de groep. Ze wensen me het beste. Het komt wel goed.

Na de middag neem ik afscheid. Er is nog een bezoek aan een museum gepland en dat is niet haalbaar met de hond. Mijn reisgenote beslist om met me mee te gaan. Verweesd laad ik de auto in. Het is gelukkig niet druk op de baan en na een uurtje ben ik thuis. Binnenkomen doet rust over me neerkomen. Hier is het veilig. Hier hoor ik thuis. Haar foto staat er nog.  Een warmte spreidt zich over het blok van binnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten