donderdag 12 december 2013

Container

Ik aarzel. Voor de open deur van het lege kleerkastgedeelte met een arm vol kleerhangers. Mijn verstand zegt dat ik het gewoon moet doen. De net gestreken spullen ophangen.
Maar van binnen wringt het. Dit is haar kast. Hier hingen haar spullen. Sinds ze weg is heb ik de kast nog maar één keer opengemaakt. Op zoek naar de slaapzak die ze er samen met de lege kapstokken, om mij onbekende reden, had in achtergelaten. Een slaapzak die ze had aangekocht om mee te nemen op meerdaagse training.
In de vakantie had mijn dochter er een nodig en haar broer was met die van haar weg.

Haar kast en schuiven, het schap in mijn bureau. Ze bleven tot nu toe dicht en leeg. Mijn maag rispt op bij het idee om haar ruimte in te nemen. Ik probeer me zelf tot rede te brengen. De recente kledingaankopen gecombineerd met de veelheid aan té grote spullen doen mijn kast uitpuilen. Het lukt niet meer om het een beetje netjes te rangeren. Dus ...de hangers aan de roede...kast dicht. Ik hoef er voorlopig niet meer in te zijn.

Voor ik mijn pyjama aandoe nog gauw even het oud papier en de groencontainer buiten zetten. Ik krijg er geen beweging in. Hij zit propvol. Even kantelen in een poging om hem verder te rollen. Het lukt niet en ik kan maar net vermijden dat hij helemaal onderuit gaat.
Het is de spreekwoordelijke druppel. Opnieuw een gevecht tegen de tranen en wanhoop.
Toch maar aanbellen bij de buren. Of ze alstublieft even willen helpen. Het lukt niet alleen. Geen probleem, de buurman trekt zijn jas aan en een paar minuten later staat het ding al netjes op straat.
Het stormt in mijn hoofd. Hulp moeten vragen, er afhankelijk van zijn omdat je het zelf niet meer kan opgelost krijgen, schatplichtig worden aan anderen...het raakt aan mijn trots, mijn zelfwaarde. Dit ben ik niet gewoon.
Ik geef graag. Het maakt me blij als ik iets voor anderen kan betekenen. En het doet deugd als anderen spontaan hulp geven als ze toevallig net je pad kruisen en ze iets hebben of kunnen dat je op dat moment van dienst is. Welkome hulp.  Zonder verplichting. De gene aan wie je geeft niet noodzakelijk degene die jou iets biedt.
Een natuurlijk geven en ontvangen. Zo heb ik het altijd gekend. Niet vanuit een afhankelijk nodig hebben.
Nu is het anders. Ik krijg niet meer alles zelf gedaan. Ik kan niet meer rekenen op de handigheid en kracht van mijn vrouw. Mijn kinderen zijn bijna niet thuis. Met mijn gezin kon ik de wereld aan. Nu kan ik er niet meer op terugvallen. Ik ben alleen en geconfronteerd met beperkingen in mijn eigen kunnen en aankunnen.
Het voelt niet goed. Het is niet anders. Het besef dat ik hier zal moeten leren mee omgaan. Dat ik vaker dingen zal moeten vragen. Alleen zijn voelt niet volledig. Eenzaam.

Dank je wel buurman. Ik bedenk dat ik hem en zijn vrouw misschien binnenkort eens uitnodig om te komen aperitieven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten