zaterdag 8 maart 2014

Vrouwendag

Het was er op of er onder. Ze had wenskaarten gemaakt. Ze zou die uitdelen aan alle vrouwelijke medepassagiers in de wagon. Een gelegenheid om haar aan te spreken. De vrouw die haar al een tijdje intrigeerde, breiend, de oortjes van haar MP3 in, steeds op dezelfde plaats net links van het trapje, met haar innemende glimlach en vriendelijke 'goedemorgen'.
En ja, ze trok haar wenkbrauwen omhoog, keek wat verbaasd op maar aanvaardde met een 'dank je' de kaart met de uitleg dat het ter gelegenheid van vrouwendag was. Toen ze van de trein stapte keek ze nog even achterom en zocht haar blik die van mijn vrouw.  De eerste stap was gezet.

Het is maar maanden later, als ik verbijsterd door haar abrupte beslissing om me te verlaten op zoek ga naar antwoorden, dat ik de brief in haar mails vond waarin ze beschrijft hoe ze contact gezocht heeft met de vrouw met wie ze nu haar leven deelt. Een coup de foudre? Een bewust spelen met vuur? Een manier om zich van mij te ontdoen?

Vrouwendag. Al meer dan een week herinneren aankondigingen via allerlei kanalen me aan deze gebeurtenis. Vrouwendag, de dag dat mijn vrouw koos voor een andere vrouw, waarin de vrouw in mij doodging.

Een hele week verder gaan. De drukkende zwaarte in mijn borstkas zoveel mogelijk negerend. Telkens opnieuw proberen om me te focussen op mijn taken. Telkens opnieuw tranen terugdringen om dan uiteindelijk niet anders te kunnen dan ze te laten gaan.
Wachten op een telefoontje dat niet komt. Wegzinken in eenzaam verdriet. En toch weer verder doen. Vechten tegen de vermoeidheid.

Verlangen en verlangen wegduwen.
Een reportage op TV over een broeder- en zusterorde in de Ardennen. Lichamelijke verlangens te lijf gaan met bidden en hun nood aan intimiteit sublimeren door in contact te gaan met hun Goddelijke echtgenoot, hun bien-aimé. Hoe doen ze het?

Een babbel met mijn collega. Ze ziet het niet meer zitten. Het werk dat steeds weer nieuwe eisen stelt. Ze slaapt er niet meer van. Ze bijt en sneert naar de kinderen. Ze krijgt haar gedachten niet meer stil. Ze is er al achter gekomen dat in gesprek gaan over de vereisten van de job niets oplevert. Onze baas is van goeie wil maar er verandert niets.
Wat wil ze dan? Terug in het werkveld staan, rechtstreeks met de gezinnen aan de slag. Ja, dat is het. Daar gaat ze voor gaan. Ze blijft dit niet doen.
De beslissing is genomen. Maandag gaat ze het meedelen.
Ik begrijp haar. Ze is jong en kan nog andere perspectieven zoeken. Ik herken haar verzuchtingen.
Maar het doet ook pijn. Haar verliezen als collega. Een warme jonge vrouw die het vaak zonder woorden begreep als ik het moeilijk had. Die er dan gewoon was voor mij, zonder dat er veel moest gezegd worden.

Verlies maakt deel uit van het leven. Verlies tekent het laatste jaar mijn hele leven. Enkel de kinderen heb ik nog. Soms word ik badend in het zweet wakker in de overtuiging dat ook een van hen uit mijn leven verdwijnt.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten