zondag 30 maart 2014

Tranen

De vermoeidheid eist zijn tol. Een intensieve werkweek achter de rug. Emotioneel en lichamelijk op door steeds opnieuw het laatste restje energie aan te boren om me te handhaven zolang ik onder mensen ben.
De confrontaties aangaan. Enerzijds blij om samen met collega's een avond door te brengen in een leuke brasserie en anderzijds vechten om me overeind te houden, mijn ogen niet te laten dichtvallen, de zwakte van mijn spieren te trotseren, me niet te laten raken als ik merk dat het ophalen van herinneringen aan de danservaringen met mijn vrouw een ongemakkelijke stilte doet vallen waarna er abrupt van onderwerp wordt geswitcht.

Soit. Ik zal er mee moeten leren leven.

Het weekend ingezet met een bezoekje aan een vriendin. Ondertussen weer al even geleden dat ik haar gezien heb. De babbel doet deugd. Maar het blok is zwaar aanwezig. Een knuffel bij het afscheid stuwt het weer massaal naar buiten. Het mag er even zijn en dan snel herpakken tot ik buiten ben.

Twee uur in de file. Veel tijd om te denken. Mijmeren over het voorbije gesprek. Beseffen dat ik er nog helemaal niet aan toe ben om de troost die ik put uit de herinneringen aan mijn vrouw los te laten en kwaad te worden op haar. Zelfs al zegt mijn verstand dat het heel logisch is om kwaad te zijn op haar.  Ergens vrees ik dat ik dan volledig crash. Dan lijkt het alsof er niets meer is. Het is nu soms al moeilijk om te geloven dat de mooie dingen van ons samen ooit echt zijn geweest. Het lijkt allemaal zo onwezenlijk. Dan heb ik de foto's nodig als stille getuige van wat ooit mijn geluk was.

De dagelijkse huilbuien doen mijn ogen geen goed. Al maanden vermoeide en pijnlijk brandende ogen.
's Avonds lukt het niet meer om ze open te houden. Zelfs zonder te wenen blijft het vocht uit mijn rechteroog lopen. Eventjes afleiding zoeken door wat te lezen of naar TV te kijken gaat dus niet. Dan maar op de hometrainer, mijn dagelijkse beweging, met de ogen dicht.
Geen zicht waarschijnlijk, maar er is dan ook niemand die me ziet.

Vandaag met een zonnebril op gaan wandelen. Mijn ogen flink ontstoken.
Af en toe een oppervlakkig praatje met een andere wandelaar. Mensen die te beleefd zijn om een opmerking te maken over mijn opgezette en tranende ogen.
Nu thuis, schrijven en af en toe mijn ogen dicht laten vallen.

Het is niet de eerste maal dat ik merk dat lichamelijke pijn helpt om mijn verdriet en hartenpijn op de achtergrond te doen verdwijnen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten