vrijdag 11 oktober 2013

Mensen

Mijn zoon is gisteren thuisgekomen van een omzwerving door Azië. Tot het laatste moment had ik de gedachte aan zijn thuiskomst voor me uit geschoven. Bang dat er iets ging tussen komen, bang voor de emoties, bang om gekwetst te worden als hij net als mijn dochter een week tevoren misschien kribbig, vermoeid en weinig aanspreekbaar zou blijken.

Van binnen overspoeld door verdriet, liefde, wanhoop en toch proberen hem rustig te ontvangen. Zijn knuffel wat op een afstand houden want je wil niet onmiddellijk beginnen wenen.
De nood voelen om me helemaal over te geven aan zijn armen, me te laten troosten zoals ik alleen bij haar kon. Nu bij niemand meer.

Hij is blij om thuis te zijn. Hij is zijn bril kwijt, meegesleurd door de golven tijdens een zwempartij in zee, een tandenborstel en nog wat klein grut maar het was een fijne vakantie. Hij is mooi gebruind en de foto's vertellen over prachtige ervaringen. Trots toont hij het duikbrevet dat hij in Thailand gehaald heeft.

Als hij even naar boven is kan ik de tranen laten komen. Een telefoontje van mijn moeder. Ze hoort aan mijn stem dat het niet gaat en reageert verrast. Wat is er? Is er iets gebeurd? Nee, er is niets gebeurd. Wat is er dan? Ik kan niet meer antwoorden. Ze weet wat er is. Wat kan ik nog zeggen? Het blok weegt zwaar van binnen en ontneemt me soms alle adem. Ik zeg toe om samen met mijn zoon die avond bij haar aan tafel aan te schuiven.

De papieren voor mijn aanvraag deeltijds werken zitten weer niet bij de post. Wat moet ik doen? Maandag moet ik starten en zonder zicht op een goedkeuring door de mutualiteit en de financiële gevolgen kan ik het risico niet nemen. Toch maar alle uren presteren? Straks bellen naar mijn leidinggevende.

Twee gerechtsaanstellingen bij de post. Werk. De vermoeidheid laat zich voelen in elke vezel van mijn lichaam. Terzelfdertijd beseffen dat ik geen keuze heb. Ik moet verder. Ik moet zorgen voor brood op de plank.
Een sterk verlangen naar haar, om thuis te komen, me over te geven aan haar. Alles van binnen moeten inzetten om dit terug te dringen. Het heeft geen zin. Ze moet me niet meer.


Reacties van mensen op het nieuws dat ze weg is. Ze moet daar al lang mee bezig geweest zijn. Zo'n drastische beslissing komt niet uit het niets.
Wat zegt dat dan over mij? Ik leefde in functie van mijn gezin, van haar en de kinderen. Elke gemoedschommeling bij haar dacht ik op te vangen. Ik meende haar te kennen, te voelen. Haar gelaat was een open boek  - dacht ik. Als ze zich niet goed voelde, als ze het met iets niet eens was, als ze boos was...dan kon je er niet naast kijken. Dan praatten we er over.  En toch heb ik niet gemerkt dat ze zich van me afkeerde. Ja, ze was al een tijdje prikkelbaar en soms leek ze wat onverschillig als ik overvallen werd door pijn. Dit laatste raakte me maar verkeerdelijk interpreteerde ik dit als een pogen van haar om eindelijk te respecteren dat ik zelf wou kiezen welke behandeling ik wou of hoeveel troep ik slikte tegen de pijn.
Maar er waren ook de momenten in de weken voor haar vertrek die ik ervoer als 'echt samen'.  Samen een etentje voorbereiden voor vrienden, enthousiast zijn als alles lukt en iedereen verrukt is over de creaties die we hen samen voorzetten.
Samen haar zoon opvangen die in zak en as zit nadat zijn liefje hem heeft laten zitten. Samen toeleven naar de '1000 km tegen kanker', van uur tot uur opvolgen via haar sms'jes hoe ver de ploeg zit. Samen aan het ontbijt, samen aan het avondmaal bijpraten over de dagdagelijkse dingen. In elkaars armen in slaap vallen.
Samen virtueel een wandmeubel creëren dat volledig beantwoordt aan wat in ons huisje past, met hoge schappen voor haar stripcollectie.
Samen met de kinderen en oma gaan eten voor de verjaardag van de jongste. Dat heeft zij nog geregeld - één week voor zij vertrok.
Hoe komt het dat ik niet door had dat ze zich niet meer goed voelde bij mij. Dat ze me beu werd. Dat ze bij iemand anders wou zijn. Iemand van wiens bestaan ik zelf niet op de hoogte was.
Hoe heb ik dit niet kunnen zien?


Mensen lijken te besluiten dat we uit elkaar gegroeid waren, na zoveel jaar oppervlakkig naast elkaar leefden en zij er dan maar de stekker uit getrokken heeft toen ze iemand anders ontmoette.
Ze halen voorbeelden aan van andere koppels die na jaren ook op een dergelijke manier zijn uiteen gegaan. Het gebeurt meer.
Het raakt. Dit is niet hoe ik het ervaar. Ik laat de mensen maar. Maar een stemmetje van binnen waarschuwt. Beseffen dat ik me meer en meer terug trek in een poging om me te beschermen tegen reacties van mensen.
Gekwetst door mensen die zich terugtrekken, van wie ik niets meer hoor. Ze doen maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten