woensdag 11 november 2015

Salto Suizo

Het mobieltje van mijn dochter wordt onder veel hilariteit doorgegeven. Een daags voordien stiekem opgenomen filmpje van haar dansende moeder op het plaatselijke bierfeest in la Colonia Independencia gaat de tafel rond.
Boven aan de salto Suizo doen we ons te goed aan een geÏmproviseerde assado.
Door elkaar geschud op de onverharde rotserige weg dienden we op de heen weg  de auto achter te laten. Rijsporen van wel een halve meter diep kon die niet meer aan. We mochten parkeren bij een mini huisje waar de bewoners  ons al een tijdje gade sloegen van op een bankje.
Mijn blaas en die van de andere vrouwelijke leden van het gezelschap stonden op springen. Geen boom om achter te schuilen.  El baño?
De vuile snoetjes van de in lompen geklede kinderen kijken me met grote ogen aan. Ze begrijpen er duidelijk geen jota van. Gelukkig spreekt onze gastvrouw Guarani.
Het huisje blijkt voor de helft een varkensstal te zijn. Enkel een donkere ruimte van hooguit twaalf vierkante meter is het woongedeelte. Ik ontwaar  enkel iets wat op een matras lijkt.  Een meisje neemt me mee achter een kippenren. Een kuil deels met enkele latten afgedekt. Er onder gistende drek. Maar de nood is hoog.

Twee uur klimmen onder een verzengende hitte. Een jongeling rijdt af en aan met de moto om mensen naar boven te brengen. Geen haar op mijn hoofd denkt er aan om mee te rijden. Levensgevaarlijk door de diepe putten en wegrollende stenen. Maar de ouderen denken er anders over. Vanaf zestien rijdt iedereen hier met een halsbrekende snelheid op twee wielen, vaak met drie of meer op één tuig. Velen kunnen zich immers geen auto permitteren.
Boven gekomen blijkt het uitzicht meer dan de moeite waard. Nog mooier dan op de cerro Akati die we daags voordien bezochten. Een prachtig landschap.
Zo ver je kan zien glooiend groen en water.
De afdaling naar de voet van de heuvel om de waterval in al zijn glorie te kunnen bewonderen durven de volwassenen niet aan. De jongeren laten zich niets gelegen aan de waarschuwingen . Ze moeten en ze zullen gaan kijken.

Waar ik tijdens de wandeling vaak mijmerde dat mijn vrouw dit geweldig zou gevonden hebben, snijdt nu een diepe pijn door me heen. Met haar hulp zou ik me zeker naar beneden gewaagd hebben.
Nu laat ik mijn dochter alleen gaan. Als een ongewenste intrusie duw ik de gedachte weg dat ik  mogelijks een laatste blik op haar werp als ze diep onder me uit het zicht verdwijnt.
De angst voor een nieuw plots verlies heeft zich twee jaar geleden in me geïnstalleerd en lijkt niet meer te verdwijnen.

Ik vervoeg de 'ouderen' .

De terugtocht is meer een naar beneden 'glijden'
 maar ik slaag er in overeind te blijven.
Het gezin zit een paar uur later nog steeds op het bankje. Vermoedelijk komen ze zo de dag door. De tien mil die ze van onze gastvrouw krijgen om op de auto's te letten, nauwelijks anderhalve euro, is zeer waarschijnlijk hun dagloon.
En dan  hebben zij nog een dak boven hun hoofd. En dieren.

Paraguay is, volgens onze gastvrouw,  een land met een grote groep 'luie' armen, die niets of nauwelijks iets hebben of doen, en een grote groep superrijken die alles hebben en anderen voor hen laten werken. Tussenin zit een kleine klasse werkende mensen die heel wat moeite moeten doen om rond te komen.

Waarom koop jij niet een huis hier? Met jouw Europees pensioen kan je hier een prachtig domein kopen met een koppel cuidadores erbij die voor nog geen tweehonderd euro per maand het huis en de tuin onderhouden, voor je koken en je op elke wenk bedienen.

Mijn pensioen is nog verre toekomst dus ik wuif haar goed bedoelde voorstellen weg.
Eens terug in Asuncíon ben ik heel hard aan een siësta toe.



  Cerro Akati






Geen opmerkingen:

Een reactie posten