donderdag 30 oktober 2014

Geloof


Het is alsof ik verdriet van weken heb opgespaard als ik bij mijn therapeute op mijn vertrouwde plaats ga zitten. Een heel uur stroomt het verdriet en de wanhoop naar buiten. De schaamte om de ervaren zwakte ten spijt. Ik slaag er maar niet in om me beter te gaan voelen in mijn leven als alleenstaande. Me niet meer eenzaam te voelen, het verlangen van mijn lichaam naar liefde en bemind worden te negeren. Mijn vrouw, mijn gezinsleven van vroeger niet meer te missen. Het lukt me niet meer om te genieten. Ik functioneer. Zonder bezieling, zonder goesting.

Ze luistert.
Ik ben de draad kwijt van het gesprek.  Geen idee meer hoe we op het thema gekomen zijn. Ik vertel over onze huwelijksviering. We zijn gestart met het bijbelverhaal van Ruth en Naomie. Een prachtig liefdesverhaal tussen twee vrouwen die voor elkaar kiezen, voor elkaar zorgen  en elkaar liefhebben vanuit een totaal verschillende achtergrond, vanuit compleet andere ervaringen, tegen alle gangbare gebruiken in. Alles in mij koos voor mijn vrouw en voor een weg samen. Ik geloofde dat onze liefde alles kon overwinnen. We hadden op dat moment ook al heel wat watertjes samen doorzwommen.
Ik vertel over hoe mijn geloof vroeger mijn drive was, in mijn gezin, in mijn contacten, in mijn werk. Liefde geven, liefhebben zonder oordelen, dat was voor mij de kern van het evangelie. Ook als het moeilijk was. Als er ogenschijnlijk weinig moois te ontdekken was in de daden of houding van mensen. Als de verschillen groot zijn. Toch op zoek gaan naar wat hen mens maakt. Vanuit mijn hart hen tegemoet treden.

Hoe hoogmoedig lijkt dit nu. Ik kan er niet meer in geloven.
Het is immers helemaal niet zo edelmoedig om genereus of hartelijk te zijn als je het zelf goed hebt, als je zelf liefde krijgt.
Geven van je eigen overvloed stelt niet zo veel voor. Dat ging vanzelf.
Liefde als levensmotto moet ik nu loslaten. Mijn leven moet verder gezet worden zonder dat ik liefde of verbinding met mensen ervaar, de korte momenten met mijn kinderen niet meegeteld.
Geven is nu een moeten geworden. Het is wat hoort als je werkt in de dienstensector. Het is nodig als je niet helemaal geïsoleerd wil raken.
Overleven is nu de boodschap.


Ik merk voortdurend dat ik niet meer spontaan kan geven. Zelfs geen warmte meer voel voor anderen, enkel frustratie en pijn. Niet meer vanuit mijn hart kunnen werken en leven. Ik doe gewoon wat moet.

Mijn therapeute vraagt me hoe mijn hart er dan nu uit ziet. Het beeld van een kleine overrijpe bruin gerimpelde passievrucht komt bij me op. Lelijk, verschrompeld, zonder de warme gloed van rood die ik normaliter associeer met een hart. Naast me ligt een keramieken hart in een mandje. Ze nodigt me uit om het vast te nemen. Het is rood maar op verschillende plaatsen is de rode vernis gekrakkeleerd en komen er bruine ruwe vlekken door de lak . Ik streel met mijn vingers over de gehavende plekken. Ik heb geen woorden meer. Ik weet niets meer te zeggen. Ik verdrink in de wanhoop. Maar als ik mijn ogen op sla ontmoet ik de hare. Ze kijkt me ongelooflijk lief aan. Alles in haar blik straalt warmte uit. Het blok baant zich een weg langs de krop in mijn keel en doet meer waterlanders vloeien.

dinsdag 28 oktober 2014

Horta?

Eenvoudiger kan het niet. Gewoon in het Centraal station naar de 'trappen' gaan en daar de uitgang 'Horta' nemen. Als je buiten komt altijd maar rechtdoor. Kom je op de Grote Markt, steek dan rechtover en verder rechtdoor. Het staat daar al aangeduid.
Ik ken mezelf en ben dus sceptisch maar ja, ik zal toch op mijn bestemming moeten geraken. Het afgedrukte google-kaartje is niet echt duidelijk als je bedenkt dat er verschillende uitgangen zijn in het station die elk ergens anders uitkomen.
Maar gewapend met het kaartje, de uitleg van de collega's en het besef dat ik nog altijd de weg kan vragen, vertrokken naar een overleg in Brussel.
Eens het perron achter me gelaten heb ik geen idee welke gang ik in moet om naar de 'trappen' te gaan maar uiteindelijk vind ik ze.
Links en rechts een uitgang.
 'Putterij' en nog iets maar geen 'Horta'.
Even vragen aan een NMBS-medewerker dus. Horta? Dan moet je in het Zuidstation zijn. Mijn wenkbrauwen schieten de hoogte in. Ik weet dat ik soms steken laat vallen, niet steeds even geconcentreerd ben, maar ik was nu wel behoorlijk zeker dat ik in het Centraal station moest zijn.
Misschien moet je het daar boven eens vragen, in het bureau voor toerisme, is dan de suggestie met een zijdelings opwaartse hoofdbeweging. 'Daar boven' blijken andere trappen te zijn, uitkomend in een hal waar dus het betreffende bureau zou zijn. Een heel eind er door heen, geen bureau te vinden. Dan maar op mijn stappen teruggekeerd. Lukraak een uitgang genomen. Ben ik toch al uit het station.
Vragen blijkt niet zo simpel. Of ik kies er de verkeerde mensen uit. Allemaal toeristen die zelf nauwelijks weten waar ze zich bevinden. Uiteindelijk pijlen gevolgd naar de Grote Markt ...maar dan slaat een zwaar gevoel van beklemming toe.

Hier liep ik vroeger met haar. Zij heeft me Brussel leren ontdekken. De mooie plekjes laten zien. Genieten van de Kerstmarkt, het lichtspektakel. Een voorstelling in de KVS. Manifesteren op de trappen van de Beurs. Een wandeling door de Marollen. Flaneren langs de winkelstraten.  Overal voel ik haar aanwezigheid. Kan ik haar stem horen. Realiseren dat ik vroeger niet hoefde te letten op de weg als ik hier met haar liep. Zij gidste me overal naar toe.
Verloren tussen een massa mensen. Een immens gevoel van eenzaamheid en gemis. Vechten tegen de opwellende wanhoop. Vechten tegen de neiging om rechtsomkeer te maken, terug naar huis, naar mijn bed. Ik wil hier niet zijn.
Tranen die niet te stoppen zijn.
Mijn benen wegen als lood. Ademen doet pijn en kost ongelooflijk veel moeite. Het blok wringt zich diep in mijn borstkas.
Ik wil niet flauwvallen, niet flauw zijn. Ik ga door. Men wacht op me. De plicht roept.

woensdag 22 oktober 2014

Geloof je er nog in?

Heb je nog wat van haar gehoord?
We zijn net snel op twee vrij gekomen plaatsen geschoven  in een overvolle trein. Het eerste deel van de reis hebben we rechtstaand in het gangpad gepraat over het gebrek aan een sociaal armoedebeleid van onze nieuwe regering. Het is dan ook onverwacht dat hij polst naar mijn vrouw. Onmiddellijk voel ik de tranen opwellen.
Nee, ik heb niets meer van haar gehoord. Heb haar ook  al sinds januari niet meer gezien. De flits ontmoeting op de rechtbank was de laatste keer dat ik haar zag.
Ik besta niet meer voor haar. Ze leeft een ander leven. Schijnbaar gelukkig met haar nieuwe vrouw, haar nieuwe 'kids' en binnenkort haar nieuwe hond.

Hij kan er niet bij. Het is niet normaal. Hij heeft zo vaak met haar gepraat, ook over intieme dingen als ze samen vorming gingen geven.
Nooit heeft ze laten merken dat ze zich niet goed voelde in de relatie. Nooit heeft ze aangegeven dat ze het samenleven met mij niet meer zag zitten. Integendeel.
En toen ze nu bijna een jaar geleden op vraag van een serviceclub met hem contact opnam om hun gebruikelijke vorming nog eens aan een afdeling  te geven, leek het alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Ze was zoals ze altijd was. Hij is er zelf over begonnen. Hij wou weten wat er aan de hand was.
De kinderen en mijn gezondheid. Tja, daar breek je toch geen huwelijk voor op. Van een nieuwe relatie sprak ze niet.
Sindsdien heeft hij niets meer van haar gehoord. Vreemd toch. Ze hebben zo vaak en intens samen gewerkt.

Of dit dan niet mijn kijk op armoede heeft veranderd?
Ja, waar ik vroeger overtuigd was dat mensen hun armoede-ervaringen, hun kwetsuren in hun vroegste hechtingsrelaties konden te boven komen, heb ik het nu veel moeilijker om dit nog echt te geloven.
Ik probeer het voorzichtig te formuleren, wetende dat hij een sterk geëngageerd hulpverlener is in de armoede-sector.
Maar hij onderbreekt me. Ik weet het ook niet meer, zegt hij. Jullie waren voor mij het levende bewijs dat het werkt, dat het kan. Dat liefde, stabiliteit en kansen tot zelfontplooiing  - en die zijn er zeker geweest bij jullie- sociale mobiliteit en herstel mogelijk maken. Binnen de sector lijkt het al zo vaak de processie van Echternach als je met mensen in armoede een weg gaat.

Het raakt. De tranen lopen over mijn wangen. Hij verwoordt ook mijn worsteling. Wat zegt het over hoe je met menselijke bindingen omgaat als je van de ene op de andere dag je partner, de kinderen die je mee hebt opgevoed, je hond, al wat je samen aan goederen bijeen gespaard hebt, het huis dat je eigenhandig mee vormgegeven hebt, je vrienden en zelfs een aantal externe collega's van de ene op de andere dag de rug toekeert? En niet meer omkijkt?
Was er dan eigenlijk wel iets van hechting?
Heb ik mezelf misschien al die jaren iets wijsgemaakt?
Wou ik zo graag geloven dat het mogelijk was? Dat het echt was, echte liefde was tussen ons.
En hoe moet ik nu met cliënten om?
Ik die er steeds rotsvast in geloofde dat het mogelijk was. Kan ik zelfs hier in niet meer echt zijn? Veinzen?

Eens in de auto lucht een huilbui op. Maar het gesprek geeft ook rust. Een ervaren van begrip voor de impact die mijn verlies ook op mijn 'professionele ik' heeft.

maandag 20 oktober 2014

Geschokt


Ze gaat deze avond naar een appartement kijken. Alleen, want een vriendin die ze meegevraagd had, heeft nog niet gereageerd. Ze weet niet of ze de moed zal vinden om de stap te zetten, zelfs al weet ze dat het moet. Al jaren voelt ze zich psychisch geterroriseerd door haar man. Zij niet alleen. Ze heeft er alles aan gedaan om haar dochter op kot te kunnen laten gaan, want het meisje ging ten onder aan de manier waarop haar vader haar behandelde.
Maar ze worstelt al heel lang met de beslissing om al dan niet weg te gaan. Het is allemaal niet zo eenvoudig. Haar zelfvertrouwen is helemaal weg.
Ik voel me geschokt door haar verhaal. Een maand geleden had ze al vaag aangegeven dat er  relationele spanningen waren maar dat het zo'n proporties aan nam kon ik niet vermoeden.
Tenslotte kom ik maar af en toe in het team en ken ik de mensen maar oppervlakkig.
Een fantastische geëngageerde verpleegkundige. Altijd lachend en in de weer. Nu is haar verdriet en haar wanhoop voelbaar aanwezig in elk woord. Het raakt.

Zelf heel de baan onderweg naar het team gehuild. Eenzaamheid en het gebrek aan hoop en perspectief die doorwegen. Mijn moed bijeengeraapt om het team te confronteren en mijn dagtaak aan te vatten en dan dit verhaal... Onderdrukte tranen die nu met alle macht teruggedrongen dienen te worden. Het gaat hier niet om mijn verdriet. Aanwezig blijven bij het hare.
Luisteren en horen dat ze zelf de weg wel weet. Hoop heeft op een betere toekomst. Vrienden, de kinderen en familie die achter haar staan. Een kwestie van tijd. Tijd om de stap te zetten die ze met haar verstand al beslist heeft te zetten.
Laat me horen hoe het vanavond verlopen is. Ik ben in gedachten bij je.


Van binnen verwarring. Telkens opnieuw verhalen horen die aantonen dat het leven veel van mensen eist. Het leven is niet lief voor veel mensen. Terzelfdertijd beseffen dat mijn ervaringen peanuts zijn bij wat anderen meemaken.
Mijn vrouw was goed voor me. Ik heb veel mooie momenten gekend. Veel super-ervaringen gehad. Het was wel niet steeds evident met opgroeiende kinderen, wat voor mij uiteraard makkelijker te relativeren viel dan voor mijn vrouw als mee-mama. Dit leidde soms tot verzet. Niet willen bijdragen in het huishouden omdat mijn kinderen in haar ogen ook nauwelijks iets bijdroegen. Jaloers reageren als ik teveel aandacht aan de kinderen gaf of teleurgesteld zijn als de financiële middelen voor reizen en uitjes beperkt waren door de kosten voor hun studies.  Maar ook dat kon ik relativeren. Veel over gepraat samen. Iedereen heeft toch zijn kleine kantjes niet?

Het abrupte einde van mijn huwelijk heeft een voor mij dramatische wending gegeven aan mijn leven. Alles waar ik in geloofde onderuit gehaald. Me in een oeverloze eenzaamheid gegooid.
Moeten horen dat je niet meer dan 'een fase was in iemands leven', dat je er verder niet in past, dat de liefde over is,  ze een ander leven wil - en zoals niet veel later bleek , een andere vrouw - is zo onwerkelijk na een intens samenleven van dertien jaar. Dat reduceert je tot een stuk afval, opgebruikt, afgedankt. Maar het is in het licht van wat anderen meemaken misschien niet eens zo erg.

Mijn verstand probeert mijn situatie te relativeren. Er is zoveel zwaardere ellende in de wereld. Mijn gevoel geeft evenwel aan dat het leven gewoon niet meer plezant is, dat het zo niet meer hoeft voor mij.

zondag 19 oktober 2014

Unforgettable

De keuken is aan de kant. De vaatwasser en de droogkast draaien. De vermoeidheid valt als een blok op me.
Een weekend druk bezig geweest. Een onderzoek, boodschappen, een fijn bezoekje van vrienden en de jaarlijkse herdenking van het overlijden van mijn vader.
Dat laatste een verplicht nummer uit respect voor ons mama. Maar alles in mij wou er liever aan ontsnappen. Rouwen is iets wat blijkbaar voorbehouden is aan mensen die hun geliefden verloren door dood of ziekte. Als je verliest door toedoen van je dierbare zelf dan word je verondersteld het hier niet meer over te hebben.
Ik had me voorgenomen om me wat aan de kant te houden en me op de vlakte te houden bij het socializen met de genodigden. Aan mensen die ik één keer per jaar ontmoet wil ik mij niet blootgeven.
Maar dan vraagt ons mama of ik een tekst wil voorlezen. De krop in mijn keel neemt immense vormen aan en ik kan alleen maar het hoofd schudden. De teleurgestelde blik van mijn moeder maakt evenwel dat ik het niet meer red. Ik vlucht naar buiten. 'Unforgettable' zingt Nat King Cole even later. Het verdriet braakt zich naar buiten.

Toch maar weer proberen om me te herpakken. Als ik om de hoek van de keuken wat tracht te bekomen hoor ik mijn moeder zeggen dat ze niet alleen staat met haar verlies. Er is een nicht die onlangs haar schoonbroer is verloren en de vriendin van haar kleinzoon wier grootmoeder is gestorven. De woede die in me opwelt lijkt even nauwelijks beheersbaar.
De kritische stem in mij zegt dat het normaal is. Maar van binnen voelt het alsof mijn verdriet er nog voor niemand toe doet. Het hoort er zelf niet te zijn. De aandrang om ergens in een klein hoekje weg te kruipen is ontzettend sterk.
Alles in mij aanspreken om mezelf in de hand te krijgen. In het toilet mijn gezicht verfrissen en dan nonchalant in de keuken in de soeppotten gaan roeren.

De hele avond verder in de weer blijven met gasten bijschenken en de vaat doen. Anderen zullen de gasten wel animeren.

Vandaag dan bezoek van vrienden, al een tijdje niet meer gezien. Het blok wringt zich al van bij het ontwaken pijnlijk in mijn borstkas. Mijn vrouw geniet met haar nieuwe familie en dit lijkt  mijn gevoel van eenzaamheid, de ervaring van afgedankt te zijn, alleen nog maar te vergroten. Maar het lukt me om het gezellig te houden. Praten over neutrale onderwerpen. Luisteren naar hun wedervaren. Dankbaar dat ze mijn eten lekker vinden en genieten van de vers gebakken Aalsterse vlaai.


donderdag 16 oktober 2014

Babbels

Ze zit in de zetel op haar vertrouwde plekje te prutsen met haar I-pad, de voeten nonchalant rustend op de salontafel. Een spelletje aan het spelen?
Als ik op sta van de tafel om mijn collega's te voorzien van extra drank kruist mijn blik de hare. Jij hoort bij mij, zeggen haar ogen. De glimlach tovert er discrete lijntjes langs. Warmte stroomt door mijn lijf en lijkt het blok dat al de hele avond zwaar op me drukt, langzaam op te lossen. Maar het volgende ogenblik schiet de pijn door mij. Mijn adem stokt in mijn keel terwijl alle kracht uit mijn spieren wegtrekt.
Doorademen, zegt iets in mij. Op een of andere manier slaag ik er in mijn benen in beweging te brengen en vlucht ik naar het toilet. Even tijd nodig om te bekomen. Nu niet huilen. Ik ben niet alleen.
Mijn collega's gaan op in de discussie en hebben hopelijk niets in de gaten.

Een groepsbijeenkomst leiden, verpleegkundigen verder helpen, verslagen maken, een to do lijst telefoontjes afwerken, een crisisgesprek thuis en dan nu een avondvergadering. Bezig blijven.
Proberen te voldoen aan de verwachtingen van mensen rondom mij. Professioneel maar ook in mijn andere engagementen. Voortdurend tussen mensen. Voortdurend ook het ervaren van alleen zijn.

Alles in mij verlangt. Alles in mij probeert dit verlangen te weren.
Enkel rust vinden in momenten dat ik met haar in gesprek ben, in mijn hoofd. Praten over alles wat haar en mij bezig houdt. Politiek, de nieuwe pup, werk, de minder kansrijke medemens en ..de zorgen rond het herstel van mijn zoon, gaat hij zijn vinger nog kunnen gebruiken? Of raakt dat haar kouwe kleren niet meer?

Babbels zijn er enkel maar in mijn hoofd. In de realiteit is er stilte. Als ik opsta, als ik ontbijt, als ik mijn huis binnenkom, als ik ...Niemand.
En toch zou ik zo graag haar stem echt horen...En toch weerhoud ik me er van. Ze moet me niet meer.

zaterdag 11 oktober 2014

Delicaat?

Hoe gaat het met jou? Nee, hoe is het met de kinderen? Had je zoon niet onlangs zijn diploma gehaald?
Het komt er wat onhandig uit zoals de teamverantwoordelijke me begroet wanneer ik haar bureau binnen ga voor een overleg. Het is een tijdje geleden dat we elkaar gezien hebben.
Maar ze is niet de enige die zo op me reageert. Ik word wel vaker gereduceerd tot mama. Over de kinderen mag ik praten. Een veilig onderwerp. Ik ben geen partner meer, geen deel meer van een gezin. Hoe het met me gaat, hoe ik me voel, daar raakt men best niet aan. Ik realiseer me dat de uitputting door de drukke werkweek waarschijnlijk van mijn gezicht af te lezen valt, dus mogelijks lijkt een vraag naar hoe het met me is dan wat delicaat.  Men heeft maar al te vaak kunnen merken dat ik dan moet vechten tegen mijn tranen. Andere onderwerpen lijken er ook niet in de aanbieding. Ik maak geen leuke dingen meer mee. Ik heb geen verhuis-, verbouwings-, vakantie-, aankoop- , professionele of andere plannen meer. Die zijn allemaal weggevallen. Enkel een lege toekomst die me bang en eenzaam maakt. Een vicieuze cirkel waar ik niet uit raak. Hoe minder leuke dingen die ik zelf aanhaal, hoe minder vragen er komen naar hoe het er mee staat. Logisch toch?
Hoe doorbreek je dat? Ik kan toch moeilijk dingen gaan verzinnen? Over dingen van vroeger hoor ik niet meer te praten. Dat creëert alleen maar pijnlijke stiltes of plots switchen van onderwerp. Het heden is zwaar en moeilijk, en ik wil niet de hele tijd klagen en mezelf toch ook een beetje in de hand houden tijdens een gesprek. En ik leef van dag tot dag sinds al mijn dromen zijn weggevaagd.


Ik bevestig dus zoals steeds dat het goed gaat met de kinderen. Gelukkig!
En vraag naar haar vakantie ervaringen. Ze is net terug van een reis doorheen Canada. Prachtig land! Mooie foto's. Helemaal uitgerust! Veel te kort.
En hoe ver staan de voorbereidingen van haar trouwfeest? Waarom twee fotografen? Ze praat er enthousiast over. Er valt nog heel wat te regelen. En niet evident om de wensen van twee families op elkaar af te stemmen.
Zo verloopt het overleg nog in een gemoedelijke sfeer en hoeft er geen gênante situatie te ontstaan.
Luisteren kan ik wel.

donderdag 9 oktober 2014

Een klein gebaar

Ze begint te huilen als ik haar voorzichtig toe dek met haar jas. Rillend van de kou gaat ze de confrontatie met haar trauma aan. Het lijkt zo vanzelfsprekend om dit  beetje comfort  te bieden. Maar het triggert een pak verdriet. Geborgenheid en warmte die er niet geweest zijn toen ze het nodig had. Een klein gebaar dat heel veel gemis oproept.
Haar dankbare blik rijt evenwel mijn wonde diep van binnen scherp open.
Voor mij geen warmte of geborgenheid meer. Niemand meer die me toedekt, die me troost. Het raakt als mijn cliënte vertelt hoe ze nu in haar gezin voor het eerst veilige genegenheid krijgt. Van haar man en haar bijna volwassen zoon. Niet evident om dit zo maar te ontvangen. Ze heeft het altijd zonder moeten doen, opgegroeid in een gezin met een psychisch zieke moeder, die onvoorspelbaar en bedreigend was, en een vader die afwezig was en de nood van zijn dochter niet onderkende.

Ik ben blij dat ze deze wending in haar leven heeft kunnen bewerkstelligen. Dat ze langzaam liefde en affectie leert vertrouwen en toelaten. Alles in mij weet en voelt hoe belangrijk dit is. Hoe dit  helpt om open te bloeien, om aan te kunnen wat het leven voor je in petto heeft. Hoe dit uitnodigt om het beste van jezelf naar boven te halen, om zelf lief te hebben en te geven.

Nu er geen liefde en warmte meer in mijn leven zijn merk ik hoe moeilijk zelfs de meest banale dingen worden.
Hoe ik mezelf moet aanporren als ik buiten kom om mensen aan te kijken, te glimlachen en vriendelijk te zijn. Hoe zelfs buiten komen op zich al inspanning vergt. Hoe weinig vanzelfsprekend het nog is om te lachen. Het is alsof mijn brein me nu soms met vertraging lijkt te zeggen: dit is grappig, dus hoor je minstens een grijns op je gezicht te toveren.
Als ik ergens binnen stap telkens opnieuw de knop omdraaien, eens goed in mijn wangen knijpen, tranen wegvegen om dan met een geforceerd opgewekte blik mijn entree te maken.
Genieten is er niet meer bij. Al tevreden als mijn verstand registreert dat een situatie best wel goed is verlopen.
Ontspannen is gevaarlijk want dan zijn de waterlanders er weer. Missen, verlangen, herinneringen die de realiteit onecht en onmogelijk doen lijken.
Zonder hoop, zonder zin in de toekomst die zich presenteert, is verder gaan een opdracht.
Elke dag opstaan en gaan werken kost ongelooflijk veel energie. Niets geeft nog echt plezier. Geen goesting meer.
Heel mijn leven is veranderd. Alles wat vroeger als vanzelf ging vraagt nu moeite.  Ik ben niet meer dezelfde vrouw, nu ik verder moet zonder tederheid en verbondenheid.


Een vriendin zei me een tijdje terug dat ik al meer liefde en warmte had gekend dan vele andere mensen.  Ik realiseer me maar al te goed dat dit waar is. Maar het is geen troost dit te weten. Het maakt het leven nu voor mij niet leefbaarder. Het leek bijna te impliceren dat ik mijn part al had opgebruikt.

dinsdag 7 oktober 2014

Geen drama


Foto's van mijn lingerie en een groot deel van mijn garderobe geëtaleerd op mijn facebookpagina. Op de koop toe nog gedeeld met anderen.
Was er even niet goed van. Mijn zoon op zoek naar een bijverdienste om zijn onverkwikkelijke vakantie-ervaring te boven te komen. Ik die geen weg kon met een kleerkast vol spullen die te groot zijn. Dus het leek evident om hem te vragen om ze te verkopen. De helft van de winst mocht hij dan houden. De andere helft kon ik misschien aanwenden om een nieuwe winterjas te  kopen. In de oude, nauwelijks gedragen, verdronk ik zo wat.
Hij ging er werk van maken. Hij kende wel een paar sites waarmee hij aan de slag kon. Wist ik veel dat hij de foto's op mijn pagina zou zetten. Verwijderen is één zaak. Het belet evenwel niet dat vele vrienden het ondertussen ook al gezien hebben. Van discreet wat dingen verkopen gesproken!

Soit. Geen drama. Weten mensen nu ook dat ik Marie-Jo en Passionata draag. Toch niemand die er nog over piekert om mij lingerie cadeau te doen.
Na dagen van niet te dragen pijn en wanhoop is er weer gelatenheid. Niet voelen. Gewoon werken.
Vanmorgen even mijn ziel uit mijn lijf gehuild bij mijn therapeute, weggekropen in een hoekje. Nu is het alsof er geen tranen meer zijn. Onverschilligheid. Gewoon straks mijn bed in en slapen. Morgen weer werken en slapen.


zondag 5 oktober 2014

Druk

De druk in mijn borstkas is moeilijk te verdragen. Al heel de dag vechten tegen opstuwende tranen. Een weekend vol taken.  Doodmoe na een drukke werkweek. Maar geen ruimte voor rust. Gestart met een gerechtelijk onderzoek. Een hele voormiddag aan de slag. Eens de cliënten buiten gelaten vallen de leegte en de eenzaamheid als een baksteen op mij.
Mijn dochter heeft het druk met allerlei activiteiten voor de jeugdbeweging en verblijft tussendoor bij haar papa. Dus niemand thuis.
Er zijn heel wat huishoudelijke werkjes te doen maar ik breng het niet op. Eventjes in het stadcentrum gaan ronddolen. Thuis komen de muren op me af. Een paar overbodige aankopen doen om me bezig te houden. Even binnen wippen bij mijn jongste zus op het verjaardagsfeestje van haar zoon. Een drukke bedoening. Een zeskoppige bende wetenschappertjes in spe, opgetuigd in blauw papieren labojassen, dito haarnetjes en een mondmasker, amuseert zich met experimenten geïnspireerd op Lieven Scheire's capriolen. Een geklieder met water, maïzena,  cola, snoepjes en een hele hoop attributen geleend van de master himself. De krop in mijn keel zit in de weg om me te ontspannen. Als na een half uurtje twee kinderen het slechte nieuws krijgen dat hun papa een ongeval heeft gehad en naar het ziekenhuis is gebracht valt er een domper op de uitgelaten stemming. De toegestroomde mama's vangen de kinderen op.
Ik kan het er niet bij hebben en mijn zus heeft geen tijd voor een praatje dus naar huis.  Toch maar de karweitjes aangepakt.

Een wandeling door de bossen. Prachtige stukken groen. Kleurige herfstpaletten. Bloeiende koolzaadvelden. De hond en ik. Stilte. Iets waar ik vroeger van kon genieten. Nu valt ze enorm zwaar. Het verlangen om te kunnen wegkruipen in haar armen. Me te kunnen over geven aan mijn verdriet en getroost en gestreeld te worden. Het schreeuwt in mij.
Telkens opnieuw mijn gedachten richten op de weg. Op de geluiden. Mijn stappen tellen. Mezelf afleiden van de wanhoop.

Thuis een douche nemen om mezelf weer in de hand te krijgen. De warmte van het water bewust op mijn huid voelen.
Een belletje van mijn moeder. Of ik een tas thee kom drinken? Zucht. Nog heel veel werk maar misschien leidt het me een beetje af.
Ze zit op me te wachten. Of ik het al gehoord heb? Ja. Ik weet dat hij aangehouden is. Dat het om zedenfeiten gaat.
Ze heeft een hele nacht niet geslapen. Ze kent hem niet zo goed maar dat is toch niet te vatten. Zo'n aimabele man. Zo behulpzaam. De ideale schoonzoon. De vriendelijkheid zelve.
Woensdag vertrekt ze samen met zijn schoonmoeder op verlof. Maar die weet van niets. Die gaat dat niet aan kunnen. Zij ligt er al wakker van en het is niet eens eigen familie. Ze ratelt maar door. Duidelijk aangedaan door wat ze vernomen heeft.
Ik luister en voel me wegzakken. Ik breng het niet meer op om me ook nog om anderen te moeten zorgen maken. Spijtig voor mijn moeder, voor de familie die beproefd wordt.
Ik hoop dat mijn moeder het niet gemerkt heeft dat ik nauwelijks reageer. Het leek toch geen effect te hebben op haar woordenvloed. Ik ben het dan maar stilletjes afgebold. Nog wat facturen te maken en de vorming voor morgen voorbereiden.