zondag 15 maart 2015

Graag zien

Een uur voor me uit zitten staren in de zetel. Te moe om nog in beweging te komen. Van binnen doet alles pijn.
Weten dat ik nog heel wat dien aan te pakken. De planten snakken naar vocht. Facturen moeten worden gemaakt en betalingen uitgevoerd. De strijkmand puilt uit. Minstens vier maal de wasmachine laten draaien. Om maar te zwijgen van de onderzoeksgegevens die dringend dienen verwerkt te worden tot een samenhangend verslag.
Een vage belofte om een bezoekje te brengen aan een zieke vriendin houd ik maar voor bekeken. Ik ben nu geen opbeurend gezelschap. En ergens tussenin zou ik ook nog iets te eten moeten bereiden.

Maar het lukt niet.
Na de wandeling deze ochtend is het alsof mijn lijf op is. De eenzaamheid van kilometers wandelen in een miezerige regen onder een grijs wolkendek weegt te zwaar. Willen thuiskomen maar geen thuis meer hebben.

De gebeurtenissen van de week vlinderen door mijn gedachten. Redelijk tevreden met hoe ik teammomenten heb aangepakt. Een fijne babbel met een vriendin die herstellende is van kwetsuren ten gevolge van een agressie-incident. Op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Een toevalligheid met verstrekkende gevolgen.
Een toneelavondje met een andere vriendin. Haar warme bezorgdheid doet deugd maar verdriet overspoelt waardoor ik na de voorstelling zit te snotteren midden in een drukke cafetaria.
Ervaren hoe ze gewoon aanvaardt dat nog een heel deel van mij verbonden is met mijn vrouw.
Hoe ze begrijpt dat ik mis. Hoe alles in mij verlangt.
Hoe een deel van mij niet wil leven in de wetenschap alleen verder te moeten.
Kleine vluchtige momenten met andere mensen kunnen dit gemis niet opvullen.
Voorzichtig veronderstelt ze dat ik mogelijks nu ook geen diepere verbinding met anderen zou aan kunnen.
Het verwart. Is dat zo?

Misschien heeft ze gelijk.
Ik kan me geen voorstelling maken van iemand bij wie ik me even veilig, vertrouwd en op mijn gemak kan voelen als bij mijn vrouw.
De idee om intiem te zijn met iemand anders of mijn diepste zielenroerselen toe te vertrouwen aan iemand anders...
Zou ik nog iemand helemaal, honderd procent durven vertrouwen?
Waar zou ik de energie moeten vinden om nog te investeren in een relatie, om me te engageren?
Deze week zei een collega me dat ze me graag zag. Ze hoopte dat het niet flirterig over kwam want ze was 'absoluut hetero' en ze weet niet zo goed 'hoe je met lesbiennes omgaat' maar ze 'houdt van me' als een goeie vriendin.

Ik wist er geen weg mee. Mensen spreken soms wel heel snel van 'graag zien' en 'houden van'. Ik probeer het gewoon te verstaan als dat ze me graag mag. Dat is alvast wederzijds.
Maar graag zien?

Ik weet niet of ik dat nog kan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten