zondag 16 november 2014

Lippenstift

Ik stift mijn lippen terwijl ik mezelf gadesla in de spiegel. Het is de eerste keer na meer dan één jaar dat ik me maquilleer.
Op 1 juni 2013 deed ik dat voor de laatste maal toen ik me opmaakte om samen met mijn vrouw naar een meeting te gaan van de Zonta dames in Brugge.
Mijn vrouw moest er spreken voor deze groep begoede en geëngageerde dames en uiteraard wilden we allebei een goeie indruk maken.
Schminken was trouwens iets waar ik elke werkdag mee begon. Enkel in het weekend liet ik het wel eens.

Ook vanavond maak ik me klaar voor een avond georganiseerd door een service-club. Op voorzet van onze burgemeester schenken de Fifty One mannen van Wetteren de welzijnschakel van Lede een royale som.
Toen de verantwoordelijke me dan ook vroeg om haar en haar man te vergezellen naar het eetfestijn -want ze wou het niet alleen in ontvangst nemen - zei ik toe. Dat zij en haar man een glaasje kunnen drinken als ik Bob ben, apprecieert ze heel erg. Mijn engagement  voor de schakel stond het laatste jaar wel op een heel laag pitje dus ik heb wat goed te maken en ik had toch nog niets gepland.

Het voelt vreemd aan om mezelf  onder handen te nemen. Niet willen onderdoen voor het volk dat ik op het eetfestijn verwacht is onderdeel van mijn motivatie.
De bedenking dat ik in gezelschap van een echtpaar dat de leeftijd van mijn ouders heeft ben en er vermoedelijk weinig persoonlijks wordt uitgewisseld stelt me gerust. Geen reden te verwachten voor tranen, dus geen uitgelopen mascara.
Ik aarzel om juwelen aan te doen, maar alleen al het zien van de box met de ketting die mijn vrouw me schonk voor mijn vijftigste verjaardag doet de krop in mijn keel aanzwellen. Zonder gaat ook.

Eens ter plekke krijgen we gezelschap van bekenden van mijn gezellen.   Zij behoren tot een andere organisatie die ook een schenking in ontvangst mag nemen. De gezwollen vingerstompen aan de rechterhand van de man trekken de aandacht. Het bloederig relaas van de amputatie van zijn vingerkootjes door de grasmachine een paar weken terug biedt een hele tijd stof tot gesprek. Hij demonstreert hoe hij alternatieve manieren zoekt om een mes en een stylo te hanteren. Zijn rits sluiten is niet zo evident. Maar hij leert het nog wel. Hij is optimistisch.
Eens aan tafel brengt de tegenvallende kreeft het gesprek op vakantie-ervaringen. De Thaïse kreeft zou bij uitstek de beste zijn. En voor nog geen twintig frank perfect bereid. Het zijn levensgenieters. Dat mag duidelijk zijn. Er staan nog wel wat reisbestemmingen op het programma.

Ik luister. Tenminste dat probeer ik. De muziek staat loeihard, de bassen zinderen doorheen heel mijn lijf na een hele dag thuis in stilte. Vaak beperk ik me dan ook tot knikken of is mijn reactie meer bepaald door wat ik meen op te maken uit de mimiek van mijn tafelgenoten dan dat ik helemaal mee ben met het verhaal. Maar de gekwetste man en de verantwoordelijke praten  aan één stuk door. Een paar keer vraag ik om dingen te herhalen en geef ik aan dat ik door de muziek enkel mijn rechtstreekse buur en overbuur kan volgen maar dit wordt nauwelijks opgepikt. Ik laat ze maar ratelen.

Na de maaltijd wordt er uitgenodigd tot dansen. Een Fifty Oner brengt als opwarmer een Tura-imitatie. De hele zaal brult mee. Mijn tafelgenoten, deel uitmakend van een plaatselijke koor, kwelen luidop mee. Mijn kennis van de liedjes beperkt zich echter tot refreintjes dus ik doe alsof.
'Ik ben zo eenzaam zonder jou'. Mijn maag slaat in de knoop. Mijn make-up indachtig vlucht ik naar de toiletten. Ik mag nu niet huilen.
Ik weet weer waarom ik thuis geen muziek meer draai.
Onder luid applaus laat de imitator het na een paar liedjes en een polonaise over aan de DJ.
'Les Lacs du connemara', schalt even later door de luidsprekers. Herinneringen aan uitgelaten momenten met mijn vrouw dansend en met een zakdoek zwaaiend op de tafel schieten door me heen. Ik ben nu om een andere reden in de weer met mijn zakdoek.
De druk in mijn borstkas neemt gestaag toe. Mezelf dwingen om me te concentreren op mijn disgenote die doorratelt over de plaatselijke politiek.
Opluchting als de muziek stopt. De cheque wordt overhandigd. Zelfs onze burgemeester komt hier voor op de proppen.
Zichtbaar aangeschoten komt hij bij ons aan tafel zitten. Doet het relaas van zijn recente audiëntie bij de paus, nog steeds geroerd bij de herinnering.
Pas als hij afscheid neemt met veel gekus - zijn lippen lijken aan mijn hand te blijven plakken - en uitgebreid geknuffel - vooral met de aanwezige vrouwen - , durf ik het aan om voorzichtig te beginnen over huiswaarts keren.
Er worden teveel melodietjes gedraaid die mijn ziel raken.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten