donderdag 3 juli 2014

Vakantie

Vakantie.
Eindelijk tijd samen. Genieten van leuke dingen. Buiten, weg uit muffe kantoren met teveel mensen. Natuur en zon. Boven op een berg na een fikse wandeling met je geliefde en de hond. Geen mens in de wijde omgeving te zien.  Achter je  sneeuw, vóór jou groen en een ongelooflijk weids landschap. De wereld aan je voeten.
Uitwaaien aan de zee. Urenlange tochten langs het water.  Picknicken. Lekker eten en nieuwe dingen ontdekken. Cultuur maar ook onverwachte leuke plaatselijke toestanden. Verrassende gesprekken met toevallig passerende autochtonen. Mooie plekjes al of niet door mensenhand ontstaan, vernuftige architectuur.
Geen agenda, geen opgelegde uren of activiteiten. Je niet voortdurend moeten aanpassen aan anderen. Enkel iemand vertrouwd bij je. Afgestemd op elkaar.

Heel mijn lijf snakt naar vakantie, naar rust, naar genieten. Maar ik zit gevangen in een paradox. Loskomen uit de jacht van mijn professioneel leven is terugvallen in mijn eigen leegte. Is opstuwend verdriet en eenzaamheid. Elk weekend al zie ik me genoodzaakt om bezig te blijven om niet te verdrinken in wanhoop. En anders vluchten in de fantasiewereld van een boek of een film. Tenminste als ik er in slaag om me te concentreren.
Doen, handelen en terzelfdertijd voelen dat mijn lichaam niet meer mee wil. Moe. Uitgeput. Het huilen nader dan het lachen. Maar stoppen is ook huilen.

Vermoeidheid weegt maar rust vind ik niet.

Mensen polsen naar mijn vakantieplannen. Ik kan er geen bedenken. Voorlopig nog geen verlofdagen ingepland. De idee dat de kinderen zo wat een hele zomerperiode van huis weg zijn. Dat collega's niet bereikbaar zijn. Dat vrienden en familie voor weken  in den vreemde zitten beangstigt. De herinnering aan de eenzame vakantie vorig jaar duw ik weg. Veroordeeld tot 'niet nadenken over morgen' enkel van dag tot dag leven. De zomer passeert ook.

Een collega en een vriendin doen suggesties. Er zijn toch groepsreizen?  De kans om nieuwe mensen te leren kennen.
Het schrikt me af. In een vreemde omgeving, me de hele dag tussen vreemden moeten sterk houden met als enig alternatief me opsluiten op een onpersoonlijke hotelkamer als het te moeilijk wordt. Niemand vertrouwd in de buurt. Geen energie meer om in anderen te investeren.

Geen enkele groepsreis laat trouwens honden toe. En de hond is tenminste een vertrouwd levend wezen dat bij me hoort.
Toen ik enige maanden geleden een weekendje met de wandelclub naar zee ging gaf de leiband mij nog een beetje het gevoel van met iets verbonden te zijn, bij iets te horen, midden in de groep van koppels en families.
Zelfs al heb ik nooit een band met een dier gehad zoals anderen dat wel lijken te hebben. Ik praat niet met de hond tenzij om hem een of andere bevel of compliment te geven. Af, zit, flink zo, poot...
Maar als er geen band meer is met mensen dan is een dier nog een soort surrogaat. Iets dat je enthousiast begroet. De kat die om een aai komt vragen. Iets dat jouw verzorging nodig heeft. Dat trouw is.
Ik ben blij dat de hond en de katten er zijn als ik thuiskom. Ik heb afleiding door het aanschouwen van de voorspelbare interacties tussen een hautaine kattin en een speelse hond. Die monden steevast uit in geblaas, geren en gejank als hij weer een bloedende jaap in zijn neus heeft. Hij heeft nog steeds niet door dat hij toch telkens het onderspit moet delven.

Groepsreizen bieden meestal een druk en vol programma, waarna je doodmoe thuis komt. Ook hier de weinig aantrekkelijke keuze tussen mee draven of er in je eentje op uit trekken. Met gegarandeerd verdwalen tot gevolg. Of alleen in het hotel achterblijven?

Nieuwe mensen leren kennen. Iets wat ik altijd heb fijn gevonden. Altijd nieuwsgierig en geboeid naar wedervaren van anderen. Maar toen voelde ik me goed. Had ik zelf ook leuke dingen om te vertellen. Nu ontbreekt me de energie en de zin om naar mensen toe te stappen. Voel ik me te kwetsbaar en te onzeker.
Hoe moet ik me voorstellen?
Mama van drie kinderen. Alleen, alleenstaand, gescheiden, verlaten, mijn vrouw verloren...Allemaal woorden die ik niet over mijn lippen krijg. Die zelfs opkomende nausea teweeg brengen terwijl ik ze neerpen. Die ik nog niet kan verbinden met mijn eigen identiteit. Die raken aan een etterend gezwel van emoties die ik niet zo maar met wildvreemden wil delen.
Ik mijd contacten tenzij vluchtige babbels over het weer, de hond of een hot item als de voetbal.
Ik ben ondertussen een meester in het pareren van persoonlijke vragen.

Vakantie. Voor mij een perfecte balans tussen vertrouwd veilig gezelschap en nieuwe ontmoetingen.
Jaren heb ik genoten van fantastische vakanties samen met mijn vrouw. Soms alleen met haar, soms waren de kinderen er bij en op andere momenten ook  andere bevriende koppels. Mensen waar ik me goed bij voelde en waarbij je samen genoot van activiteiten maar elkaar ook als koppel de ruimte liet om apart dingen te ondernemen. In prima verstandhouding.
Ik keek soms weken van tevoren naar deze vakanties uit.
Nu is dit alles weggevallen.
Het lukt me  niet om er een andere invulling aan te geven. Ik kan er zelfs geen bedenken die me nu aangenaam lijkt.
De idee om urenlang alleen in de wagen te moeten rijden of zonder enige privacy urenlang tussen vreemden in een bus te zitten...


Misschien ben ik dan toch liever eenzaam in mijn eigen vertrouwde veilige omgeving met enkel de herinneringen aan wat ooit was dan eenzaam ver weg tussen onbekenden in vreemde contreien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten