dinsdag 1 juli 2014

Congres

Terug thuis na vijf dagen verblijf in het buitenland. De kinderen vergezellen me. Het doet goed om hen rond mij te hebben. Ze zijn uitgelaten en blij elkaar terug te zien.

Een congres rond traumaverwerking. De eerste dag een intensieve workshop rond stabilisatie. De klemtoon ligt op inschatten van het klaar zijn voor traumaconfrontatie. Naast een dagstructuur en vermogen tot zelfregulatie wordt er gehamerd op het kunnen terugvallen op geliefden. Wat volgens de deskundige iets heel anders is dan vrienden. Vrienden zeggen wel dat ze er altijd voor je willen zijn maar je hoort dit niet letterlijk te nemen. Eenmaal, tweemaal, hooguit driemaal kan je hen 's nachts uit bed bellen omdat het niet met je gaat en dan is de vriendschap verleden tijd. Ze krijgt er de lachers mee op haar hand maar ze wil ook haar punt maken.
Het snijdt door mij. Voortdurend vechten om afstand te houden van wat gezegd wordt, het niet op mezelf te betrekken, mijn eigen gemis niet te voelen. Tranen en wanhoop terug naar binnen te dringen.

Tijdens oefeningen werken met persoonlijk materiaal. Een moment dat je dreigde door het lint te gaan. Dansen op een slappe koord. Professioneel afstand houden van je eigen pijnlijke falen dat nog zo voelbaar is.
Ademen doet pijn. Het blok duwt en wringt zich dieper in mijn borstkas.
Tussenin afleiding proberen zoeken door oppervlakkige praatjes aan te gaan met Italiaanse, Hongaarse, Oostenrijkse en Nederlandse collega's. Iedereen lijkt opgewekt en terzelfdertijd besef je dat ze net als jezelf een rol kunnen spelen. Wat is nog echt? Wie is nog echt?

Na een slapeloze nacht - wat een hels straatlawaai in Edinburgh - staat mijn besluit vast. Ik kies voor een workshop rond een praktijkinstrument en in de namiddag een over positieve psychologie en trauma.
Dit lijkt veiliger, minder emotioneel geladen.
Maar de dag begint plenair met een getuigenis van een mama wier dochter elf jaar geleden vermoord en verkracht is. Haar beschrijving van de lichamelijk ervaren pijn, het onvermogen om zonder pijn te ademen, de angst om gek te worden, niet meer kunnen genieten, het onbegrip van haar omgeving als het na een tijd niet lukt om haar leven weer op te nemen, haar verlangen om het te stoppen, om op te geven...De herkenning snoert alles dicht van binnen. Vechten tegen de tranen. Niet wegkunnen, gevangen in het midden van een rij collega's. Nauwelijks mijn lichaam onder controle.
Tijdens de pauze ademhalingsoefeningen op het toilet, ingaan tegen de drang om weg te lopen naar mijn appartement en onder mijn dekbed te gaan uithuilen.

Positieve psychologie.
Toch met een zekere nieuwsgierigheid naar de workshop. Een collega zei me onlangs dat ze veel aan de principes gehad heeft tijdens de verwerking van haar scheiding.
Misschien haal ik er ook wel iets uit.
Een ervaringsoefening om in het nu te blijven. Geen goed idee. De tranen stuwen onmiddellijk naar boven. Me concentreren op de gelakte teennagels van de collega voor me.
Elke nagel met een andere tekening. Ieder zijn verzetje.
De experte legt de nadruk op  persoonlijke groei door de verwerking van een trauma. Vijfennegentig procent van de mensen die een trauma verwerkt hebben zouden er sterker uit komen. De basis voor deze cijfers wordt niet meegedeeld. Maar het raakt.
Is er dan iets mis met mij? Ik ben niet echt een beter mens geworden door het verlies van mijn job, verlies van vrienden, van mijn vader. Ik heb enkel geleerd om me terug te plooien op mijn gezin, op mijn vrouw. Die kon ik vertrouwen, die was er altijd voor me.
En nu? Ik heb me nooit zo zwak, kwetsbaar en eenzaam gevoeld als nu. Ik slaag er amper nog in om mijn werk naar behoren te doen. Ik scherm me voortdurend af in mijn therapeutisch werk en kan nog nauwelijks mezelf zijn.

Na de pauze verdwijn ik. Het is genoeg geweest. Cynisch bedenk ik dat dit bijna secundaire traumatisering is. Ik vlucht. Bekomen door  even in een thriller onder te duiken. Tot rust komen met een boek. 's Avonds wat afleiding door een etentje met een collega, haar dochter en de kinderen.

Ik hou het congres voor bekeken en ga de laatste dag op stap met de kinderen. Lichamelijk en emotioneel uitgeput maar blij met hun opgewekt getater. De stad verkennen, een boottochtje en uit eten. Ik heb ze nog even voor mij. Vanaf woensdag zijn ze de hele maand op kamp of gaan werken. Nog even profiteren van hun gezelschap.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten