zondag 10 november 2013

Klussen

Druk bezig blijven. Naar de kapper, naar het containerpark, de supermarkt, de apotheek, de bank. Terras opkuisen. Soep maken. Gekregen groenten invriezen.
De hele dag in de weer. 's Avonds met vrienden naar het toneel. Eigenlijk te moe om nog pap te zeggen. Mezelf forceren om toch een sociaal babbeltje te doen. Vrienden zijn te belangrijk nu. Meelachen met de hilarische fratsen van de acteurs. Gespleten. Het is best grappig maar een deel van mij is te moe, te verdrietig om te genieten.

Maar zo lukt het om de storm van binnen tot zwijgen te brengen. Even niets voelen, enkel doen.

Ik heb evenwel niet veel nodig om weer uit mijn evenwicht te raken.
Gisterochtend al om zeven uur opgestaan. Ik lag al een uur of langer te turen in bed. Het was nog donker toen ik de hond buiten liet. Een wasmachine opgezet, de was van de draad gehaald. Ontbijt met de krant.
Pas na drie kwartier valt het me op dat de hond niet meer te bespeuren valt. Meestal belooft dat  niet veel goeds. Waarschijnlijk iets gevonden om stuk te bijten of...
Ik knip het buitenlicht aan en merk dat de poort die de voortuin met de tuin verbindt plat ligt, nog met één hengsel in de muur.
Verrekt. Hij is weg. De poort naar de vaantjes.
Ik realiseer me dat mijn dochter de avond voordien problemen had met de poort. Vermoedelijk lukte het haar niet meer - of had ze geen zin of tijd meer - om goed af te sluiten.
Het hout van de poort is rot. Ze is al langer aan vervanging toe. Mijn vrouw had al een paar keer extra nagels en versterkende houtblokjes aangebracht in afwachting dat we de tuin zouden renoveren. Daar waren we volop voor aan het sparen.
Nu ligt alles stil.
Vandaag samen met twee vriendinnen het min of meer wat gerepareerd. Het kan er weer even tegen. Maar ik besef dat ik werk zal moeten maken van een nieuw hek en omheining. Zucht.


Een gemeenschappelijke vriend van mijn vrouw komt op bezoek. Hij is zijn vrouw gaan bezoeken in het ziekenhuis. Het is met een dubbel gevoel dat ik hem onthaal. Eergisterenavond zou hij komen eten. Spontaan aangeboden opdat hij niet de maaltijd en de avond alleen zou moeten doorbrengen nu zijn vrouw is opgenomen.
Maar ...hij daagde niet op. Geen belletje noch sms'je. Mijn eten verpieterd, mijn dochter vermaand omdat ze er aan zat. Van binnen woede en ongeloof.
Het is niet de eerste keer dat hij verstek laat.
Pas deze ochtend een sorry via de chat, hij had onverwacht een lift naar huis gekregen. De aankondiging dat hij vanmiddag langs kwam.
Heb je je er al een beetje in gesteld?
Hij is niet de enige die deze vraag in een of andere variant stelt. Ik weet nooit wat ik hier moet op antwoorden.
Ik trek mijn plan. Ik hou me bezig. Ik probeer me niet te laten kisten door het beeld van een eenzame toekomst zonder liefde en geborgenheid. Ik leef van dag tot dag. Ik weet met mijn verstand dat ze niet meer terug komt. Is dat je er in stellen?

Hij vertelt dat hij mijn vrouw niet veel ziet, haar wel af en toe aan de telefoon heeft. Ze woont immers nu toch wel een eindje  van hem vandaan bij haar vriendin. Een ruime nieuwbouwwoning. Ze zal waarschijnlijk binnenkort wel haar studio opzeggen. Haar vriendin sprak zelfs van een woning te kopen, misschien in Frankrijk, want daar komt ze vandaan. Ze zit er warmpjes in. Haar man heeft haar immers al uitgekocht.
Ik weerhoud me ervan om door te vragen maar hoop heimelijk dat hij meer vertelt, zelfs al doet elk woord pijn.
De nood en drang om iets van haar te vernemen is soms zo overheersend. Terzelfdertijd snijdt alles - hoe weinig ook - diep in mijn vel.
Ik ben opgelucht als hij vertrekt. Nadien komen de tranen. Mijn zoon vangt ze op. Dankbaar dat hij er is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten