vrijdag 22 november 2013

Vrijdagavond

Ah, bij u komt er iets uit.

Ik kijk verbaasd naar de vrouw die naast me in de trein zit. Ik heb geen idee waar ze het over heeft. Nadat ik een intensieve workshop heb gegeven in Brussel op de trein op weg naar huis. Ik heb net een plaatsje gevonden en  het besef van alleen zijn en gemis slaat weer in alle hevigheid toe. De overgang van de buitenlucht naar de bedompte sfeer van de wagon leidde tot een hevige niesbui waardoor het bovenhalen van mijn zakdoek een dubbel doel kan dienen.

Ik nies ook maar er komt niets uit. Ik hoest eigenlijk meer.
Ah, zo. Ik reageer dan maar met 'het is bij iedereen een beetje anders he.'.
Even stilte. De vreemde reactie heeft me even afgeleid van het opkomende verdriet.
Heb je kinderen?
Het wordt duidelijk dat de vrouw uit is op een praatje. Het schiet door me heen dat ze misschien ook wel eenzaam is.
Ja, drie
Meisjes?
Twee en één zoon.
Zij blijkt één zoon en een man te hebben.
Ik bedenk dat de volgende vraag gaat zijn 'heb jij een man?'. De pijn schiet door mijn borst. Ik wend me af. Sorry, even geen contact. Ik kan niet beletten dat de tranen opwellen. De vrouw aan de overkant kijkt me recht in de ogen. Ze heeft het opgemerkt. Ik weet met mezelf geen blijf. Op een overvolle trein verdwijn je zo maar niet.

Ze vertelt dat ze nog maar twee maand van haar pensioen verwijderd is. Dan gaat ze kaarten. Dat doen jongeren nu niet meer.
Ik beperk me tot wat knikken en probeer verwoed de tranen binnen te houden.
En dan toch ...heb je een man?
Nee.
Geen man?
Nee, ik ben alleen.
Ik krijg het nauwelijks over mijn lippen.
Niet meer fier kunnen zeggen, ik heb een vrouw.
Gescheiden.... krijg ik niet over mijn lippen. Ik voel me nog altijd verbonden met mijn vrouw.
De vrouw lijkt niet goed te weten wat ze met mijn antwoord aan moet.
Ze maakt een hoofdbeweging richting het raam. Mannen kunnen beter in de fabriek werken in plaats van in de kou. Buiten is een bouwwerf te zien. Ik beaam dat het geen aangename temperatuur is voor buitenwerkers.
Ik hoop dat het praatje haar wat deugd doet.

Als ik in Lede arriveer staat mijn dochter me al op te wachten. De knuffel lijkt zowel haar als mezelf te beroeren. Ze heeft geen zin om te praten. De week is te vermoeiend geweest voor haar. De eerste week stage en vanavond moet ze gaan werken. Ik wrijf haar tranen uit haar ogen en trek haar dicht tegen me aan.
Nog even en we zijn thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten