zaterdag 3 mei 2014

Kracht

Vier mei. Topdag in Aalst. Onderweg naar het centrum om nog maar eens mijn beklag te gaan doen bij Mobistar. Afgesproken ook om met mijn dochter en haar vriend iets te gaan drinken. Onderweg word ik gebeld door een vriendin. Ze pikt me op en zet me af voor de winkel van de telecomprovider. Het is nog geen negen uur dus ik sta voor een gesloten deur. Even een brasserietje binnen in afwachting dat de winkel opent. Er zit al wat volk. Ik zit nog maar net of mijn stiefzoon komt binnen. Hij ziet me niet maar gaat recht naar het tafeltje achter me waar tot mijn verbazing zijn voormalig liefje zit. Ik had haar nog niet eerder opgemerkt.
Ik begroet hen en als ik me omkeer zit mijn vrouw naast me aan tafel. Ik verkramp en wacht af. Dan dringt alles even niet meer tot me door.
Als mijn bewustzijn opnieuw op gang lijkt te komen vraag ik haar hoe het met haar gaat. Ze laat haar hoofd op haar armen zakken en  het gemompeld antwoord gaat verloren. In mij vecht iets. Ik wil afwachten en niet de eerste stap doen. Maar de drang om door haar haar te strijken is te sterk. De aanraking siddert door heel mijn lijf. Ze vraagt of ik haar nog graag zie. 'Ja' schreeuwt het in mij maar mijn trots weerhoudt me om te antwoorden. Ze neemt mijn hand vast en strijkt er mee langs haar gelaat. Heel mijn wezen stroomt over van liefde. Ik omhels haar en terwijl mijn brein zegt dat het niet meer mogelijk is wens ik dit koppig naast me neer te leggen. Dit is mijn leven. Met haar overwin ik alles.

Ik voel me krachtig en gereed om heel de wereld te trotseren als ik wakker word door het oplichten van de zon door de spleten van de gordijnen.

Na de droom opnieuw de koude douche van de realiteit. Mijn vrouw is er niet. Straks moet ik nog naar Aalst.
Eerst de rommel beneden opruimen die is blijven staan na het etentje met de kinderen.
Het was fijn om hen terug te zien en mijn dochter zo gelukkig te zien met haar vriend.
Maar confronterend om mezelf te zien. Alleen, het vrolijke gekwebbel van de jongelui observerend . Jongeren aan het begin van hun leven en een oude, afgedankte levensmoede vrouw met niets meer om naar uit te kijken. Ik lijk wel mijn moeder  na de dood van ons papa bij haar dochters aan tafel. Zij was  wel ruim twaalf jaar ouder dan ik toen ze alleen viel en zij stond niet alleen in haar rouw.

Hoe doorbreek ik dit?  Wat zit er nog in dit leven voor mij? Met wie kan ik me nog verbonden voelen? Ik vind geen antwoord. Alles dan maar wegduwen en de vaat gaan doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten