zondag 16 maart 2014

Alarm

Vechten tegen de misselijkheid. Na een teleurstellende toneelavond achter in de wagen bij vrienden. Een politiecombi laat ons rechtsomkeer maken nadat ze voor onze neus een wegversperring plaatsten. Een half uur om rijden via niet verharde hobbelige wegen. Het is sinds mijn kindertijd geleden dat ik nog zo wagenziek geweest ben.
Het leidt me even af van de deprimerende mijmeringen na het gesprek met mijn vriendinnen bij een drankje in de pauze. Verbijsterd hoe ze opmerkingen maken tegen en over elkaar die zonder twijfel hard en kwetsend zijn voor de andere.
Dit is niet nieuw, zo ken ik hen al lang. En dit belet niet dat ze daarnaast aangeven elkaar heel graag te zien.
Vroeger maakte ik me vaak de bedenking dat ik dit niet zou pikken. Mijn vrouw maakte ook nooit denigrerende of eisende opmerkingen over mij. Zelfs na de breuk gaven mensen nog aan dat ze altijd lief of soms bezorgd over mij sprak. Over de kinderen klaagde ze wel, maar anderzijds vertelde ze ook met een zekere trots over hun verwezenlijkingen alsof het haar eigen kinderen waren.
Zo onwezenlijk dat een koppel, en zij zijn niet de enigen die ik ken, die op elkaar katten en het elkaar moeilijk maken, nog verder hun weg gaan. En mijn vrouw is met de Noorderzon, of liever met een andere vrouw verdwenen.

Het is een opluchting als we uiteindelijk ruim na één uur mijn huis bereiken.
Ik tref mijn jongste totaal overstuur aan. Ze wist niet waar ik zat.
Ik had jou deze ochtend toen je vertrok toch nog gezegd had dat ik mogelijks later thuis zou zijn?
Dat kan ze zich helemaal niet herinneren.
Mijn gsm had ik vergeten thuis.
En het licht in de praktijk was nog aan.
De auto stond in de garage
En het rolluik was niet neer gelaten.
Tja, het was nog te vroeg toen ik vertrok.

Ondertussen had ze heel het huis al afgezocht, zelfs buiten en op zolder.
Ze had de buren gealarmeerd en oma gebeld en verschillende vrienden ook. Haar broer nam zijn telefoon niet op.
Iedereen was ongerust. De tranen stromen.
Weg is de misselijkheid. Ik troost haar in mijn armen. Maar terzelfdertijd ben ik ook geschokt. Het is duidelijk dat ze bang was. Bang dat ik iets dom zou hebben gedaan. Bang omdat ze me al zo vaak in zak en as hebben aangetroffen. Zelfs al heb ik keer op keer verzekerd dat ik hen dit nooit zou aandoen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten