vrijdag 3 januari 2014

ET

Deze ochtend om vijf uur maar begonnen met de vaat. Het mislukte brood van gisteren in de GFT container gekieperd en een nieuw opgezet. Hopen dat de steenharde klomp het gevolg is van een eigen stommiteit en niet betekent dat je broodoven het opgeeft. Wat opruimen, net geen tijd meer om te stofzuigen.

Slapen lukte niet meer nadat ik om half vier wakker werd met een volle blaas.
Moe vertrokken naar Leuven.
Het is alsof het verdriet zachtjes mee gaat in de stroom. Voortdurend aanwezig maar de storm is gaan liggen. Af en toe scherp opduikend om dan weer wat in de kabbelende beweging te worden meegenomen. Uitputting lijkt verdovend te werken.

Op de trein naar Leuven zijn het de herinneringen aan sensaties en aanrakingen door mijn vrouw die mij tot troost zijn. Ik voel ze op mijn lippen, mijn huid, haar adem in mijn oren. Me voortdurend bewust van de ring om mijn vinger.
Mijn hele wezen snakt naar haar. Het boek dat ik mee heb om de tijd te doden boeit niet waardoor het zijn doel mist.
De herinneringen maken haar vertrek opnieuw absurd, onbegrijpelijk. En toch is het niet enkel een nachtmerrie.
Het onwezenlijke houdt de hele dag aan. Jezelf zien meedenken en redeneren in een overleg terwijl een deel van je zich afvraagt waarom je je in Godsnaam met die dingen bezig moet houden.
Mensen praten en vertellen. Wisselen Nieuwjaarswensen uit. Maken zich druk over dingen die er voor jou helemaal niet meer toe doen. Je loopt er bij alsof je een verdwaalde extraterrestrial bent.
Van binnen verlang je maar één ding.

Naar huis. Leeg. De kinderen voor een hele maand afgezonderd in Gent om de examens door te spartelen. Een hond en twee katten die aandacht vragen. Het lukt me nauwelijks nog mijn lijf in beweging te zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten