donderdag 19 juni 2014

Verlangen


Vandaag toch maar gaan werken. Een nieuw boek meegenomen op de trein om  te beletten dat mijn gedachten met me op de loop gaan. Het boeit.
Een hele dag met mensen aan de slag. Bezig zijn met anderen, bewust niet denken aan ...

Een collega bedankt me. Na wat tussenkomsten bij de bib van het werk ben ik er in geslaagd om haar de DVD te bezorgen die ze nodig heeft voor een vorming. Een film waar mijn vrouw aan meegewerkt heeft, deels bij ons thuis opgenomen. Ik dacht dat ik  nog een exemplaar had maar dat is spoorloos dus ben ik op zoek gegaan om haar uit de nood te helpen. De beelden die in mijn brein gegrift zijn spelen voortdurend door mijn hoofd. Toch maar wegduwen en me concentreren op mijn werk.

Een lange dag. Als ik vertrek ga ik bewust in een andere wagon zitten dan die waarin vermoedelijk collega's zullen plaatsnemen. Eventjes genoeg gehoord over alle frustraties die op de werkvloer spelen en zeker genoeg van alle enthousiaste verhalen over de aankomende vakantietrips en plannen met hun gezin als ze het werk binnenkort voor een aantal weken de rug kunnen toe keren. Nood om me even niet opgewekt te moeten voordoen.

Met mijn boek alleen in een hoekje. Moe. Uitgeput.
Brussel Centraal. Het binnenrijden van het station treft me als een verraderlijke messteek die de pijn door heel mijn bovenlijf doet schieten. Een onhoudbaar verlangen om haar nog eenmaal hier te zien opstappen, naar me toekomen en voelen hoe ze me kust terwijl ik haar donkere ogen peil, waarna ze vertellend naast me neer ploft. Haar lichaam intiem dicht tegen me aan. Elke vezel in mijn lijf reagerend.
Mijn lippen voelen opgezet en warm door de intense gewaarwording. Als mijn tong de sensatie probeert te milderen door er langs te strelen proef ik het zilte van de tranen die ongevraagd blijven stromen.
Verlangen dat niet meer gestild wordt. Vertrouwdheid en verbondenheid die geen plaats meer hebben in mijn leven.
Eenzaamheid en verdriet vullen de leegte.

Het overspoelende van de beleving deed me even vergeten dat ik op een trein niet alleen zit. Ik schrik op doordat een dame me vraagt of het met me gaat. Op zich een rare vraag als iemand zit te huilen maar de vriendelijke stem en de bezorgde ogen doen me weer bij mijn positieven komen. Ik knik haar met een 'dank je' toe en zet al mijn energie in om mezelf weer onder controle te krijgen, tranen binnen te houden.

Het blok plaveit zich in volle zwaarte in mijn borst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten