dinsdag 10 september 2013

Thuis...oef

De gewaarwording van haar lippen op de mijne. Warmte verspreidt zich over mijn hele lichaam. Geheime plekjes hunkeren. Ik vlij me tegen haar aan...Ik word wakker van het geluid van mijn eigen stem die schreeuwt. Een lege plek naast mij. Stekende hoofdpijn. Ze is er niet. Ze is er niet meer.


De vermoeidheid houdt me nog een paar uur in bed. Slapen is er niet meer bij. Bij het wekkersignaal hijs ik me uit bed, vast van plan om de ochtendtaak aan te pakken.

Vanavond ga ik naar de dokter. Voor de eerste keer in mijn leven ga ik vragen om een tijd niet te hoeven werken. Gaat ze hier in mee gaan?  Ik kan niet meer. Ik heb het geprobeerd. Structuur houden, gaan werken, mijn gedachten op iets anders zetten, onder mensen komen, bezig blijven. Het put me uit.

Het maakt me wel bang. Ga ik niet helemaal afglijden? Wat is het alternatief? Me blijven voortslepen? Er is het besef dat ik mensen teleurstel. Men schatte me sterker in. Ik schatte mezelf sterker in.

De kinderen zijn ver weg. Elk op verkenning in een ander stukje van de wereld. Er zullen veel uren zijn van alleen zijn.
Het is goed zo. De eenzaamheid van binnen wordt nu niet minder door gezelschap. Drie maand tracht ik al mezelf aan te zetten tot regelmatig contact met anderen. Iets gaan eten, naar de kermis, naar een voorstelling, naar de zee. Om telkens na een uur of twee volslagen uitgeput te zijn, te verlangen naar mijn huis, naar de rust van mijn eigen bed.

Misschien dat ik straks het fiat krijg. Dat ik mag thuis blijven, dat het niet meer hoeft. Oef.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten