zondag 1 juni 2014

Building bridges en de 1000 km

De pijn van binnen is niet te houden. Een heel lang weekend opvullen met activiteiten. Werken. Verslagen. Een crisisdebriefing in een bedrijf. Een barbecue bij vrienden. Een wandeling met andere vrienden. Tussenin boodschappen doen, het gras afrijden en opruimen. De was blijft dit weekend maar eens liggen.
Mijn vrouw rijdt dit weekend de 1000 km van Kom op tegen kanker. De herinneringen aan vorig jaar snijden door mijn vel. Samen er naar toe leven, haar trainingen mogelijk maken, een spaghettifestijn en een pannenkoekenslag. In het weekend zelf geveld door koorts en zonder stem in bed maar ze houdt me voortdurend op de hoogte. Via sms-en de hele trip meebeleefd. Trots en fier op haar prestaties.
Nu moedigen anderen haar aan, kom ik er niet meer aan te pas.
Ze heeft ze veilig gehaald. Vijfhonderd kilometer in twee dagen. Ze doet het toch maar weer.
Bejubeld door heel wat enthousiaste supporters. Het goede doel is er wel mee.


Vandaag één jaar geleden kwam er een einde aan mijn geluk. Heb ik me voor het laatst goed gevoeld.

Aan de vooravond van een weekendje uit in Hasselt en Bokrijk. Ik had er lang naar uit gekeken maar mijn vrouw was zichzelf niet.
Drie weken nadat we het weekend hadden vastgelegd heeft ze de uitnodiging gekregen van de Zonta serviceclub om op hun West-Vlaamse area meeting te komen getuigen. Dit vond ze een hele eer. Zaterdagochtend spreken voor een groep vooraanstaande 'super'-vrouwen. Maar zo had ik me het begin van een eerste gezamenlijk weekendje na maanden intensieve trainingen niet voorgesteld. Ik heb me er al morrend bij neergelegd. Het leek zo belangrijk voor haar.
We zouden het weekend dus starten in Brugge.
Haar interview was voorbereid maar anders dan anders - mijn vrouw is het wel gewoon om te spreken voor groepen - was ze verschrikkelijk nerveus.
Samen met haar de avond voordien de schriftelijke voorbereiding verschillende malen doorgenomen. Haar verzekeren dat ze dat zeker goed ging doen. Daar is ze immers sterk in, mensen enthousiasmeren, mee krijgen in haar verhaal.

Toen had ik er nog niet het flauwste benul van dat haar zenuwachtigheid niet kwam door het vooruitzicht om deze mensen toe te spreken. Dat ze met heel andere dingen in haar hoofd zat.
Ik was zelfs verrast toen ze tijdens haar getuigenis de hele voorbereiding leek te zijn vergeten, ontzettend in de war was en ze zich uitsloofde in een heleboel superlatieven om de groep grotendeels onbekende vrouwen te overtuigen hoeveel ze aan het contact met hen te danken had. Hoe belangrijk het is dat er bruggen gebouwd worden tussen mensen in armoede en mensen aan de andere kant van de maatschappelijke ladder. De vrouwen applaudisseerden en leken de dankbetuigingen erg te appreciëren.
Met een kus en een kneepje in haar hand liet ik merken hoe fier ik op haar was toen ze opnieuw naast me plaatsnam.
Wel drie keer vroeg ze me of het goed was wat ze gebracht had. Ik verzekerde haar dat iedereen tevreden was en het duidelijk gesmaakt werd.
Nadien receptie. Ze bleef  even nerveus. Algauw liet ze me met een paar vrouwen alleen aan een tafeltje staan. Buiten voor de gebruikelijke sigaret. Die heel erg lang duurde.
Na de hapjes en het drankje in de auto. Ze is heel stil. Moe, zegt ze, als ik vraag wat er scheelt. Ziet ze het nog zitten om door te rijden naar Hasselt?  Ze vraagt wat ik wil. Uiteraard zou ik graag gaan. We kunnen ook wel uitrusten in het hotel. Een namiddagje shoppen zit er duidelijk niet meer in. Mijn vrouw is uitgeput.
Ik voel de afstand. Ik sus mezelf met het feit dat ze het heel druk en zwaar heeft gehad de laatste tijd. Met het werk, haar Zonta-project, de trainingen, de zoektocht naar sponsors en de 1000 km  zelf.

Pas als ze zich die avond in bed van me wegdraait, me voor het eerst in dertien jaar niet in haar armen neemt, voel ik dat er iets serieus mis is. Dit is niet meer normaal. Er komt geen uitleg. Ze is gewoon moe.
Pijn. Verdriet omdat ze de start van ons weekendje verbrodt, om de onverklaarde afstand die de laatste weken wel vaker opdook.

Wist ik veel dat dit nog maar een peulenschil was van wat me te wachten stond.
Dat ik 's anderendaags in een emotionele rollercoaster terecht zou komen die ik maar niet kan stoppen.
De pijn, het gemis, de leegte, de eenzaamheid...ik weet echt niet meer hoe ik ze nog langer kan dragen. Kan mijn hart het niet gewoon opgeven?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten