zondag 23 maart 2014

Rillen

Ziek zijn helpt. De vermoeidheid, de golven van koude rillingen overgaand in zweetaanvallen die mij de plaid waar ik me even tevoren hebt in ingewikkeld van mij doet afgooien, duwen het verdriet en de wanhoop wat op de achtergrond.
Er is even niets anders meer dan de kracht van de volgende niesbui opvangen en zien hoe ik van de tafel naar mijn zetel en omgekeerd geraak.

Nadat ik zaterdagochtend al niezend en rillend mijn laatste cliƫnten heb buiten gelaten word ik terug gesmeten op mezelf. Alleen, met de stilte, en mijn ziek lijf.
Als ik even wat op krachten ben, toch maar een wasmachine draaien of wat stofzuigen. Maar ik kan me er nu niet druk om maken dat de vaat nog niet gedaan is en de vloer een patchwork van modderpootvlekken is. Toch geen kat die er last van heeft.

Het is bijna gelaten dat ik besef dat dit niet zo veel anders is dan vroeger. Ziek zijn is nu eenmaal iets dat je alleen doet. Mijn vrouw had het moeilijk met ziek zijn. De eerste dag toonde ze zich wel bezorgd, wou ze dat ik in mijn bed kroop en de dokter belde. Maar dan moest het wel over zijn. Het maakte haar ongedurig. Als ik tussendoor iets deed en ze zag dat ik me niet goed voelde, dan werd ze kregelig, vond ze dat ik in bed hoorde, dat ik niet goed voor mezelf zorgde.
Waar ik opgegroeid ben in een gezin waarin mijn moeder, ziek of niet ziek, er steeds was voor ons en er alle dagen eten op tafel stond had mijn vrouw de ervaring dat ziek zijn niet mocht. Dat er simpel weg geen rekening mee gehouden werd. Dat het haar moeder kwaad maakte.
Voor mij is het heel normaal dat ik probeer om tussen de koortsvlagen in te doen wat ik kan. Voor haar is ziek zijn een bron van spanningen en wrevels.
Dat ik een jaar lang zenuwpijnen had en vermoeid was door zware bloedarmoede heeft mijn vrouw dan ook op de proef gesteld. Al mijn inspanningen om te blijven functioneren ten spijt.


Nu uitzieken dus, apathisch opvangen wat het lot me toebedeelt. Dit gaat wel over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten