woensdag 14 mei 2014

Lunch

Twee cliƫnten hebben afgebeld. Tijd dus om met mijn moeder te gaan lunchen voor haar verjaardag.
Na een deprimerend gesprek met een oudere vrouw, vechtend tegen de eenzaamheid na het overlijden van haar man twee jaar geleden, is het niet makkelijk om mijn knop om te draaien en opgewektheid te veinzen als ik haar ophaal.
Maar mijn moeder kent me al langer.
Wat is er met je?
Is er iets gebeurd?
Nee, er is niets gebeurd.
Wat is er dan?
Tranen proberen terug te dringen. Wat kan ik nog zeggen?
Je moet er je toch eens over zetten.
Voor de zoveelste keer voel ik me in de verdediging gedrongen. Ik doe toch wat ik hoor te doen. Ik kan mijn gevoel niet dwingen.
Het is alsof jij alleen maar kunt leven voor een ander.
Het is niet de eerste keer dat ze dit zegt. Mensen schijnen te concluderen dat mijn verdriet betekent dat ik enkel in functie van mijn vrouw leefde.
Ik krijg het niet uitgelegd. Misschien wil ze het ook niet horen dat er zoveel is dat ik door het weggaan van mijn vrouw kwijt ben geraakt, dat zoveel veranderd is, nauwelijks nog iets dat hetzelfde gebleven is.
Geen soulmate meer, geen liefde of verbondenheid meer, geen spel of stoeien meer, niemand meer om mee te lachen, te grappen, te koken, te klussen, te knuffelen, te vrijen, geen vertrouwen meer, geen vakantie meer, geen...
Het heeft geen zin.

Het voortdurend wegduwen van mijn gevoelens om te kunnen functioneren belemmert me eveneens in het kunnen genieten. Enkel mijn verstand merkt op dat niet alles kommer en kwel is. Ik zie ook wel dat de zon schijnt. Dat de kinderen het goed doen. Dat ik de praktische dingen wel alleen opgelost krijg.

Als je het allemaal zo mist, misschien moet je dan stappen zetten om het opnieuw in je leven te krijgen.
Hoe zou ik dat dan moeten doen?
Me op de markt zetten en roepen 'ik ben beschikbaar'? Gaan daten met de eerste de beste wild vreemde. Alsof ik me zo maar in iemands armen kan gooien. En dat dan vertrouwen? Daarvan genieten?  Zo zit ik niet in elkaar.
Ik gooi het er kwaad en gefrustreerd uit.
De rest slik ik in. Ik moet me niet afreageren op haar. Ik wil haar verjaardag niet vergallen en ze bedoelt het goed.
Overgaan op het examen van mijn dochter. Neutraal. Afstandelijk. Veilig. Het blok wringt pijnlijk in mijn borst. Ik wil het niet voelen.
In het restaurant neemt mijn zus het wel op zich om het gesprek gaande te houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten