woensdag 22 oktober 2014

Geloof je er nog in?

Heb je nog wat van haar gehoord?
We zijn net snel op twee vrij gekomen plaatsen geschoven  in een overvolle trein. Het eerste deel van de reis hebben we rechtstaand in het gangpad gepraat over het gebrek aan een sociaal armoedebeleid van onze nieuwe regering. Het is dan ook onverwacht dat hij polst naar mijn vrouw. Onmiddellijk voel ik de tranen opwellen.
Nee, ik heb niets meer van haar gehoord. Heb haar ook  al sinds januari niet meer gezien. De flits ontmoeting op de rechtbank was de laatste keer dat ik haar zag.
Ik besta niet meer voor haar. Ze leeft een ander leven. Schijnbaar gelukkig met haar nieuwe vrouw, haar nieuwe 'kids' en binnenkort haar nieuwe hond.

Hij kan er niet bij. Het is niet normaal. Hij heeft zo vaak met haar gepraat, ook over intieme dingen als ze samen vorming gingen geven.
Nooit heeft ze laten merken dat ze zich niet goed voelde in de relatie. Nooit heeft ze aangegeven dat ze het samenleven met mij niet meer zag zitten. Integendeel.
En toen ze nu bijna een jaar geleden op vraag van een serviceclub met hem contact opnam om hun gebruikelijke vorming nog eens aan een afdeling  te geven, leek het alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Ze was zoals ze altijd was. Hij is er zelf over begonnen. Hij wou weten wat er aan de hand was.
De kinderen en mijn gezondheid. Tja, daar breek je toch geen huwelijk voor op. Van een nieuwe relatie sprak ze niet.
Sindsdien heeft hij niets meer van haar gehoord. Vreemd toch. Ze hebben zo vaak en intens samen gewerkt.

Of dit dan niet mijn kijk op armoede heeft veranderd?
Ja, waar ik vroeger overtuigd was dat mensen hun armoede-ervaringen, hun kwetsuren in hun vroegste hechtingsrelaties konden te boven komen, heb ik het nu veel moeilijker om dit nog echt te geloven.
Ik probeer het voorzichtig te formuleren, wetende dat hij een sterk geëngageerd hulpverlener is in de armoede-sector.
Maar hij onderbreekt me. Ik weet het ook niet meer, zegt hij. Jullie waren voor mij het levende bewijs dat het werkt, dat het kan. Dat liefde, stabiliteit en kansen tot zelfontplooiing  - en die zijn er zeker geweest bij jullie- sociale mobiliteit en herstel mogelijk maken. Binnen de sector lijkt het al zo vaak de processie van Echternach als je met mensen in armoede een weg gaat.

Het raakt. De tranen lopen over mijn wangen. Hij verwoordt ook mijn worsteling. Wat zegt het over hoe je met menselijke bindingen omgaat als je van de ene op de andere dag je partner, de kinderen die je mee hebt opgevoed, je hond, al wat je samen aan goederen bijeen gespaard hebt, het huis dat je eigenhandig mee vormgegeven hebt, je vrienden en zelfs een aantal externe collega's van de ene op de andere dag de rug toekeert? En niet meer omkijkt?
Was er dan eigenlijk wel iets van hechting?
Heb ik mezelf misschien al die jaren iets wijsgemaakt?
Wou ik zo graag geloven dat het mogelijk was? Dat het echt was, echte liefde was tussen ons.
En hoe moet ik nu met cliënten om?
Ik die er steeds rotsvast in geloofde dat het mogelijk was. Kan ik zelfs hier in niet meer echt zijn? Veinzen?

Eens in de auto lucht een huilbui op. Maar het gesprek geeft ook rust. Een ervaren van begrip voor de impact die mijn verlies ook op mijn 'professionele ik' heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten