woensdag 25 december 2013

Kerst

Mijn cliënten buitengelaten met de beste wensen voor het eindejaar. Drie mensen met wie het nu goed gaat. Twee ronden zelfs hun therapie af met het oog op een nieuwe positieve start in tweeduizendveertien.

De deur dicht en ik wordt terug gesmeten in mijn eigen realiteit. Vanavond is het Kerstavond en mijn vrouw is er niet bij.
Mijn kinderen en mijn moeder komen wel. Nog even naar de winkel om de laatste spullen te halen voor het Kerstdiner. De moed zakt in mijn schoenen. Het liefst zou ik in mijn bed, diep onder mijn deken willen wegduiken. Huilen, slapen en niet meer wakker worden.
Maar de kinderen willen duidelijk gezelligheid, Kerstsfeer, net zoals de vorige jaren.
En ze rekenen hiervoor op mij. Lekker eten en cadeautjes.
De hele middag in de weer. Het is alsof ik werk met een rem die ingedrukt en klem zit. Verdoofd, verdwaasd, met onderhuids zinderende pijn.
Maar om zes uur als mijn moeder en de kinderen er zijn is alles toch klaar.
De kinderen tateren aan een stuk door. Vrolijk en druk bijpraten met hun zus over haar belevenissen in Zürich. Dollen met elkaar in de zetel.  Enthousiast over de hapjes. Het eten valt in de smaak. Iets in mij ontspant. Mijn trouwring houdt mijn vrouw dicht bij mij.
De opgewekte conversaties van de kinderen over de respectievelijke liefjes, de droge commentaar van mijn moeder, het voelt vertrouwd. Even weer kunnen ervaren dat ik deel uitmaak van een gezin.
Dankbaar dat de kinderen en mijn moeder blij zijn met de attenties en het eten. Ontroerd door het onverwachte geschenk van de kinderen.
In bed gaan mijn gedachten naar mijn vrouw. Dit zou ik zo graag met haar delen. Het hondje stevig in mijn hand. De huilbui die volgt ontlaadt. Morgen is het Kerstdag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten