zondag 28 september 2014

Shock

Ze klinkt behoorlijk overstuur aan de telefoon. Het duurt even voor ik begrijp waar ze het over heeft. Haar schoonbroer is opgepakt. Zit al sinds donderdag in de gevangenis. Al meer dan twee dagen dus. Een bom ingeslagen op de familie. Op verdenking van zedenfeiten met minderjarigen, of met één minderjarige. Wat en hoe het  precies in elkaar zit weet ze niet.
Zijn dochter heeft haar moeder pas vrijdag totaal in shock aangetroffen. Ze had niemand gebeld, niemand iets laten weten. Nu neemt ze niet op en wil ze met niemand contact. De kinderen laten niet veel los, alleen dat hun moeder nu tijdelijk bij een van hen verblijft.
Dertig jaar waren ze al gehuwd. Een vooraanstaand koppel geëngageerd in de lokale gemeenschap. Een fijne man, een fijne vrouw. Een respectabel gezin. Niets op te zeggen. Niet te vatten. Dit kan niet waar zijn.
Of ik weet wat ze nu moeten doen?  Haar man is helemaal van zijn melk. Hoe moet hij zijn zus helpen? Hij is bang dat dit de hele familie uit elkaar gaat rukken. Wat gaat er nu gebeuren? Gaat haar schoonbroer vrij komen? Wat als hij schuldig blijkt? Hoe word je dan verondersteld te reageren? En wat met oma? Die mag dat toch niet weten? Die overleeft dat niet.

Ik weet wat het is om in shock te zijn. Een bom die op je leven valt en je helemaal onderuit haalt. Maanden dat je elke dag volledig in de war wakker wordt. Dat je dromen een ander verhaal vertellen dan de realiteit van overdag. Chaos. Een nachtmerrie die toch eens moet overgaan. Maar die er elke keer je je ogen opent toch weer is. Je lijf dat niet meer normaal reageert. Spieren die lijken te verlammen. Emoties die overspoelen. En soms helemaal niets meer voelen.

Ze vraagt me raad. Ik kan alleen maar aangeven om aanwezig te blijven. Om regelmatig te laten horen dat zij er is, zelfs al kan haar schoonzus de confrontatie met anderen nu nog niet aan. Niet te oordelen, niet zelf voor rechter te spelen.
Maar jammer genoeg weet ik dat het niet evident is. Dat dit gezin, vrouw en kinderen en uiteindelijk ook de beklaagde man - ongeacht wat het verdict ook moge zijn - hier grotendeels alleen door moeten. Het is zelfs niet vanzelfsprekend dat ze steun hebben aan elkaar. En oordelen is zo makkelijk.

Ik luister en laat haar vertellen. Ik hoop dat het voor dit gezin goed komt. Ik hoop met haar dat de klacht uiteindelijk ongegrond blijkt. Dan nog zal de impact lang door werken.

Als ik de hoorn neer leg, zindert het verdriet door me heen. Voor mij komt het niet meer goed. Die hoop heb ik opgegeven. Er is niets te herstellen. Mijn vrouw is weg. Ik moet alleen verder.
Gewoon trachten te leven met wat rest. De kinderen die af en toe binnen springen. De hond. De sympathie van collega's en mensen om me heen. Het schok-ervaren is er niet meer, enkel gelaten ondergaan en elke dag door doen.

Een weekendje met de twee jongsten naar zee. Gezelschapspelletjes, samen eten, wandelen langs het strand en in de duinen.
De wind en de zon en het vrolijk getater doen goed. Het zeurend gemis negeren en voortdurend mijn aandacht sturen, niet laten afdwalen. Beseffen dat het fijn is dat ze bij me zijn en toch niet ten volle kunnen genieten. 's Nachts houdt het verlangen me uit mijn slaap en ga ik maar met de hond buiten naar de maan en de sterren kijken. Zoals ik zo vaak samen met haar gedaan heb als ze het moeilijk had.

Het weekend afsluiten met een platte band en twee uur en een half in de file maar de spontaan aangeboden hulp van een voorbijganger maakt me dankbaar en vermijdt dat frustratie de bovenhand krijgt.
Nu opnieuw een drukke werkweek tegemoet. Weinig tijd om te piekeren.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten