dinsdag 29 juli 2014

Normaal

Naar Brussel een DVD naar de bib brengen. Naar Leuven lesmateriaal ophalen. Ik hou me bezig voor het werk. Als ik maar niet voor de computer moet zitten werken.
Mijn ogen en hoofd zijn pijnlijk en zwaar. Mijn benen lijken me soms nauwelijks te willen dragen. Verdriet en gemis snoeren mijn keel en mijn borstkas toe.

Toen ik gisteravond afsprak voor een etentje met een collega zag ik dit enkel als opvulling van een zoveelste avond. Ik ken haar niet goed. Voornamelijk van korte mails als ik haar contacteerde in haar functie en om info vroeg. Op een congres begin deze maand had ik samen met de kinderen wel een ongedwongen avond met haar en haar dochter doorgebracht.
Maar nu een ontmoeting met haar alleen. Een Bongo-bon benutten die ze heeft gekregen van een organisatie nadat ze me zo ver had gekregen om een samenwerking in trauma-opvang aan te gaan.
Wat nieuwtjes over het werkveld uitwisselen. Reiservaringen van de kinderen.
En dan vertelt ze over een recente herdenking van haar overleden partner. Ondertussen vele jaren geleden gestorven. Hoe dit voor haar dochter, die haar vader nooit gekend heeft, heel deugddoend was.

Het is maar heel voorzichtig dat ik op een bepaald moment vertel dat mijn vrouw me verlaten heeft. Niet te veel lossen. Beducht voor de zoveelste oordelende reactie. Bang om geraakt te worden. Van plan om het oppervlakkig te houden. Op haar vraag zeg ik dat het al een jaar geleden is.  'Dan is het nog alsof het gisteren was' zegt ze spontaan.

Het is alsof er honderd kilo van me valt. Geen ' ge moet u er overzetten'. Geen 'het wordt tijd dat ge u herpakt'. Geen ' ge moet verder'.  Geen boodschappen dat medicatie misschien een goed idee zou zijn of dat er met mij iets mis is omdat het zo lang duurt.
Gewoon zoals ik het voel. Alsof het gisteren was.
Ik voel me overspoelen, niet alleen door verdriet maar ook door dankbaarheid voor haar begrijpen. Dankbaar dat ze me even het gevoel geeft 'normaal' te zijn met mijn verdriet en mijn wanhoop.

Ze luistert en probeert ook te begrijpen wat er bij mijn vrouw mogelijks speelde. Ze lijkt wat dezelfde hypotheses te hebben dan ik. Het echte 'waarom' zal ik vermoedelijk nooit weten maar er even rustig kunnen over praten zonder me in de verdediging gedrongen te voelen doet deugd.

Het eten is lekker en het restaurant een aanrader. Een avond die even wat soelaas bracht.

maandag 28 juli 2014

Begeerte


Mezelf proberen concentreren op teksten over opvoeding. Maar mijn gedachten dwalen voortdurend af. Mijn gsm naast me. Hopen op een berichtje, op een teken van leven. Alles in mij snakt er naar haar stem te horen. Heel mijn lijf wil haar voelen. Heel mijn lijf reageert. Wil haar spijts alle rationaliteit dicht tegen me aan,  in mij, in haar ..om haar nooit meer los te laten.

Mezelf tot de orde roepen. Lichamelijke verlangens, lichamelijke nabijheid behoren niet meer tot mijn leven. Het is iets wat ik op een of andere manier moet verdrongen krijgen.
Herinneringen aan passionele en intieme momenten doen enkel nog pijn. Doen mij verlangen. Een verlangen dat niet meer kan gestild worden.
De vrouw in mij moet zich weg rationaliseren. Er zijn genoeg mensen die zonder kunnen. Die er zelf wat zouden voor geven om dit uit hun leven te weren. Of die er in slagen dit te sublimeren door op te gaan in spirituele of andere zweverige toestanden.
Ik vrees alleen dat ik daarvoor te nuchter, te lijfelijk, te simpel of te primitief in elkaar zit.

Telkens opnieuw hetzelfde stuk tekst doornemen. Het interesseert me geen fluit.
Een vriend stoeft op de chat dat hij op korte tijd negen nieuwe vriendinnen heeft toegevoegd. Ik had al opgemerkt dat sommigen op hun profielfoto's duidelijk hun vormen leken te etaleren.  'Ik heb het nog altijd', zegt hij, verwijzend naar zijn vermeend sexappeal.
Ik heb mijn bedenkingen maar weet wel dat hij voor zijn vrouw door het vuur gaat. Ze hebben al heel wat watertjes doorzwommen. En het is 'nen Oilstjeneer' dus hij kan zijn afkomst waarschijnlijk niet verloochenen.

Misschien hebben mensen het inderdaad nodig om zich begeerd te voelen. En sommige mannen lijken na jaren huwelijk  dit ook te verwachten van ander vrouwelijk schoon dan hun wederhelft.

Voor mezelf weet ik dat een vrijpartij me vroeger een enorme energie boost gaf. Een hele dag in de wolken, stralen, bergen kunnen verzetten, momenten van extase die uitdijden in al mijn activiteiten, die mijn contacten die dag levendiger, opgewekter, kleurrijker maakten.
Niemand kreeg me dan uit mijn humeur. Geen lastige cliënt die ik naar de maan wenste. Ik stroomde over.
Maar deze mijmeringen verzwaren enkel het blok van binnen. Brengen enkel frustratie. Energiepeil nul komma nul.

Dus toch terug de draad opnemen. Positief ouderschap. Baah.

zondag 27 juli 2014

Zwemmen



Een heel weekend opvullen. Naar het containerpark om me van al de rommel die zich heeft opgestapeld te ontdoen. Dan naar de pedicure om wat voor mezelf te zorgen. Boodschappen en tussendoor de ene was na de andere draaien. Hopen dat het buiten even droog blijft ondanks opkomende dreigende wolken. Onder de middag bij mijn moeder gaan eten.

Als ik in de vooravond uitgeput neerplof vallen mijn zoon en zijn vriendin binnen. Of ik mee wil naar de Gentse Feesten. Iets gaan eten, eens rond gaan en dan terug naar huis, want nadien wil het jonge volkje uit.
Dus op naar Gent. De sfeer opsnuiven. In de drukte achter hen aan terwijl ze hand in hand of elkaar stevig omhelzend zich een weg door de massa zoeken. Hier en daar even kijken naar wat straattheater.
Het is warm en velen zijn schaars gekleed.
Een schril contrast met de laatste keer dat ik hier met mijn vrouw liep. Het goot en er was weinig volk. De artiesten hielden het snel voor bekeken of pakten net hun boeltje als we er langs liepen. Maar toch herinner ik het me als een fijn moment.
Nu voel ik me vooral dankbaar dat mijn zoon me spontaan mee vroeg en het fijn lijkt te vinden dat ik er bij ben. Op de terugweg ben ik met zijn vriendin alleen. Ze vraagt me honderduit over hoe mijn zoon als kind was. Kleine anekdotes vertellen die haar aan het lachen brengen en waarin ze nu nog reacties van hem kan in herkennen.

Eens thuis de eenzaamheid van me afschudden door een crimi op te zetten. Even van de wereld zijn. Niet stilstaan bij de leegte van mijn huis. Niet missen, niet toegeven aan de drang om haar even te horen.

Deze ochtend dan naar een hondentreffen. Alleen tussen een massa volk en ontelbare honden. Aanschuiven om samen met de hond wat oefeningen te doen. Een demonstratie eenden- en schapen drijven, canicross.  Met spanning afwachten of hij de zwemoefening wil doen. En ja, door de volgehouden inspanningen van de trainers zwemt hij twee keer de rivier over naar me toe. Hij klets nat, ik in een poging om hem aan te lijnen even nat.
De activity parcours moet ik zo laten. Spijtig maar alleen, zonder iemand die je handtas en je schoenen voor je kan bij houden lukt het niet om door tunnels te klauteren of door waterpartijen te hollen. Maar best wel leuk om naar te kijken.
Als mijn huid begint te gloeien door de zon en de hond nauwelijks nog vooruit kan, naar  huis.

In de zetel met een theetje. Snakken naar een knuffel, naar iemand dicht bij mij. Tranen met tuiten huilen om alles van me af te gooien en de vermoeidheid toe te laten. Nu hoeft er even niets meer.

vrijdag 25 juli 2014

Murw

Je  moet je herpakken. Je bent vel over been. Mijn zus kijkt me streng aan terwijl ze me kritisch observeert terwijl ik enkele afdankertjes van haar aan het passen ben. Het is ondertussen vier maand geleden dat ze me nog gezien heeft.
Je zou haar beter eens goed haar vet geven. Mijn zus zou haar in mijn plaats eens goed koeioneren. Een dikke profiteur is het immers. Ze heeft er voor gezorgd dat ze er psychisch en financieel boven op is gekomen met jouw hulp en dan laat ze je stikken.

Ik ben murw van de pijn in mijn nek en rug. Vermoeid door een hele dag werken en vechten tegen gevoelens van wanhoop en eenzaamheid. Ik slaag er niet in om te reageren. Ik heb niet meer de kracht om de verdediging van mijn vrouw op mij te nemen. Het leidt ook nergens meer toe. Mensen denken er maar van wat ze willen.
Ben het ondertussen al gewoon dat mensen ongevraagd hun mening uiten over haar gedrag en dat van mij in reactie op haar vertrek.
Ze doen maar.

Je gaat je wel in stellen in een leven alleen. Dat heeft tijd nodig. En wie weet ...maar ja, wie weet ook niet. Je gaat er je wel in stellen. Dat went. Dat gaat zo.

Te moe om de opmerkingen te laten doordringen. Gelukkig komt mijn moeder er bij zitten en wordt de recente reis van mijn zus' kinderen het onderwerp van gesprek. En misschien spreken we deze week eens af om met haar kinderen een tentoonstelling te bezoeken. Haar zoontje is gebiologeerd door alles wat met de eerste wereldoorlog te maken heeft.

Zwijgen en eten. De spaghetti is lekker waardoor toch één basisbehoefte al vervuld is.

donderdag 24 juli 2014

Luisteren en zwijgen

Verpleegkundigen verder helpen in hun traject met ouders. Tussendoor ingaan op de opgewekte verhalen van collega's over vakantie-ervaringen en -plannen. De sfeer is vrolijk. Er is weinig werk en tijd voor gekeuvel. Ik luister. Probeer enthousiast te zijn voor hen.

Een fietsvakantie in Duitsland. Naar een vakantiehuisje in de Ardennen. Een hele maand augustus met het gezin naar Bretagne en zelfs nog een verrassingsreisje naar Napels in september.
Het lijkt alsof de zon en het zomergevoel iedereen gelukkig maakt.

Het blok graaft zich de hele dag dieper en dieper in mijn borstkas. Maar ik luister en praat met hen mee en zwijg over mijn eigen wanhoop, mijn nood aan vakantie, aan ontspanning, aan rust, aan liefde en gekoesterd worden.
Daar heeft niemand boodschap aan.

Onder de middag samen een terrasje doen. Onderwerp is partners en solden. Mannen die niet te bewegen zijn om mee te gaan shoppen of kleren te passen. Een mannelijke collega die het maar met graagte aan zijn vrouw overlaat om een eerste selectie te maken. Dan zal hij wel aangeven welke broek of trui hij ziet zitten. Geen complimenten. Het moet niet te lang duren.

Mijn vrouw die in elke kleding of schoenenwinkel wel iets vond dat ze graag had en altijd zin had om iets te passen. Zelfs in de supermarkt uren kon rondhangen. Om nog maar te zwijgen van sport- en doe-het-zelf zaken.
Ik zwijg. Voor de buitenwereld heb ik geen partner meer en hoor ik hier niet meer over te praten.

Telkens opnieuw concentreren op mijn ademhaling. Emoties terugdringen.
In mijn gedachten duiken steeds de teksten op die ik gisteren onder ogen kreeg toen ik een schuif vol kousen aan het opruimen was. Een bundeltje kaarten en berichtjes van mijn vrouw. Lieve woordjes, liefdeskaartjes, wensen om elkaar nooit te vergeten, er altijd te zijn voor elkaar...Honderden heeft ze geschreven. Ik vond ze op mijn hoofdkussen, aan de ontbijttafel, in mijn agenda... Ik heb ze allemaal bewaard en gekoesterd. En ik kom er regelmatig tegen, overal in huis. Waar ik vroeger smolt en op wolken liep door deze lieve attenties doet het nu allemaal zo'n pijn.

Nu maakt liefde, een partner, genieten van vakantie met dierbaren geen deel meer uit van mijn leven. En ik moet hier op een of andere manier mee om kunnen. En zwijgen.

woensdag 23 juli 2014

Leeg gelopen


Moord, verkrachting, verkeersagressie, flagrante raciale discriminatie, familiaal geweld...ik heb het allemaal gehad vandaag. Een multi-cultureel gezelschap in mijn bureau met schrijnende verhalen die vaak elke verbeelding tarten. Een hele dag aan de slag met cliënten. Me focussen op hun strijd om de meest onwaarschijnlijke onrechtvaardigheden van het leven te overleven. Hen ondersteunen in hun keuzes, hun aandacht richten op de mogelijkheden die ze quasi toevallig zelf aanreiken. Intensief werk. Blij om te realiseren dat verscheidene van hen ondertussen heel wat aan levenskwaliteit gewonnen hebben. Dankbaar voor de zomer en het goede weer die de zin en de goesting van mensen aanscherpen om dingen te ondernemen.
Nu mijn laatste cliënte buiten gelaten. Ze heeft veel afgelachen in de sessie. Een heel pak last is de laatste week van haar schouder gevallen. Ze gaat nog een terrasje doen met haar man.

Als ik de deur achter haar sluit is het alsof al de energie uit mij wegvloeit. Leeg gegeven, terug gesmeten in mijn eigen leegte. Een leeg huis, niemand om bij thuis te komen, om bij tot rust te komen, om al de indrukken te kunnen los laten. Alles in mij snakkend naar een knuffel, de warmte van een lichaam tegen het mijne.
Een keuken die vol vaat staat. Een besmeurde vloer. Een wasplaats vol vuile was, want ik ben nog niet door de berg geraakt die mijn kampgangers achter gelaten hebben. En op de koop toe een TV die het nog maar eens niet doet.
De moed zinkt me in de schoenen. Vechten tegen de tranen en de wanhoop.
Alleen.

maandag 21 juli 2014

Verhuis

Fijn om eens niet alleen te moeten ontbijten. Mijn oudste dochter is thuis voor een paar dagen België. Maar ze geeft aan zelf ook altijd alleen te ontbijten en zij...zij geniet daarvan. Geniet van het eten, de krant lezen, gewoon even tijd alleen.
Ik moet mij herpakken. Ik heb geen vrouw nodig om van een ontbijt te genieten, krijg ik te horen.
Het blok wringt zich pijnlijk diep in mijn borst. Ik pik het verwijt op.
Ik doe er het zwijgen toe want de gekwetstheid omwille van de opmerking zou mij tot giftige reacties brengen en ik wil het op haar niet afreageren.
Als ze me even later betrapt op facebook maakt ze zich lastig. Wanneer ga je haar nu eens blokkeren?
De tranen komen als ik woedend laat verstaan dat ik zelf wel zal beslissen wat ik wel of niet doe.
En dan is het opnieuw mijn excuses aanbieden. Het lijkt wel een terugkerend fenomeen met de kinderen.
Samen dozen vullen. Ze verhuist nu definitief naar Zwitserland. Haar contract vorige week getekend. Opnieuw afscheid. Allerlei spullen die ik bijeen gespaard heb voor de vier kinderen doorzoeken. Welke handdoeken ziet ze graag? Welke keukenspulletjes kan ze nog gebruiken?
Ik had het me anders voorgesteld. Mijn dochter helpen bij het inrichten van een eigen optrekje.
Vechten tegen de tranen. In stilte verder doen met een grote krop in mijn keel. Ogen die branden en een zwaar en pijnlijk hoofd.
Twee, drie keer knuffelt ze me voor ze in de wagen stapt. Maar ik moet al mijn energie inzetten om niet te beginnen wenen.
Ze gaat naar haar oma. Ook daar is nog veel in te pakken. Ik wacht ondertussen op de thuiskomst van de twee jongsten. Na een vermoeiend maar vermoedelijk superleuk kamp en drie dagen festival komen ze straks met een berg vuile was en verhalen.
De uitputting doet me nu alleen maar wensen dat ik mag slapen en voorlopig niet meer wakker hoef te worden.

dinsdag 15 juli 2014

Hammam

Ik had gisteren het besluit al genomen na een hele namiddag prutsen en wenen achter de computer. Het lukt me niet om van thuis uit wat administratief werk te doen. Concentratie nihil. Motivatie idem dito.
Dus deze namiddag verlof genomen. Deze ochtend nog naar Brussel voor een ondersteuningsgesprek. Een verpleegkundige wou overleggen over spanningen binnen haar team.
Een beetje verbaasd ben ik ingegaan op de vraag van haar verantwoordelijke om dit gesprek te voeren. Ze behoort immers niet tot een van mijn teams.
Ze geeft aan dat ze zelf naar mij gevraagd heeft. Ze heeft me al een paar keer ontmoet op vormingsmomenten en ervoer mij als een zeer rustig en warm persoon. Niet zo'n 'emo-brok' als ze zelf is.
Alles snoert dicht van binnen. Ik had nog maar net mijn gezicht wat opgefrist in het toilet toen ze arriveerde.
Soit. Ze heeft iemand nodig die nuchter en op afstand de situatie kan bekijken en haar raad kan geven.
Twee uur luisteren en zoeken waar er openingen zijn om de verzuurde band tussen haar en een collega weer vlot te trekken. Via de principes van geweldloze communicatie ontdekt ze welke switch ze zelf kan maken en lijkt ze begrip te kunnen opbrengen voor een mogelijke reden van het gedrag van haar collega. Een check waard. Ze ziet het helemaal zitten om het aan te pakken.
En dan ... dit kan ik ook gebruiken in het contact met mijn man. Een heel verhaal van vierentwintig jaar zoeken, misverstanden en moeilijke communicatie maar elkaar telkens toch opnieuw vinden.

Een krop in mijn keel. Vechten tegen mijn tranen. Dit komt te onverwacht. Ik wou het professioneel houden. Niet stilstaan bij de bruikbaarheid van wat ik breng, van wat ik vertel in persoonlijke situaties. Vroeger stond ik met heel mijn ziel en wezen achter dit model, geloofde ik er in. Paste ik het zelf ook toe in gesprekken met mijn vrouw en met mijn kinderen.  Nu ervaart mijn hele wezen dat je niets hebt aan communicatieprincipes, intenties tot verbinden als de ander elk gesprek weigert, uit contact gaat, je gewoon niet meer moet.
Met het excuus van een volle blaas dan maar snel afgerond. Een toilet is steeds meer een plaats om te bekomen en me te verschuilen.  Ze belooft me op de hoogte te houden van het verdere verloop.

In de namiddag naar een wellnesscentrum.  Ontsnappen aan het alleen thuis zitten treuren. Voor het eerst helemaal alleen er naar toe . Het voelt even onveilig om in mijn eentje uit de kleren te gaan tussen allemaal vreemden. Dus snel in de jacuzzi. Het warme en pompende water doet mijn spieren goed. Als ik mijn ogen sluit voel ik de aanwezigheid van mijn vrouw. Zoals we hier vaak gezeten hebben, haar voeten die de mijne onder water vinden.
De warmte, het water, de naaktheid maken me bewust van elke vezel in mijn lijf.
Het is alsof mijn vrouw hier bij me is, de sauna binnenkomt, in het zwembad naast me zwemt. Mijn hand vastneemt, mijn lippen kust, haar ogen langs mijn lichaam laat glijden, Ik hoor haar stem die me zo vertrouwd  in de oren klinkt.
Na de scherpe pijn en de machteloze frustratie en boosheid van de laatste week brengt dit een milde droefenis, die verzacht.
Ik besef dat het enkel herinneringen zijn, dat in mijn realiteit deze intieme verbondenheid niet meer bestaat. Maar ik voel vooral opluchting dat ik dit even kan ervaren. Het leek alsof dit helemaal weggevaagd was door de woede en wanhoop. Alsof er geen troost meer mogelijk was.

Een scrubsessie in de Hammam. Even schrikken als de begeleider uitnodigt om elkaars rug in te wrijven met een mengsel van honing en kokos. De meeste mensen zitten er met een partner of een vriendin. Naast mij zit een jonge man met een hoog homo-gehalte en grote ree ogen.
Hij wil wel mijn rug scrubben.
Hij wrijft stevig en lang. Masseert de zoutmassa met cirkelvormige bewegingen en zonder gêne langs mijn rug en billen. Heel mijn lichaam reageert. Zijn handen worden de handen van mijn vrouw. Ik sluit mijn ogen en laat gebeuren. Het hoeft niet direct te stoppen.
Als ik op mijn beurt ruim de tijd neem om zijn rug onder handen te nemen ben ik me bewust van de jeugdige stevigheid van zijn huid en spieren maar voel eveneens de ronde zachtheid van de rug van mijn vrouw bij diezelfde bewegingen.
Al meer dan een jaar heb ik niemand meer aangeraakt, al meer dan een jaar heeft niemand mij meer aangeraakt. Nu kom ik onverwacht in deze situatie en alles in mij reageert.
Dankbaarheid, gemis, verlangen, opwinding, frustratie, boosheid, gekwetstheid. Opnieuw vechten tegen opstuwende tranen.
Het doet deugd, de opgedoken herinneringen, maar ook de spontaan aangeboden aanraking vergezeld door een heel lieve glimlach.

Ik vraag me af hoe ik ooit moet wennen aan een leven waarin ik alleen verder moet. Ik vrees de dag dat ik geen toegang meer heb tot de herinneringen en ik enkel moet teren op dergelijke toevallige zeldzame en anonieme contacten.

maandag 14 juli 2014

Foute reactie


Een lang weekend achter de rug. Momenten van wanhoop afgewisseld met pogingen om me open te stellen voor contacten met anderen. Vast van plan om niemand opnieuw lastig te vallen met mijn emotionele chaos.
Een verjaardag etentje bij een paar vriendinnen. Ze zijn helemaal onder de indruk door een conflict met een dochter en schoonzoon van een van hen.  Dat maakt het makkelijk voor mij. Het gesprek gaat over hen, de lekkere scampi en hun dieren.

Maar eens thuis slaan de emoties in alle hevigheid toe. Niet weten hoe en of ik verder moet met therapie. En met welk doel? Diep van binnen geloof ik niet dat ik me ooit echt goed ga voelen in een leven alleen, zonder me verbonden te voelen met iemand. Mijn verstand probeert me te overtuigen dat dit wel moet mogelijk moet zijn. Maar ik zie geen weg. Weet zelfs niet of ik mij wil verzoenen met een leven alleen. Ik kan geen stappen bedenken die ik zie zitten die ik al niet gezet heb.
In de namiddag heb ik me zelfs om het huilen te couperen zo ver gekregen dat ik naar een koffiehuisje gestapt ben om thee te gaan drinken. Om niet elke raadgeving van mensen in de wind te slaan.
Ik zit tussen tafels met koppels, een groepje vrouwen en er zitten ook twee oudere dames elk apart aan een tafeltje.
Voor zich uit te staren. Overbodig in hun koffie te roeren. Ik knik hen goedendag. Als een van hen opnieuw een koffie met gebak bestelt vraag ik me af hoe lang ze hier reeds vertoeven. In stilte. Alleen.
Van binnen doet alles pijn. Ik drink mijn thee op en ga naar huis.

Mijn vrouw wil me uit haar leven houden omdat ze niet weet welke houding ze moet aan nemen. Ze weet dat ze me diep gekwetst heeft en denkt dat ze dus beter afstand houdt. Ze biedt haar excuses aan.
Dat is de inhoud van een korte mail die volgt op een praktische even korte vraag van haar rond de belastingaangifte. Een antwoord op mijn reactie dat ik dit zelf al heb aangepakt gezien zij alle contact heeft gestopt.
Na maanden een eerste teken van leven van haar.

Vermoedelijk heb ik de foute reactie gegeven door te antwoorden dat de leugens, het bedrog en het gedumpt zijn zo moeilijk te verteren zijn, dat ik haar excuses wel apprecieer maar dat ze mij te goedkoop zijn. Daarna is het stil. Geen antwoord meer.

Alles wringt. Ik blijf er mee worstelen. Waar doe ik goed mee? Wat kan, mag, dien ik nog te zeggen? Naar haar toe, naar anderen toe, in therapie? Wat heeft nog zin? Drang om haar te bellen, haar stem te horen. Niet weten of dit een goed idee is of niet. Of zij dit wil of niet. Of het mij al dan niet goed doet. Mijn trots die aangeeft dat het aan haar is om een stap te zetten. Of is die mail een stap en ligt het nu bij mij?
Een hele nacht woelen, huilen, er niet uit raken.

's Anderendaags afgesproken met vrienden. Een dagje shoppen. Hun vriendelijke aanwezigheid doet goed. Het blok van binnen zoveel mogelijk negeren. Alle gedachten telkens opnieuw wegduwen. Me focussen op het winkelen, snuisteren tussen koopjes en bijpraten over de kinderen, hun verbouwingen en ditjes en datjes bij koffie met een broodje. Dankbaar voor hun warme aandacht en de ruimte om even bij hen te mogen zijn.

Als ik naar huis rijd zie ik door de hevige regenval nauwelijks een paar meter voor me. Vechten om mijn ogen open te houden, me niet te laten overmeesteren door de vermoeidheid, me op de baan te blijven concentreren.
De gedachte op de achtergrond duwen dat ik vroeger na een uitje gewoon mijn ogen kon sluiten in de wagen terwijl mijn vrouw aan het stuur zat en me veilig thuis bracht.



zaterdag 12 juli 2014

Verder

Ik moet verder. Langs alle kanten krijg ik deze boodschap. Wat verder is wordt niet verduidelijkt. Een keuze is er evenmin. Wat voor mij duidelijk is dat men vindt dat hoe ik het nu doe niet goed is.
Ik heb geen beeld van 'verder'. Geen beeld van een toekomst, van iets dat beter is dan nu.
Ik weet niet wat ik nog wil. Wat ik nog kan willen. Wat ik nog zelf in de hand heb.  Ik was gelukkig met wat ik had en dat is er nu niet meer.
Het enige dat ik kan bedenken dat ik echt wil is de kinderen dicht bij me houden. En dat is een illusie.
Mijn oudste heeft haar toekomst al gelegd in Zwitserland. Ik moet me tevreden stellen met Skype en om de paar maand een bezoekje.
Mijn jongste steekt haar verlangen om verre oorden te verkennen niet onder stoelen of banken. En dan heeft ze het niet over een korte vakantie. Ik wacht bang af tot de dag dat ook zij vertrekt.
Wat mijn zoon betreft is alles nog onzeker. Misschien is het daardoor dat ik 's nachts badend in het angstzweet wakker word in de overtuiging dat de bel gegaan is en dat er blauwe zwaailichten door de spleten van de gordijnen zichtbaar zijn.

Voor de rest weet ik het niet. Probeer ik gewoon door te doen. Van dag tot dag. Niet vooruit te kijken. Verlangens en hoop weg te dringen. Me houden bij de realiteit en die te incasseren. Om te gaan met verdriet en gemis.

De toekomst is een gapende afgrond voor, achter en naast me met een overkant die geheel in de mistbanken gehuld is. En die sprong zou ik moeten wagen? Ik weet zelfs niet hoe ik moet springen.

Een beeld van vroeger. Begin humaniora.
Een keer per trimester zwemles.
Ik heb een beetje leren zwemmen in de lagere school in ondiep water.
Nu worden we verondersteld om de beurt in het diepe te springen en naar de kant te zwemmen.
Ik ben verstijfd van angst.
Ik laat iedereen voorgaan. Ik die als kleinste van de klas normaal als eerste moet.
Maar de leerkracht wordt er lastig van en wil dat ik spring.
Ik kon geen kant meer uit. Ik sprong met mijn ogen toe in de verwachting dat het gedaan was met me.
Onder water pure paniek. Geen grond meer onder mijn voeten. Ik hoor roepen 'zwemmen' maar ik weet zelfs niet meer hoe dat moet, kan alleen maar wild met mijn armen om me heen slaan. Ik slik water en ga steeds kopje onder.
De leerkracht springt in het water en sleurt me er uit. Boos. Ik moet me gaan aankleden. Ik doe niet meer mee.

Met mijn plechtige communie een nieuwe fiets. Net geen volwassen model.
Tot dan een kleine fiets met dikke bandjes. De zijwielen zijn er nog niet zo lang geleden afgehaald. Ik ben trots op de nieuwe fiets maar hij is groot. Ik kan niet met mijn voeten aan de grond. En hij is niet bedoeld om in de tuin mee te rijden. Hij is beangstigend hoog. Mijn vader helpt me er op en houdt de fiets achteraan vast terwijl ik probeer op straat te rijden. Maar dan gaat het bergaf. Hij moet lossen. De fiets gaat sneller en sneller. Ik kan zelfs mijn voeten niet op de pedalen houden. Hij roept 'remmen' en 'sturen' maar mijn brein functioneert niet meer. Ik sluit mijn ogen en wacht tot de smak tegen de boom en de pijn de vaart abrupt stopt.
De fiets is niet vaak gebruikt. De reflex om mijn ogen te sluiten en alles te laten gebeuren als ik het gevaarte niet in de hand leek te hebben kon ik niet afleren. Toen ik achttien was heeft mijn jongste zus de fiets en zichzelf in de vernieling gereden. Drie dagen coma maar gelukkig achteraf goed hersteld.
Niet meer op de fiets gezeten tot ik met mijn vrouw een nieuwe kocht en opnieuw leerde fietsen. Op haar stem en aanwijzingen vertrouwde ik blindelings.
Ook als ik op bergwandelingen soms niet meer voor- of achteruit durfde. Dan was zij het die mijn hand greep, me aanmoedigde of me net op tijd vastgreep voor ik weggleed.

Ik ben ondertussen al twee maal alleen gaan fietsen. Met ware doodsverachting. Wetende dat ik nu toch alles alleen moet doen. Er is niemand meer waar ik me kan op verlaten, die me veiligheid biedt, die ik kan vertrouwen als ik moeilijke of beangstigende dingen moet aanpakken.
Ik weet dat mijn brein niet meer werkt als ik in angst verkeer. Dat is blijkbaar hoe mijn systeem reageert. Doodgaan maakt mij niet meer bang. Eenzaamheid en verder moeten met gemis wel.


Fietsen is één ding. Weten waar ik naar toe moet, weten waar en hoe 'verder' is, daar ben ik nog geen stap verder in.
Maar het maakt me allemaal wel heel erg bang en boos en gefrustreerd.

vrijdag 11 juli 2014

Kurk en klussen


Ben je tevreden van die kurkvloer? Mijn cliënt kijkt keurend rond in de praktijk. Ligt hij al lang? Ik realiseer me dat hij ook de afgesleten stukken opmerkt. Plaatsen waar zelfs de kleurlaag is weggesleten. Nee, ik ben er niet zo tevreden over. Ik begin terug over het doel van zijn bezoek. En dat is niet mijn kurkvloer.
Mijn brein stuwt ongevraagd herinneringen naar boven die me dwingen al mijn wilskracht in te zetten om opkomend verdriet weg te duwen. Sinds mijn vrouw is vertrokken is de vloer niet meer behandeld. De glans en de kleur zijn vervaagd en dof geworden. Maar dat is maar een van de vele dingen waar ik niet meer toe kom.

Vorig jaar was het harsen van de kurkvloer een van de to do's op mijn lijstje tijdens onze vrije week in de Paasvakantie. Naast het verven van de wachtzaal waar een kind mijn muur had volgekrabbeld met potlood, het herstellen van de vernielde WC-deur en het behandelen van de tuinmeubelen.
Mijn vrouw was wat kribbig geworden toen ze van de plannen hoorde. Ze wou er liever een paar dagen op uit, relaxen, niet steeds werken. Maar door de vele kosten voor haar fietsproject, haar voorziene fietsvakantie naar de Ventoux en het vooruitzicht op een gezamenlijke zomervakantie in Duitsland leek het budgetmatig niet zo'n goed idee. En die dingen moesten gebeuren.

Toen ze nog voor de Paasvakantie spontaan op een vrije dag de wachthal al geschilderd had toen ik thuiskwam van het werk kon ik haar wel doodknuffelen. Iets dat kon geschrapt worden.
Ook  toen ze in de vakantieweek op een ochtend  vroeg alle meubelen begon uit mijn bureau te halen en ze grotendeels alleen de kurk behandelde terwijl ik boodschappen deed en eten klaar maakte. De toiletdeur is eveneens hersteld geraakt. Ik heb de tuinmeubelen schoongemaakt en geolied. Er was tijd om te shoppen en te wandelen en de week is afgesloten met een perfect geslaagd diner voor vrienden.
Een hele dag voorbereidingen helemaal op elkaar afgestemd. Samen koken en alles in gereedheid brengen voor het bezoek. Genoten van elk moment. Fier op het resultaat, blij met de complimentjes van onze gasten.
Het is in mijn beleving de laatste keer dat we in complete harmonie iets samen hebben aangepakt.
Nadien zijn we ingehaald door de drukte van haar fietsproject, een hectische werkperiode en een treinongeluk dat er voor zorgde dat ze 's avonds soms verschrikkelijk laat thuis raakte...en uren met haar nieuwe treinvriendin kon doorbrengen.


Nu lukt het me niet meer om dingen aan te pakken. Ik heb er ook geen zin meer in. De kurk kan me gestolen worden zelfs al besef ik dat de schade ondertussen niet meer te verhelpen zal zijn met harsen. Zelfs de lekkende verwarmingsketel brengt me niet in beweging. Gewoon af en toe de doorweekte dweil uitwringen.
Ik doe het hoogst noodzakelijke. Mijn werk, de was en de strijk, de vaat, wat opruimen, stofzuigen, de planten water geven, het gras maaien en wat de kinderen van me vragen.

Ik doe het zonder de voldoening te ervaren die ik vroeger had als alles netjes aan de kant was.
Mezelf opleggend om bezig te blijven, om niet lamlendig te zitten treuren, om mezelf niet te laten gaan.
Nu een lang weekend voor de boeg. Afgesproken met vrienden om de eenzaamheid te doorbreken. De kinderen op kamp en aan het werk.
Ik mis haar verschrikkelijk. Ik mis mijn leven van vroeger verschrikkelijk.

woensdag 9 juli 2014

Komen eten


Gaan slapen vol adrenaline. De kwaadheid zindert nog na in heel mijn lijf. Het drijft wanhoop en verdriet naar de achtergrond. Iedereen kan voor mij op dit moment de pot op. Maar het helpt niet om tot rust te komen. Het duurt lang eer ik de slaap vat.
Om vier uur klaar wakker met verschrikkelijke migraine. Mijn rechter oogbol lijkt zo wat uit mijn oogkas te worden geduwd. Een deel van mijn gezichtsveld ontwaart enkel flitsen en sneeuw. Het beetje licht dat onder de gordijnen door komt valt pijnlijk scherp op mijn lens. Ik kruip weg onder mijn dons, duisternis opzoekend. Omdraaien in bed geeft misselijkheid en duizelen. Mijn nekspieren nog in volle reactie op de behandeling van daags voordien.

Toch weer wat in een slaap-droom toestand terecht gekomen. Een scène in een of andere industrieel aandoende keuken. Twee onbekende Aziatische vrouwen zijn links van me bezig  een gerecht te bereiden. Een vieze onbestemde bruinige saus staat te pruttelen in een braadslede. Ik voer een emotioneel gesprek met mijn vrouw aan het kookfornuis. Ik herken de hapjes die we gemaakt hebben op onze laatste 'komen eten' reünie met vrienden.
Ik wil antwoorden. Ik wil begrijpen. Ik roep, maak een scène maar krijg van haar alleen te horen dat ze nu eindelijk gelukkig is met een puber die haar op handen draagt, een familie die haar direct heeft aanvaard en een jongere mooie vrouw. Ze heeft het nieuwe leven dat ze wou.
Ik wil slaan, brokken maken,  laat een grote zware tinnen pollepel met kracht in de Chinese saus terecht komen. Het goedje spat sissend alle kanten op, ook  op  mijn vrouw. Ze verpinkt niet. Het lijkt of mijn woorden, mijn emoties van haar afglijden. Of ik er gewoon niet ben voor haar. Ik kan haar zelfs niet aanraken, alsof ze lucht wordt als ik naar haar tast of grijp.
Het beeld van mijn vrouw wordt het beeld van de papa van mijn kinderen met haar stem. Helemaal verward, gedesoriënteerd en overstuur word ik wakker. Kotsmisselijk en met bonkende pijn in mijn oog. Mijn rechter gezichtshelft singelt.

Een hele dag cliënten. Al mijn energie inzetten om de pijn naar de achtergrond te duwen en me open te stellen voor hun verhalen.



dinsdag 8 juli 2014

Beurs

Haar conclusie baseert ze op wat ze van me gezien en gehoord heeft. Ik probeer al een jaar voor mezelf te zorgen. De dingen te doen waarvan ik weet dat ze me normaal gezien moeten helpen. Structuur in mijn leven, gezond regelmatig eten, slapen en bewegen en afspreken met anderen. Maar ze merkt dat het niet beter gaat. Dat ik helemaal uitgeput ben. Dus misschien moet ik het toch overwegen om medicatie te nemen, om mijn lichaam te helpen om wat meer energie te vinden.

Alles wringt van binnen. Dit is niet wat ik wou horen toen ik gisteren bij mijn therapeute mijn wanhoop deelde. Na een vermoeiende werkdag waarbij heel mijn lijf pijnlijk stijf aanvoelde leek deze boodschap me opnieuw te bevestigen in mijn falen.
Mijn systeem kan het niet aan. Ik kan het niet aan.
Het lijkt of ze mijn laatste restje eigenwaarde aan diggelen slaat.
Alles in mij protesteert. Het zijn geen pillen die ik nodig heb. Ik wil geen afgevlakt leven. Ik wil de bijwerkingen niet.  Ik wil voelen, beminnen, graag zien en graag gezien worden, opnieuw kunnen vertrouwen en me weer veilig voelen en genieten met iemand. Zelfs al zegt mijn verstand dat dit er nu eenmaal niet meer is.

Ze heeft een punt als ze aangeeft dat ik nu niet de energie heb om daar werk van te maken. Ik kan evenmin bedenken welke stap ik in die richting zou kunnen zetten. Ik heb altijd graag gezien, ben altijd wel intens door iemand graag gezien geweest, of verkeerde tenminste in die illusie. En nu zou ik daar zelf naar op zoek moeten gaan? Ik lijk me dan wel als een soort koopwaar te moeten presenteren. En ik weet momenteel zelfs niet of ik zelf nog kan graag zien en iets te bieden heb, of ik los van het gebrek aan energie nog kan opbrengen om te investeren in iemand, om iemand te vertrouwen, om iemand te koesteren en lief te hebben.
Mensen lijken me eerder snel te irriteren of te raken. Ik ben ook helemaal niet gewoon om naar mensen te kijken met een vorsende blik van 'ben jij een mogelijke partner'? 
Ze pikt mijn kwaadheid op en  moedigt me aan om ze te uiten. Het is dubbel.
In haar plaats zou ik zelf ook met een cliënt in gelijkaardige omstandigheden medicatie ter sprake brengen.
Maar iedereen, vooral degenen die thuis in een warm nest zitten, heeft wel zijn mening over wat ik hoor te doen. En ondertussen weet ik zelf evenmin of ik het allemaal kan volhouden.
Maar weet ik wel dat mijn vrouw me niet zo ver krijgt dat ik aan de pillen moet.

Het is niet mijn keuze geweest om alleen te vallen. De scheiding is me door mijn strot geduwd. Er is over niets een gesprek mogelijk geweest. Het is voor mij beslist.
En wil ik nog een beetje zelftrots kunnen behouden dan heb ik het vooral nodig om zelf te kunnen kiezen. Zelfs al zie ik niet welke keuzes er nog zijn, heb ik nergens zin in en twijfel ik over alles.  Ik wil vooral niet nog meer dingen in mijn maag gesplitst krijgen.


Zoals mijn osteopaat daarnet toen ik op zijn vraag antwoordde dat ik nog steeds alleen was. Een pleidooi van een kwartier om een stamcafé te zoeken. Een plaats waar je een paar keer per week kan binnen springen om een koffietje te drinken en je altijd wel iemand bekend of onbekend tegen komt om een praatje mee te maken. En ik moet zeker een reis boeken, zo een voor alleenstaanden, iets avontuurlijk, iets anders, zodat ik nieuwe mensen ontmoet. Absoluut doen.

De kwaadheid geeft me energie en ik verlaat de therapiesessie steviger dan ik ze aanvatte.
Maar ik voel ook afstand. Zelf kiezen is nu in mijn leven niet meer je keuze bepleiten en dan samen voor iets gaan waar jezelf kan achter staan, soms een compromis maar heel vaak ook gewoon samen gaan voor iets dat voor jou belangrijk is.
Zelf kiezen is nu iets dat ik alleen moet doen en waar ik zelf ook helemaal alleen de gevolgen van moet dragen. Is vaak ingaan tegen wat anderen vinden dat ik hoor te doen.

En het lijkt dan of je dan achteraf niet moet afkomen dat het niet met je gaat.
Hoe moet ik me de volgende keer opstellen? Kan ik nog eerlijk aangeven dat het niet gaat als ik de gegeven raad of aanbevelingen niet opvolg?
Iets in mij duwt het piekeren opzij. Iedereen kan de boom in. Laat ik dan maar een koppige bitch zijn. Mijn lijf voelt alsof het overal beurs geslagen is na de behandeling. Gewoon platte rust in mijn zetel, ver weg van voor mij nu al te moeilijke menselijke interacties.

zondag 6 juli 2014

Stram

Mijn lijf doet zeer. Mijn nek en ribbenkas geblokkeerd. Een nasleep van sleuren met bagage op de trip naar Schotland vorige week.
Na uren draaien in bed dan maar een spierontspanner genomen om 's morgens helemaal groggy op te staan. Maar er zijn ergere dingen. Lichamelijke pijn leidt af.
Leidt af van de wanhoop die zich van me meester maakt bij de talloze gelukwensen en de likes aan het adres van mijn vrouw en haar nieuwe vriendin als ze openlijk op facebook aangeeft dat ze samen een relatie hebben. Na ruim één jaar was dit eigenlijk te verwachten.
Voor mensen lijk ik er al niet meer toe te doen. Hen is alle geluk gegund. Zij verdient het, zoals men ten overvloede aangeeft.
Woede, frustratie, gekwetstheid. Wie denkt nog aan degene die verlaten is. Die speelt niet meer mee.

Een huildag. Ik kom nergens toe. Kwaad op mezelf omdat ik verdrink in zelfmedelijden. Een gemis dat niet draaglijk meer is. Weten dat je zelf bij niemand meer hoort. Niemand je het eeuwig geluk meer toewenst met je vrouw, met niemand meer eigenlijk simpelweg omdat er niemand is.

Vandaag pijnlijk stram de dag gestart, even groggy maar met de intentie om toch in beweging te komen.
Dertien kilometer wandelen met de hond in de Vlaamse Ardennen. Tussendoor korte babbels met passanten. Tot mijn verrassing blijkt mijn overbuur ook te wandelen.Fanatieker dan ik. Elke week een paar keer vijftig kilometer. Hij vertelt het al stappend terwijl ik nauwelijks zijn tempo kan bijhouden. Dit is meer snelwandelen. Ik laat hem dan ook al gauw zijn weg vervolgen en wens hem een goede zondag.

Vrienden bellen me. Al lang niet meer gehoord. Een uitnodiging voor het huwelijk van hun zoon en ze komen graag eens langs.
Samen naar een tuincentrum Het doet deugd hen terug te zien. Bij een koffietje bijpraten. Mijn voornemen om me sterk te houden, het gezellig te houden, om hen niet af te schrikken, hen niet weg te jagen, sneuvelt bij hun oprechte vragen.
Van binnen snoert alles dicht. Maar ze geven me de ruimte. Tranen. Begrip voor mijn zoeken.
Een idee blijft hangen. Minder missen hoeft niet te betekenen niet meer verlangen. Een theoretische bespiegeling. Geen idee hoe ik dat moet realiseren. Het ene gevoel niet of minder proberen te voelen, het andere toelaten.  Maar kan spelen met dat idee ergens iets ontsluiten? Ik weet het niet.
Maar ik weet wel dat leven voor mij geen zin meer heeft als ik elk gevoel voortdurend te lijf moet gaan. Als het een constant gevecht blijft om niet te voelen, om niet overspoeld te worden door gemis en wanhoop en eenzaamheid.

Na hun bezoek geef  ik me over aan golven van verdriet.
Nu te moe en te pijnlijke leden om nog  te denken. Ik laat het maar rijpen.
Na een huildag, een huilnacht.

donderdag 3 juli 2014

Vakantie

Vakantie.
Eindelijk tijd samen. Genieten van leuke dingen. Buiten, weg uit muffe kantoren met teveel mensen. Natuur en zon. Boven op een berg na een fikse wandeling met je geliefde en de hond. Geen mens in de wijde omgeving te zien.  Achter je  sneeuw, vóór jou groen en een ongelooflijk weids landschap. De wereld aan je voeten.
Uitwaaien aan de zee. Urenlange tochten langs het water.  Picknicken. Lekker eten en nieuwe dingen ontdekken. Cultuur maar ook onverwachte leuke plaatselijke toestanden. Verrassende gesprekken met toevallig passerende autochtonen. Mooie plekjes al of niet door mensenhand ontstaan, vernuftige architectuur.
Geen agenda, geen opgelegde uren of activiteiten. Je niet voortdurend moeten aanpassen aan anderen. Enkel iemand vertrouwd bij je. Afgestemd op elkaar.

Heel mijn lijf snakt naar vakantie, naar rust, naar genieten. Maar ik zit gevangen in een paradox. Loskomen uit de jacht van mijn professioneel leven is terugvallen in mijn eigen leegte. Is opstuwend verdriet en eenzaamheid. Elk weekend al zie ik me genoodzaakt om bezig te blijven om niet te verdrinken in wanhoop. En anders vluchten in de fantasiewereld van een boek of een film. Tenminste als ik er in slaag om me te concentreren.
Doen, handelen en terzelfdertijd voelen dat mijn lichaam niet meer mee wil. Moe. Uitgeput. Het huilen nader dan het lachen. Maar stoppen is ook huilen.

Vermoeidheid weegt maar rust vind ik niet.

Mensen polsen naar mijn vakantieplannen. Ik kan er geen bedenken. Voorlopig nog geen verlofdagen ingepland. De idee dat de kinderen zo wat een hele zomerperiode van huis weg zijn. Dat collega's niet bereikbaar zijn. Dat vrienden en familie voor weken  in den vreemde zitten beangstigt. De herinnering aan de eenzame vakantie vorig jaar duw ik weg. Veroordeeld tot 'niet nadenken over morgen' enkel van dag tot dag leven. De zomer passeert ook.

Een collega en een vriendin doen suggesties. Er zijn toch groepsreizen?  De kans om nieuwe mensen te leren kennen.
Het schrikt me af. In een vreemde omgeving, me de hele dag tussen vreemden moeten sterk houden met als enig alternatief me opsluiten op een onpersoonlijke hotelkamer als het te moeilijk wordt. Niemand vertrouwd in de buurt. Geen energie meer om in anderen te investeren.

Geen enkele groepsreis laat trouwens honden toe. En de hond is tenminste een vertrouwd levend wezen dat bij me hoort.
Toen ik enige maanden geleden een weekendje met de wandelclub naar zee ging gaf de leiband mij nog een beetje het gevoel van met iets verbonden te zijn, bij iets te horen, midden in de groep van koppels en families.
Zelfs al heb ik nooit een band met een dier gehad zoals anderen dat wel lijken te hebben. Ik praat niet met de hond tenzij om hem een of andere bevel of compliment te geven. Af, zit, flink zo, poot...
Maar als er geen band meer is met mensen dan is een dier nog een soort surrogaat. Iets dat je enthousiast begroet. De kat die om een aai komt vragen. Iets dat jouw verzorging nodig heeft. Dat trouw is.
Ik ben blij dat de hond en de katten er zijn als ik thuiskom. Ik heb afleiding door het aanschouwen van de voorspelbare interacties tussen een hautaine kattin en een speelse hond. Die monden steevast uit in geblaas, geren en gejank als hij weer een bloedende jaap in zijn neus heeft. Hij heeft nog steeds niet door dat hij toch telkens het onderspit moet delven.

Groepsreizen bieden meestal een druk en vol programma, waarna je doodmoe thuis komt. Ook hier de weinig aantrekkelijke keuze tussen mee draven of er in je eentje op uit trekken. Met gegarandeerd verdwalen tot gevolg. Of alleen in het hotel achterblijven?

Nieuwe mensen leren kennen. Iets wat ik altijd heb fijn gevonden. Altijd nieuwsgierig en geboeid naar wedervaren van anderen. Maar toen voelde ik me goed. Had ik zelf ook leuke dingen om te vertellen. Nu ontbreekt me de energie en de zin om naar mensen toe te stappen. Voel ik me te kwetsbaar en te onzeker.
Hoe moet ik me voorstellen?
Mama van drie kinderen. Alleen, alleenstaand, gescheiden, verlaten, mijn vrouw verloren...Allemaal woorden die ik niet over mijn lippen krijg. Die zelfs opkomende nausea teweeg brengen terwijl ik ze neerpen. Die ik nog niet kan verbinden met mijn eigen identiteit. Die raken aan een etterend gezwel van emoties die ik niet zo maar met wildvreemden wil delen.
Ik mijd contacten tenzij vluchtige babbels over het weer, de hond of een hot item als de voetbal.
Ik ben ondertussen een meester in het pareren van persoonlijke vragen.

Vakantie. Voor mij een perfecte balans tussen vertrouwd veilig gezelschap en nieuwe ontmoetingen.
Jaren heb ik genoten van fantastische vakanties samen met mijn vrouw. Soms alleen met haar, soms waren de kinderen er bij en op andere momenten ook  andere bevriende koppels. Mensen waar ik me goed bij voelde en waarbij je samen genoot van activiteiten maar elkaar ook als koppel de ruimte liet om apart dingen te ondernemen. In prima verstandhouding.
Ik keek soms weken van tevoren naar deze vakanties uit.
Nu is dit alles weggevallen.
Het lukt me  niet om er een andere invulling aan te geven. Ik kan er zelfs geen bedenken die me nu aangenaam lijkt.
De idee om urenlang alleen in de wagen te moeten rijden of zonder enige privacy urenlang tussen vreemden in een bus te zitten...


Misschien ben ik dan toch liever eenzaam in mijn eigen vertrouwde veilige omgeving met enkel de herinneringen aan wat ooit was dan eenzaam ver weg tussen onbekenden in vreemde contreien.

woensdag 2 juli 2014

Een staartje

Het verhaal van mijn trip naar Edinburgh kent een niet zo leuk staartje.
Mijn moeder licht me in nadat ik goed en wel uitgepakt ben. Ze kon het huis niet meer in zaterdag toen ze de planten kwam water geven. De sleutel raakte niet in het sleutelgat. Slot geforceerd?
Toen ze langs het hek in de tuin keek zag ze dat de fietsen uit het berghok waren gehaald en op het terras stonden. Paniek dus.
Een neef van haar die in de buurt woont opgetrommeld. Een hele operatie met een breinaald om uiteindelijk de deur open te krijgen. Voorzichtig op inspectie. In het berghok ligt een zeil en een kussen. Er heeft duidelijk iemand geslapen tussen de vuilniszakken en het tuingerei.

Navraag bij de buren. Een vrouw is met een ladder langs gekomen en over de poort gekropen en ze heeft een en ander over gegooid. Aangesproken door de buren vertelde ze dat ze niet binnen kon en bij de hond buiten bleef slapen.
De buurvrouw had er duidelijk haar bedenkingen bij.
Mijn moeder denkt er ook het hare van na een telefoontje met de vriendin die het op zich had genomen om voor de hond te zorgen. Ik weet niet wat ik bij het hele verhaal moet denken.
Maar de dieren zijn verzorgd. De hond blij dat we terug zijn. Alles is OK.

Ik bel naar mijn vriendin. Geen gehoor.
Ook gisteren een paar keer gebeld. Ik krijg haar niet aan de lijn.
Deze ochtend een mail. Ze vond het fijn om voor de hond te zorgen. Ze heeft wel gemerkt dat mijn moeder en de buren niet opgezet waren met haar inbraakpoging. De buurvrouw zou gedreigd hebben met politie.
Nu voelt ze zich slecht. Ze wil even bekomen. Even geen contact.

Zucht. Een mail terug om haar te bedanken voor de goede zorgen. Geen probleem met de creatieve oplossing die ze voor het sleutelprobleem heeft gevonden. Ik kan niet anders dan de afstand die ze wenst te respecteren.

dinsdag 1 juli 2014

Congres

Terug thuis na vijf dagen verblijf in het buitenland. De kinderen vergezellen me. Het doet goed om hen rond mij te hebben. Ze zijn uitgelaten en blij elkaar terug te zien.

Een congres rond traumaverwerking. De eerste dag een intensieve workshop rond stabilisatie. De klemtoon ligt op inschatten van het klaar zijn voor traumaconfrontatie. Naast een dagstructuur en vermogen tot zelfregulatie wordt er gehamerd op het kunnen terugvallen op geliefden. Wat volgens de deskundige iets heel anders is dan vrienden. Vrienden zeggen wel dat ze er altijd voor je willen zijn maar je hoort dit niet letterlijk te nemen. Eenmaal, tweemaal, hooguit driemaal kan je hen 's nachts uit bed bellen omdat het niet met je gaat en dan is de vriendschap verleden tijd. Ze krijgt er de lachers mee op haar hand maar ze wil ook haar punt maken.
Het snijdt door mij. Voortdurend vechten om afstand te houden van wat gezegd wordt, het niet op mezelf te betrekken, mijn eigen gemis niet te voelen. Tranen en wanhoop terug naar binnen te dringen.

Tijdens oefeningen werken met persoonlijk materiaal. Een moment dat je dreigde door het lint te gaan. Dansen op een slappe koord. Professioneel afstand houden van je eigen pijnlijke falen dat nog zo voelbaar is.
Ademen doet pijn. Het blok duwt en wringt zich dieper in mijn borstkas.
Tussenin afleiding proberen zoeken door oppervlakkige praatjes aan te gaan met Italiaanse, Hongaarse, Oostenrijkse en Nederlandse collega's. Iedereen lijkt opgewekt en terzelfdertijd besef je dat ze net als jezelf een rol kunnen spelen. Wat is nog echt? Wie is nog echt?

Na een slapeloze nacht - wat een hels straatlawaai in Edinburgh - staat mijn besluit vast. Ik kies voor een workshop rond een praktijkinstrument en in de namiddag een over positieve psychologie en trauma.
Dit lijkt veiliger, minder emotioneel geladen.
Maar de dag begint plenair met een getuigenis van een mama wier dochter elf jaar geleden vermoord en verkracht is. Haar beschrijving van de lichamelijk ervaren pijn, het onvermogen om zonder pijn te ademen, de angst om gek te worden, niet meer kunnen genieten, het onbegrip van haar omgeving als het na een tijd niet lukt om haar leven weer op te nemen, haar verlangen om het te stoppen, om op te geven...De herkenning snoert alles dicht van binnen. Vechten tegen de tranen. Niet wegkunnen, gevangen in het midden van een rij collega's. Nauwelijks mijn lichaam onder controle.
Tijdens de pauze ademhalingsoefeningen op het toilet, ingaan tegen de drang om weg te lopen naar mijn appartement en onder mijn dekbed te gaan uithuilen.

Positieve psychologie.
Toch met een zekere nieuwsgierigheid naar de workshop. Een collega zei me onlangs dat ze veel aan de principes gehad heeft tijdens de verwerking van haar scheiding.
Misschien haal ik er ook wel iets uit.
Een ervaringsoefening om in het nu te blijven. Geen goed idee. De tranen stuwen onmiddellijk naar boven. Me concentreren op de gelakte teennagels van de collega voor me.
Elke nagel met een andere tekening. Ieder zijn verzetje.
De experte legt de nadruk op  persoonlijke groei door de verwerking van een trauma. Vijfennegentig procent van de mensen die een trauma verwerkt hebben zouden er sterker uit komen. De basis voor deze cijfers wordt niet meegedeeld. Maar het raakt.
Is er dan iets mis met mij? Ik ben niet echt een beter mens geworden door het verlies van mijn job, verlies van vrienden, van mijn vader. Ik heb enkel geleerd om me terug te plooien op mijn gezin, op mijn vrouw. Die kon ik vertrouwen, die was er altijd voor me.
En nu? Ik heb me nooit zo zwak, kwetsbaar en eenzaam gevoeld als nu. Ik slaag er amper nog in om mijn werk naar behoren te doen. Ik scherm me voortdurend af in mijn therapeutisch werk en kan nog nauwelijks mezelf zijn.

Na de pauze verdwijn ik. Het is genoeg geweest. Cynisch bedenk ik dat dit bijna secundaire traumatisering is. Ik vlucht. Bekomen door  even in een thriller onder te duiken. Tot rust komen met een boek. 's Avonds wat afleiding door een etentje met een collega, haar dochter en de kinderen.

Ik hou het congres voor bekeken en ga de laatste dag op stap met de kinderen. Lichamelijk en emotioneel uitgeput maar blij met hun opgewekt getater. De stad verkennen, een boottochtje en uit eten. Ik heb ze nog even voor mij. Vanaf woensdag zijn ze de hele maand op kamp of gaan werken. Nog even profiteren van hun gezelschap.