zaterdag 7 december 2013

Mijn tong afbijten

Een babbel met een vriend over de gezondheidstoestand van zijn vrouw. Even gebeld tijdens een vergaderpauze. Het gaat wat beter, nog suf van de medicatie maar het lijkt de goede kant op te evolueren. Fijn, doe haar de groetjes als je langsgaat.
Ik wil afronden als hij vraagt hoe het nu met mij is.
Stillekes, ik ben aan het werk.
Dan gaat het al wat beter?
Ik zoek verwoed naar de juiste woorden.
Van dag tot dag. Ik trek mijn plan wel. Het leven gaat verder.
Wat beter dan?
Ik word kwaad van binnen.
Nee, ik  voel me rot. Ik doe gewoon voort.
Op hetzelfde moment kan ik mijn tong wel afbijten. En terzelfdertijd nog zoveel zeggen. Maar dat wil men niet horen. Met heel veel moeite slaag ik er in om rustig te zeggen dat ik moet verder werken, dat we elkaar nog wel zullen horen.

De drukte van het werk eist mijn aandacht op. Soms biedt het afleiding. Vriendelijke, zij het allemaal oppervlakkige en professionele contacten, doen wel deugd.
Maar veel triggert en dan is het vechten om recht te blijven.
Een workshop met teamleden rond pedagogisch adviseren. Mensen boeien en mee krijgen in een verhaal waar ouders optimaal ondersteund worden. Geconfronteerd worden met gevoeligheden van mensen. Bemiddelen waar teamleden zich onrecht aangedaan voelen door collega's.
De pijn van zich uitgesloten voelen en als 'vuil behandeld te weten' verwoord door een teamlid doet een broze snaar van binnen trillen en ik moet al mijn energie aanspreken om het weg te duwen, de tranen binnen te houden en me te focussen op het herstel van de rust in de groep.
Na de workshop leeg lopen als een ballon waarvan enkel een restje overrekte plastiek overblijft. Goed voor de prullenbak.

Op de gang mijn collega tegen het lijf lopen. He, hoe is het? Waar ben je mee bezig?
Ze lijkt verkrampt. Moeilijke vergadering gehad. Ze vecht duidelijk tegen de tranen.
Ik duw haar een lokaaltje binnen. Ze snikt en huilt en met moeite slaagt ze er in om te vertellen hoe ze op een vergadering rond samenwerking gestoten is op heel wat negativiteit van een stakeholder. Hoe dit zich op een bepaald moment tegen haar als persoon richtte en dit escaleerde tot een boos weglopen van de ander.
Het heeft haar duidelijk geschokt. De tijd nemen om samen met haar rust te vinden en te zoeken hoe ze de situatie verder kan aanpakken.
De huilbui raakt diep. Een spiegel van mezelf. Al zes maand dagelijks momenten van niet te stelpen verdriet en wanhoop.
Samen even gaan eten. Ze lijkt voor zichzelf uitgemaakt te hebben hoe ze er na het weekend mee verder wil.
Ik stop ermee voor die dag. Mijn lichaam lijkt niet meer mee te willen. Doodmoe op de trein naar huis. De tranen mogen eindelijk komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten