woensdag 6 november 2013

Verdrinken

Ik wil het uitschreeuwen. Alles doet pijn van binnen. Ik wil naar haar toe. Roepen, smeken. Wil dat ze me vastpakt, troost, tegen me praat, met me vrijt, me verzekert dat wat gebeurd is niet echt is. Dat ik verder kan met mijn leven. Weer graag gezien worden. Bemind worden, gestreeld worden, haar lichaam en handen voelen. Deel uitmaken van haar leven. Vrouwke. Schatje. Engelke. Niet verder moeten in het besef dat ik alles, mezelf,  in de relatie met haar gegeven heb en dat dit vergeefs was, dat dit niets voor haar betekent. Ze moet me niet meer.

Ik kan de pijn van anderen niet meer verdragen. Een heel uur troosten, luisteren. Er niet in slagen om bij het verhaal van de andere te blijven. Alles schrijnt, brandt, steekt en verkrampt van binnen.
Ik wil niet leven zonder liefde.

Telkens iets me confronteert met het definitieve van de situatie duwen golven van wanhoop me kopje onder. Ik verdrink. Tegen wil en dank word ik toch telkens op het droge gesmeten. Uitgeput, bont en blauw, nauwelijks nog mens. Mijn lijf, mijn hoofd, mijn ogen, mijn borst en hart doen ongelooflijk pijn.

Als ik verder ga moet het op eigen kracht. Alleen. Mensen gaan er meer en meer van uit dat 'het nu wel beter gaat' en ik mijn leven terug op de sporen zet - waar zijn die dan?
Wil ik dit? Ik weet het niet meer. Dit is geen leven.
Ze vragen niet meer hoe het is. Ze vullen zelf je gevoel in.
Ik vertel dat ik alleen in de regen gaan wandelen ben met de hond en ze veronderstellen dat het wel deugd zal gedaan hebben.
Ik laat ze maar.
Mensen hebben hun eigen leven, hun eigen vreugdes en miserie. Ik hoor daar maar aan de rand een beetje bij.

Toch maar weer proberen een verslag af te ronden. Kwestie van de tijd wat sneller te laten vooruit gaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten