zaterdag 8 november 2014

Relativeren


Mijn stiefzoon is zesentwintig geworden. Zoals gewoonlijk stuur ik verjaardagwensen en al snel krijg ik een bedankje terug. Zestien jaar geleden kwam hij voor de eerste keer met mijn vrouw bij me thuis. Een verlegen lief ventje. Nu een uit de kluiten gewassen jonge kerel, al een paar jaar aan het werk, op handen gedragen door zijn talrijke nichten en omringd door een ruime voetbalminnende vriendenkring.
Af en toe krijg ik nog een berichtje. Af en toe stuur ik een berichtje. Maar daar blijft het bij. Ook hij behoort niet meer tot mijn leven.
Maar het raakt als ik de foto's zie van zijn verjaardagsfeest. In zijn gezelschap, mijn vrouw breeduit lachend, met in haar gezelschap haar vriendin, haar nieuwe stiefdochter en haar vriend.

Het blok wringt al weer zwaar als ik wakker word. Beseffen dat ik onmogelijk alle dingen die ik op mijn to do lijstje staan heb, vandaag klaar krijg. Mijn keuken is een ravage. Wassen, naar het containerpark, mijn verslagen schuif ik maar door naar morgenmiddag, opruimen, brood bakken, tandarts bellen, tuinman bellen, klusjesman opnieuw bellen, lampen vervangen, mijn pechverhelping in orde brengen, naar de bank, naar de dierenwinkel, naar de supermarkt, naar mijn moeder, mijn dochter wegbrengen...
En proberen om niet stil te staan bij de eenzaamheid. Dingen doen en beseffen dat ik voortdurend moet relativeren. Er is niemand thuis dus het lukt me niet om mijn overtrek behoorlijk- naar mijn goesting - over mijn dekbed te krijgen. Ik kras mijn auto als ik de volle wasmand afval maar met moeite in mijn wagen getild krijg. Mijn livingdeur geblokkeerd door een stuk gewrongen slot.
Een kwartier de straat blokkeren omdat de versnellingspook weer niet in 'achteruit' wil.
Dingen die je normaal samen deed of waar mijn vrouw wel raad mee wist, lukken nu eenmaal niet zo goed als je het alleen moet doen. 'Dringende' dingen moeten maar even minder dringend worden. Almaar relativeren.

Als ik om vijf uur uitgeteld in de zetel plof komen de tranen. Een hele dag in de weer. Waarom nog?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten